Direct naar artikelinhoud
ReportageRusthuizen

Het New York Times-stuk dat ons land schaamrood op de wangen bezorgt

In het woon-zorgcentrum Christalain in Jette stierven minstens 14 bewoners aan Covid-19.Beeld NYT

Toen Covid-19 langskwam, werden veel ouderen in ons land aan hun lot overgelaten. Ze stonden tijdens de pandemie achteraan in de rij voor hulp, schrijft The New York Times. En dat terwijl één waarschuwing al jaren terugkwam: woon-zorgcentra waren kwetsbaar.

Shirley Doyen was uitgeput. Het rusthuis Christalain dat zij en haar broer uitbaatten in een welgestelde buurt in Jette werd geplaagd door Covid-19. In drie weken tijd waren acht bewoners gestorven. Sommige personeelsleden moesten het voor hun bescherming stellen met de maskers en jassen die hoorden bij doktersoutfits voor Halloween.

En op hulp moest ze niet rekenen. Doyen had ziekenhuizen gesmeekt om de besmette residenten op te halen. Ze weigerden. Soms werd haar aangeraden morfine toe te dienen tot de dood volgde. Ze kreeg ook een keer te horen dat ze moest bidden.

En toen, in de ochtend van 10 april, werd het nog wat erger.

Om 1.20 uur ’s nachts stierf een van de bewoners. Drie uur later stierf er weer een. Om 5.30 uur weer een. De nachtverpleegster had het allang opgegeven ziekenwagens op te roepen.

Doyen arriveerde na zonsopgang en stelde vast dat Addolorata Balducci (89) erg ziek was. Haar zoon, Franco Pacchioli, eiste dat er een ziekenwagen opgeroepen werd. Toen die arriveerde, weigerden de ambulanciers haar mee te nemen naar het ziekenhuis. Ze gaven haar morfine. “Uw moeder gaat sterven”, zei een van hen. “Het is niet anders.”

Acht uur later overleed Balducci.

Oncontroleerbare coronavirusuitbraken, een tekort aan medisch materieel, desinteresse bij de overheid… in de hele wereld hoor je dezelfde verhalen over de toestand in de woon-zorgcentra. Maar België doet daar nog een wrang laagje bovenop. Ambulanciers en ziekenhuizen weigerden soms botweg oudere mensen te verzorgen, ook al waren er nog ziekenhuisbedden vrij.

Italië

Een paar weken eerder waren ziekenhuizen in Italië overrompeld geweest door Covid-19. De Belgische autoriteiten wilden dat koste wat het kost vermijden, en lieten de rusthuizen zowat aan hun lot over. Maar terwijl Italiaanse artsen zeiden dat ze gedwongen waren de zorg voor ouderen te beperken vanwege een tekort aan plaats en materiaal, kwam het Belgische ziekenhuissysteem nooit in die mate onder druk te staan. Zelfs op het hoogtepunt van de uitbraak in april, toen Balducci geweigerd werd, lagen de bedden op de intensieve zorg maar voor 55 procent vol. “Ze wilden gewoon geen oude mensen aanvaarden”, zegt Doyen. “Ze hadden de ruimte, maar toch wilden ze hen niet opnemen.”

België heeft volgens sommige maatstaven de hoogste sterftegraad als gevolg van het coronavirus ter wereld, mede door de sterfte in de woon-zorgcentra. Meer dan 7.500 rusthuisbewoners zijn gestorven, volgens recent gepubliceerde data. Tijdens de piek van de crisis, van maart tot halverwege mei, waren rusthuisbewoners goed voor twee derde van de overlijdens door het coronavirus.

