Aalst.be

Groendienst Aalst kiest voortaan voor zuiderse bomen: "die kunnen beter tegen hitte en droogte"

Het openbaar groen in de stad Aalst krijgt meer en meer een zuiders tintje. De groendienst laat zich inspireren door het gebied rond de Middellandse Zee in de keuze van bomen en planten. Want het wordt alsmaar moeilijker om onze inheemse soorten de warmere en drogere zomers te laten overleven. Ze hebben heel veel water nodig, terwijl we net nu spaarzamer moeten worden met grond- en hemelwater, klinkt het. 

Het onderhoud van openbaar groen is nu voor iedereen hard werk: alles droogt heel snel uit, gras wordt geel tot bruin, bij sommige bomen lijkt het al herfst. De enige oplossing is heel veel water. Maar “als we zuinig moeten zijn met water, moeten we bekijken hoe we ons openbaar groen dan het beste inrichten”, dacht de Aalsterse groendienst. Daarom bekeken ze bomen en planten die goed gedijen in het klimaat rond de Middellandse Zee. Die kunnen goed tegen de droogte en hitte, die een stedelijke omgeving ook kenmerken. 

Bekijk hier de reportage van "Het Journaal" en lees voort onder de video:

Videospeler inladen...

De stad is een microklimaat

Bart Backaert, groendienst van Aalst

Vooral de planten en bomen die vorige winter geplant zijn, hebben het nu moeilijk. Zonder extra water overleven ze het niet. Dat komt omdat de stad een hete en droge plek is. Veel inheemse soorten voelen er zich niet meer thuis.

“We hebben onze ogen gericht op het Middellandse Zeeklimaat: op Spanje, Italië, Zuid-Frankrijk,”, zegt Bart Backaert van de groendienst aan Radio 2 Oost-Vlaanderen. “We bekijken wat daar overleeft in de natuur, en die soorten planten en bomen zijn we in ons stedelijk milieu beginnen te zetten. We zien dat die daar perfect overleven zonder extra water. We gaan ook minder bloemperken aanplanten, en ook geen bloemenkorven meer installeren, want die vragen heel veel water. We moeten consequent zijn, water is er in de eerste plaats voor landbouw en de mensen, en niet voor sierplanten.” 

Geen palmbomen in Aalst

Palmbomen komen er vooralsnog niet in Aalst, wel andere zuidelijke soorten, zegt Backaert: “Bijvoorbeeld een inheemse zomereik zullen we niet meer nieuw aanplanten. In de plaats daarvan kan een steeneik komen, die veel meer aangepast is aan een droog milieu. Die boom heeft een hard leerachtig blad, waardoor het vocht in het blad veel minder snel zal verdampen. De inheemse es wordt hier regelmatig ziek. In de plaats daarvan kunnen we een pluimes aanplanten, die veel voorkomt in Zuid-Europa.

(Lees verder onder de foto van de pluimes) 

De pluimes is verwant aan onze soorten, en lijkt er ook op, maar die overleeft veel makkelijker hitte en droogte. Ook in het stadspark zullen we zieke inheemse bomen niet meer vervangen door andere inheemse soorten. Oude beuken bijvoorbeeld zien af in de droge zomers. Als er zo’n grote oude beuk sterft, gaan we die niet meer vervangen door een andere beuk, maar door een boom die aangepast is aan het klimaat dat op ons afkomt.”

Wat in de winter?

Zuidelijke soorten zijn geen strenge winters gewoon. En als het hier vriest mogen ze daar niet door afsterven. Daarom komen die uitheemse soorten ook niet in landelijk gebied te staan, of in lanen in de rand rond Aalst, zegt Backaert nog: “We zetten die alleen maar in het stedelijk milieu, waar je ook in de winter ziet dat er een microklimaat is. Stenen blijven warmte afgeven. Als het een beetje vriest op het platteland, dan vriest het in de stad helemaal niet. Die bomen zijn echt wel aangepast. Boomkwekers spelen daar ook al langer op in, en zoeken genetisch materiaal dat beter aangepast is aan onze winters.” 

Meest gelezen