Direct naar artikelinhoud
Contactonderzoek

Slechts 62 procent positief geteste mensen deelt contactpersonen: ‘Belangrijk om te blijven sensibiliseren’

Slechts 62 procent positief geteste mensen deelt contactpersonen: ‘Belangrijk om te blijven sensibiliseren’
Beeld BELGA

Van alle patiënten die positief getest hebben op Covid-19 en door de Vlaamse contactopvolging worden gecontacteerd, deelt 62 procent zijn of haar contactpersonen. Dat blijkt uit de jongste cijfers van het Vlaams agentschap Zorg & Gezondheid.

en

De cijfers hebben die betrekking op de periode van maandag 27 juli tot zondag 2 augustus.

In die week werd 88 procent van de nieuwe patiënten succesvol gecontacteerd. Zo’n 65 procent van hen kan door de contactonderzoekers binnen de 24 uur worden gecontacteerd, 75 procent binnen de 48 uur. De 12 procent die niet kon worden bereikt, zijn mensen die weigeren mee te werken, verkeerde personen (verkeerd nummer), negatief geteste personen die eigenlijk niet gebeld moesten worden, mensen die eerder al gebeld werden of mensen bij wie een telefoongesprek om nog andere redenen niet mogelijk of nuttig was.

Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) wijst erop dat de snelheid en het bereik van de contactopsporing aanzienlijk verbeterd zijn. “Het zwakke punt”, zegt hij, “blijft echter dat slechts 62 procent van de patiënten contactpersonen doorgeeft.” Dat is 3 procentpunt minder dan de week voordien.

Sensibiliseren

Bij het agentschap Zorg & Gezondheid zegt woordvoerder Joris Moonens dat gecontacteerde indexpatiënten moeten beseffen dat het doorgeven van contactpersonen belangrijk is om verdere besmettingen te voorkomen. “Het al dan niet vermelden van contacten hangt in eerste instantie van de mensen zelf af. Er loopt een campagne, maar het is belangrijk om mensen te blijven sensibiliseren.”

De contactopspoorders zelf vragen door. “Van hen kunnen we niet meer vragen”, zegt Moonens. “Maar de lokale initiatieven kunnen een grote meerwaarde betekenen, als zij zich richten op ‘moeilijke’ patiënten. Dat kunnen dan bijvoorbeeld anderstaligen zijn, of mensen die geen toegang hebben tot de juiste informatie. Op lokaal niveau kunnen mensen ook worden voorbereid op het contactonderzoek.”