Gymles bij Bloemendal in Sint-Agatha-Berchem, waar tijdens de crisis een team van Artsen zonder Grenzen de verzorgers kwam bijstaan.Beeld NYT

Van alle fouten die overheden begaan hebben in hun aanpak van de pandemie hadden er weinig zo’n directe en verwoestende impact als dat onvermogen om de woon-zorgcentra te beschermen. Tienduizenden ouderen zijn gestorven. Zij waren niet alleen slachtoffers van het virus, maar evengoed van meer dan tien jaar lang aan genegeerde waarschuwingen over de kwetsbaarheid van rusthuizen. In de hele wereld hielden overheden in hun pandemieplannen geen rekening met de woon-zorgcentra en namen ze rusthuisbewoners niet op in hun wiskundige modellen om hun respons te bepalen.

Slechts zowat een derde van de Europese rusthuizen beschikte voor de uitbraak van Covid-19 over teams om besmettelijke ziekten aan te pakken. In de meeste was geen interne arts actief, en vele werkten niet samen met externe artsen om indien nodig de zorg te coördineren.

Weinig landen belichamen die dodelijk inefficiënte pandemie-aanpak beter dan België, waar de overheid patiënten in rusthuizen weigerde te testen tot er al duizenden gestorven waren. Woon-zorgcentra wachtten tevergeefs op mondmaskers en beschermende kledij. Toen de overheid eindelijk mondmaskers leverde, was dat rijkelijk laat en waren ze soms van ondermaatse kwaliteit. “Kleef het masker vast op je neusrug”, adviseerden regionale gezondheidsautoriteiten in een e-mail.

Een leidinggevende in een rusthuis zag geen andere mogelijkheid meer dan duizenden poncho’s te bestellen, zoals hij dierenverzorgers in een plattelandsdierentuin had zien dragen. Een ander rusthuis bemachtigde 5.000 maskers via de vader van een personeelslid in Vietnam.

Oorlogsgebied

De Belgische gezondheidsautoriteiten beweren dat het nooit de bedoeling was ouderen zorg te ontzeggen. Maar bij gebrek aan een nationale strategie bakkeleiden regionale autoriteiten over wie het precies voor het zeggen had. Het gevolg is dat mensen binnen de gezondheidszorg nu toegeven dat sommige ziekenhuizen en urgentiezorgverleners weinig richtlijnen hadden om op voort te gaan.

De situatie was zo schrijnend dat Artsen Zonder Grenzen teams van experts uitstuurde die het gewoon waren in oorlogsgebied te werken. Op 25 maart, toen zo’n team in Bloemendal, een rusthuis in Sint-Agatha-Berchem, arriveerde, werden ze onthaald door de weeë geur van ontsmettingsmiddel en een griezelige stilte, die alleen doorbroken werd door de zang van een kanarie.

WZC Damiaan, Tremelo, 9 juni 2020.Beeld Joel Hoylaerts/Photo News

Zeventien mensen waren er in de voorbije tien dagen overleden. Er was geen beschermend materiaal voorhanden. De zuurstof raakte stilaan op. De helft van het personeel was besmet. Anderen toonden tekenen van een trauma dat vaak optreedt in rampgebieden, besloot een psycholoog van AzG.

De directeur en onderdirecteur hadden Covid-19, hun vervanger viel neer op een stoel en begon te wenen toen het team arriveerde. “Ik had nooit gedacht dat ik met AzG zou werken in mijn eigen land. Dat is krankzinnig. We zijn een rijk land”, zegt Marine Tondeur, een Belgische verpleegster die eerder in Zuid-Soedan en Haïti werkte.

Tondeur was geschokt door de aanpak van haar land. “Ik voel me eigenlijk een beetje beschaamd, omdat we die rusthuizen uit het oog verloren.”

‘Geen agressief virus’

In februari, toen het coronavirus het noorden van Italië overspoelde, waren de Belgische autoriteiten niet ongerust. Maggie De Block, federaal minister van Volksgezondheid (Open Vld), minimaliseerde een maand lang de risico’s. Ze maakte zich geen zorgen over de ziekenhuis- en de testingcapaciteit. “Het is geen agressief virus. Je moet al in iemands gezicht niezen om het door te geven”, zei ze op 3 maart. Ze voegde eraan toe: “Als de temperatuur begint te stijgen, zal het wel weer weggaan.”

