VS zien af van geplande tariefverhoging op Europese goederen

De Verenigde Staten houden de invoerheffingen op 7,5 miljard dollar (6,3 miljard euro) aan Europese goederen gelijk. Er was sprake van een verhoging, maar die komt er uiteindelijk niet.

Er is al langer een kat-en-muisspel aan de gang tussen de VS en Europa. Het begon allemaal 16 jaar geleden met Europese staatssteun voor de vliegtuigbouwer Airbus. De VS vonden dat oneerlijke concurrentie en noemden die staatssteun illegaal, waarna ze de Wereldhandelsorganisatie (WTO) inschakelden. De WTO stelde hen in het gelijk en dat gaf de VS een soort van vrijgeleide om de EU te straffen zolang de staatssteun bestond.

In oktober vorig jaar voerde het land invoertarieven tot 25 procent in op 7,5 miljard dollar aan Europese goederen, waaronder uiteraard vliegtuigen, maar ook olijven, wijn en kleren. In februari trokken de VS de tarieven op vliegtuigen nog eens op met 15 procent, de rest lieten ze onveranderd. Nu is er dus beslist om niets te verhogen.

Teleurgesteld

De EU is blij dat de tarieven niet hoger worden, maar Airbus is teleurgesteld dat ze niet gewoon volledig worden afgeschaft. Vorige maand deed het bedrijf een aantal aanpassingen aan zijn deals met overheden, waaronder een hogere intrestvoet op leningen. Daarmee vond Airbus dat er ‘geen enkele rechtvaardiging’ meer was voor heffingen. Het bedrijf is er dus niet over te spreken dat ze nu toch blijven, ‘zeker in een tijd waarin luchtvaart en andere sectoren door een ongeziene crisis gaan’.

Europa dreigde al meermaals met tegenheffingen, onder meer omdat ook de VS hun vliegtuigbouwer Boeing subsidiëren, maar moet eerst bij de WTO informeren hoe hoog die heffingen mogen zijn. Het stelde zelf al voor om 20 miljard dollar aan Amerikaanse goederen te belasten.

Meer