Zelfs toen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) het belang van responsplannen onderstreepte om de rusthuizen te beschermen, stelde een woordvoerder van de Vlaamse overheid dat er geen reden was tot ongerustheid. “Het risico op besmetting is momenteel heel klein”, zei hij.

Toch waren er wel degelijk waarschuwingssignalen. België heeft een van de grootste rusthuispopulaties per capita ter wereld. Jarenlang onderzoek toont aan dat ademhalingsziekten zoals Covid-19 tot de meest voorkomende aandoeningen in zulke instellingen behoren. Uit Chinese gegevens bleek dat ouderen het grootste risico op Covid-19 liepen.

Al in 2006 pleitten overheidsrapporten voor opleidingen inzake besmettelijke ziekten voor artsen in rusthuizen en voor overheidshulp om een voorraad beschermend materieel aan te leggen. Een rapport uit 2009 raadde aan de rusthuizen toe te voegen aan het nationale pandemieplan. Van beide voorstellen kwam niets in huis.

Het gevolg was dat de rusthuizen er begin maart alleen voor stonden. In documenten waarin de risico’s werden ingeschat, werden rusthuizen zelfs niet vermeld als prioriteit. “We hebben geen specifieke aanbevelingen van de ministers ontvangen”, schreef de koepelorganisatie van rusthuizen Femarbel aan haar leden.

In de hele wereld opereren rusthuizen op het snijvlak van lokale, regionale en nationale bevoegdheden, maar in België is dat probleem nog net wat groter. Er zijn zo veel bureaucratielagen dat het land weleens omschreven wordt als een administratieve lasagne. Negen ministers zijn bevoegd voor volksgezondheid, die verantwoording moeten afleggen aan zes parlementen. De federale overheid vervult een coördinerende rol in de pandemie, maar woon-zorgcentra vallen onder de bevoegdheid van regionale autoriteiten.

Het gevolg was dat verantwoordelijken, zelfs toen het besef van het gevaar van Covid-19 er eindelijk was, niet doortastend konden handelen. “We deden er verscheidene weken over om te achterhalen wie precies verantwoordelijk was”, zei Pedro Facon, directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid eerder deze maand.

Deerlijk, 21 april 2020.Beeld BELGA

Halverwege maart, toen het coronavirus snel om zich heen sloeg, begonnen de regionale overheden de rusthuizen advies te geven – waar vaak weinig mee te doen viel. Zo wezen documenten op het belang van mondmaskers, en stelden ze tegelijk dat die zowat onbeschikbaar waren. “Er zijn praktisch geen mondmaskers beschikbaar op de markt”, meldde een document. Zorgverleners werd aangeraden maskers te hergebruiken, ze niet uit te delen aan administratief personeel en te bedelen om materiaal bij ziekenhuizen in de buurt.

En dat laatste deden ze. In rusthuis Christalain kreeg mede-eigenaar Steve Doyen een handvol beschermende overalls en maskers te pakken via een vriend die zich graag als dokter verkleedde voor Halloween.

Wat het probleem nog verergerde, is dat België er niet in slaagde nog maar een fractie van de geïnfecteerden te testen. De gezondheidsautoriteiten beslisten daarom alleen de zwaar zieke, gehospitaliseerde patiënten te testen. Alle anderen kregen de raad thuis te herstellen.

Het betekende dat besmettelijke mensen opgesloten bleven in dichtbevolkte, onderbemande en slechte geëquipeerde rusthuizen. “We kregen al vroeg de indruk dat wij op de laatste plaats kwamen”, zegt Lesley Moreels, directeur van een openbaar rusthuis in Brussel. “We hadden het gevoel dat we brandweerlui in pyjama’s waren.”

Teruggestuurd

Op 18 maart werd in België een lockdown van kracht. Tientallen rusthuisbewoners waren toen al gestorven. Drie dagen later werd Jacqueline Van Peteghem, een 91-jarige resident van Christalain, naar het UZ Brussel gebracht, waar ze werd getest op Covid-19. Een paar dagen later wees het resultaat uit dat ze positief was.

Shirley en Steve Doyen gingen ervan uit dat Van Peteghem in het ziekenhuis zou blijven, deels om te vermijden dat het virus zich kon verspreiden naar de andere residenten. Maar haar symptomen waren gestabiliseerd, en volgens Steve Doyen oordeelde de ziekenhuisarts dat ze gezond genoeg was om terug te keren naar de home. En dus werd Van Peteghem op 27 maart opnieuw afgezet aan de voordeur van Christalain.

Steve Doyen ontving hen met een chirurgisch mondmasker op. “Is dat alles wat je hebt?”, vroegen de ambulanciers. “Ja”, antwoordde hij. “Veel succes”, zeiden de ambulanciers.

In het daaropvolgende uur keek het personeel van Christalain toe terwijl de ambulanciers zichzelf en de ziekenwagen ontsmetten. Toen we achteraf aan Marc Noppen, de CEO van het ziekenhuis, vroegen wat het beleid van het ziekenhuis was, zei hij dat het niet de gangbare praktijk was om patiënten terug te sturen naar het rusthuis, maar dat het soms wel gebeurde.

Niemand weet zeker of het aan Van Peteghem lag, maar het aantal gevallen van Covid-19 in het rusthuis nam toe. Residenten stierven. Van Peteghem, die het virus initieel overleefde, stierf vorige maand.

“Sommige patiënten zijn besmet teruggekeerd naar hun homes”, schreef een crisiscomité op 25 maart. “Op die manier zijn een paar besmettingshaarden ontstaan.”

Het comité raadde aan bewoners in rusthuizen te testen en op zoek te gaan naar locaties om besmette rusthuisbewoners onder te brengen. Maar de nationale en regionale overheden werden het niet eens over die aanbevelingen.

Nog twee weken lang, ook toen de overheid de testcapaciteit opvoerde, weigerden gezondheidsverantwoordelijken de rusthuizen toe te voegen aan de prioriteitenlijst. Ze vreesden dat zelfs de uitgebreide testcapaciteit niet zou volstaan gezien de verruimde criteria, blijkt uit documenten en gesprekken met overheidsmedewerkers.

“De federale overheid had tests. Ziekenhuizen hadden tests”, zegt dr. Emmanuel André, destijds woordvoerder van het Crisiscentrum, die pleitte voor ruimere testing. “Maar woon-zorgcentra? Daar waren geen tests toegelaten.”

Toen uiteindelijk de eerste tests in rusthuizen werden uitgevoerd, bleek 1 op de 5 bewoners positief. Op dat moment waren al meer dan 2.000 rusthuisbewoners gestorven.

Terwijl het debat over de testing in maart en april woedde, begonnen ziekenhuizen besmette patiënten uit rusthuizen te weren. Dat beleid – officieel was het slechts een advies – kreeg vorm in een reeks nota’s van geriatrische specialisten. “Onnodige transporten zijn een risico voor ambulanciers en eerstehulpdiensten”, stond in een vroege memo van de Belgische Vereniging voor Gerontologie en Geriatrie en twee grote ziekenhuizen.

“Extreem fragiele patiënten en terminaal zieken moesten palliatieve zorg krijgen, en mochten niet worden opgenomen in het ziekenhuis”, meldde de memo nog. In het document legde een complex schema uit hoe ziekenhuizen moesten beslissen over de opname van rusthuisbewoners.

De vereniging voert nu aan dat dat advies – dat uitging van de realiteit van een overrompeld ziekenhuis – foutief geïnterpreteerd werd. Aangesloten artsen melden dat de vereniging geen overheidsagentschap is en nooit de bedoeling had ouderen zorg te ontzeggen.

Toch is dat precies wat er gebeurde.

1.100 vrije bedden

In de ochtend van 9 april bereidde Emmanuel André zich voor op de dagelijkse persconferentie over de stand van zaken toen een vooraf ingediende vraag van een journalist hem verraste: zouden rusthuisbewoners snel toegelaten worden in de ziekenhuizen?

“Waar komt die vraag ineens vandaan”, dacht André naar eigen zeggen. “Natuurlijk worden ze toegelaten.”

Maar keer op keer werden rusthuisbewoners met covidsymptomen geweigerd in ziekenhuizen, ook al werden ze doorverwezen door artsen die oordeelden dat ze kans maakten om het te overleven. “De beslissing om rusthuisbewoners te weigeren in ziekenhuizen heeft me echt gechoqueerd”, zegt Michel Hanset, een Brusselse arts die tevergeefs probeerde verscheidene rusthuisbewoners te hospitaliseren.

Er bestaan geen precieze gegevens over, maar AzG meldt dat ongeveer 30 procent van de woon-zorgcentra waar de organisatie actief was dat probleem aankaartte.

De overheidscijfers zijn ook veelbetekenend. Tijdens de eerste weken van de crisis vond bijna twee derde van de overlijdens van rusthuisbewoners plaats in ziekenhuizen. Naarmate de crisis erger werd en de memo’s van de geriaters begonnen te circuleren, daalde dat cijfers drastisch. Tijdens de piek van de uitbraak werd amper 14 procent van de zwaar zieke residenten opgenomen in het ziekenhuis. De rest overleed in het rusthuis, blijkt uit overheidsgegevens verzameld door wetenschappers.

Het is onmogelijk om te bepalen hoeveel overlijdens te voorkomen waren. Maar de ziekenhuizen hadden wel degelijk ruimte. Zelfs op het hoogtepunt van de pandemie waren 1.100 van de 2.400 beschikbare bedden in het land vrij, zegt Niel Hens, een overheidsadviseur en professor aan de Universiteit Antwerpen. “Ambulanciers kregen van hun ziekenhuis te horen dat ze patiënten boven een bepaalde leeftijd niet mochten meenemen. Vaak was dat 75 jaar, maar soms ook 65 jaar”, stelde AzG in juli in een rapport.

Jodoigne, 8 mei 2020.Beeld Photo News

Sommige regionale en nationale verantwoordelijken geven dat probleem toe. “Ik hoorde van personeel in woon-zorgcentra dat spoedartsen bewoners meenamen naar het ziekenhuis en daarna weer terugstuurden, met de boodschap dat ze hen niet mochten opnemen”, zegt Christie Morreale, Waals minister van Volksgezondheid.

De Block weigerde een aanvraag voor een gesprek en antwoordde niet op geschreven vragen. In interviews verdedigden leidinggevende artsen in ziekenhuizen hun aanpak. Ze stelden dat het rusthuispersoneel opvang wilde voor terminaal zieke patiënten die nood hadden aan palliatieve zorg, niet aan een ziekenhuisopname. Als rusthuisbewoners niet werden opgenomen in ziekenhuizen, zeggen ze, dan was dat omdat een arts besliste dat ze geen kans maakten om te overleven. “Als je oordeelt dat de patiënt gebaat is bij medische behandeling, dan zal hij of zij opgenomen worden in het ziekenhuis”, zegt Noppen, het hoofd van UZ Brussel. “Zo simpel is het.”

Rusthuisuitbaters stellen met klem dat dat niet het geval was. “Op zeker ogenblik was er een impliciete leeftijdslimiet”, zegt Marijke Verboven van de Orpea-groep, die 60 woon-zorgcentra in België uitbaat.

Artsen Zonder Grenzen zette zijn missies in rusthuizen halverwege juni stop. Sommige medewerkers keerden terug naar ontwikkelingslanden. Andere werken momenteel in een ander rijk land dat in crisis verkeert: de Verenigde Staten.

Maggie De Block spreekt over de woon-zorgcentra alsof ze een onfortuinlijke voetnoot zijn bij een verhaal over een doortastende overheidsrespons. Ze merkt trots op dat België nooit een tekort aan ziekenhuisbedden heeft gehad. “We namen op het juiste moment maatregelen”, zei ze in een interview. “We mogen best trots zijn.”