Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved

Hoe goed zijn de Chinezen corona te boven gekomen?

Hoe zou het intussen in China zijn? Wellicht hebben sommigen zich die vraag gesteld bij het bericht over de diepvrieskip uit Brazilië die met het coronavirus besmet zou zijn en die werd onderschept in de Zuid-Chinese stad Shenzhen. Zijn de Chinezen de corona-epidemie te boven gekomen? Hoe erg was het daar eigenlijk? En wat was de weerslag op de Chinese economie? Het is maar hoe je het bekijkt, zou het antwoord moeten luiden. En vooral: in vergelijking met wie of wat?

analyse
Stefan Blommaert
Stefan Blommaert is buitenlandjournalist bij VRT NWS. Hij is gespecialiseerd in Azië en de Balkan.

Het is alweer meer dan een half jaar geleden dat China zijn eigen dramatische corona-epidemie onder controle leek te krijgen. Begin maart was dat, toen het bij ons en op de meeste andere plaatsen in de rest van de wereld nog moest beginnen. Het aantal geregistreerde coronabesmettingen lag toen bij de Chinezen rond de 80.000,  het aantal overlijdens op zowat 3.000.

Kritiek op China

In de weken daarvoor was er veel internationale kritiek gekomen op China. Bij de uitbraak van de epidemie in de stad Wuhan hadden de plaatselijke autoriteiten aanvankelijk geprobeerd om het potje gedekt te houden. Daarmee werd kostbare tijd verloren, in de eerste plaats om de verdere verspreiding van het virus tegen te houden, en ook om de internationale gemeenschap accurate informatie te bezorgen over de aard en de omvang van het probleem. (lees verder onder de foto)

President Xi Jinping bezoekt Wuhan begin maart, toen China de epidemie onder controle leek te krijgen
Xinhua

Maar sindsdien focust de wereldwijde corona-aandacht zich op de toestand in al die andere landen waar het virus keihard zou toeslaan. China kon zich intussen op de borst kloppen: het had met harde maatregelen (‘alleen mogelijk in een autoritaire staat’, zo luidden toen de commentaren in nogal wat westerse media) kunnen voorkomen dat de situatie in eigen land volledig uit de hand liep. 

Relatief beperkt aantal besmettingen en doden

Zo bleef het aantal corona-overlijdens in China lager dan de dodentol in piepklein België, en het officieel aantal Chinese besmettingen (ruim 15 keer meer dan tijdens de SARS-epidemie in het begin van deze eeuw) is met 89.000 op de keper beschouwd eigenlijk verwaarloosbaar in een land met 1,4 miljard inwoners. Het had Peking uiteindelijk een goeie twee maanden gekost om het virus te temmen. (lees verder onder de foto)

Chinese hulp aan het door corona getroffen Italië – maart 2020
Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved

En dan begonnen de Chinezen met een wereldwijd charmeoffensief, om hun – overigens niet alleen door corona – aangetaste imago op te poetsen. Ze boden landen die werden getroffen door corona hulp in de strijd tegen het virus. Zo stuurden ze in de donkerste dagen van de corona-epidemie in Italië medisch personeel en geneesmiddelen ter plaatse (niet toevallig is Italië een land waarmee China nauwe handelsbetrekkingen heeft, en dat deelneemt aan zijn wereldwijd infrastructuurproject Belt and Road Initiative). 

Chinese mondmaskerdiplomatie

Later werd die praktijk uitgebreid tot wat de ‘mondmaskerdiplomatie’ zou gaan heten: na het heropstarten van zijn fabrieken was China maar al te blij om beschermingsmateriaal te leveren aan landen die het nodig hadden. Dat werkte in een aantal landen, waaronder Servië (ook al een toegewijd adept van Belt and Road), waar sindsdien talloze affiches de vriendschap met China bewieroken. Maar in veel westerse landen deden de Chinese avances wenkbrauwen fronsen, zeker nadat heel wat van het geleverde beschermingsmateriaal waardeloos bleek te zijn  - daar konden we ook in België van meespreken. (lees verder onder de foto)

Vriendschap in coronatijden: affiche aan Servisch gemeentehuis looft goede relatie met China
Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved.

Het ziet ernaar uit dat de Chinezen een mogelijk eigen vaccin net zo goed zullen gebruiken in hun internationale soft-powerdemarches. Peking heeft al herhaaldelijk beloofd dat de hele wereld mee zal kunnen profiteren zodra de productie van start gaat. In Chinese labs wordt geëxperimenteerd met een tiental kandidaten voor een vaccin. Drie daarvan zijn in een vergevorderde testfase (de zogenaamde fase-3). Het gaat om potentiële vaccins van Cansino (dat zijn vaccin al zou hebben toegediend aan Chinese militairen), Sinovac en het staatsbedrijf Sinopharm. 

Wie wil een Chinees vaccin?

Omdat het coronavirus in China zelf nu maar op een relatief beperkte schaal actief is, wordt er vooral getest in landen waar de epidemie nog in volle hevigheid woedt. Zo wordt het vaccin CoronaVac van farmalab Sinovac uitgeprobeerd bij 9.000 vrijwilligers in Brazilië. Het bedrijf beweert dat CoronaVac tachtig procent kans op succes heeft. Sinovac bouwt voort op ervaring die het vergaarde tijdens de Chinese SARS-crisis in 2002-2003. (lees verder onder de foto)

Onderzoek naar een coronavaccin bij het bedrijf Sinopharm
Xinhua

In elk geval is de kans groot dat een Chinees vaccin als een van de eersten de eindstreep zal halen (Rusland claimt sinds enkele dagen de primeur, maar experts plaatsen veel vraagtekens bij de supersnelle vergunningsprocedure en de testmethodes). Maar wie zal het dan kopen? Veel westerse landen wellicht niet; behalve in Azië zal het vooral afnemers vinden in Latijns-Amerika en Afrika. En daar zal het de welwillendheid tegenover Peking – die de voorbije jaren al werd opgebouwd dankzij de massale Chinese investeringen in infrastructuur – nog vergroten.

Economie gaat er alweer op vooruit

Het was nog tijdens de epidemie in China voorspeld: de economische gevolgen van het coronavirus zouden enorm zijn voor Peking, dat zo al te kampen had met een vertraagde groei en de gevolgen van de handelsoorlog met de Verenigde Staten. Teken aan de wand: op het Volkscongres (de jaarlijkse zitting van het Chinese parlement, door corona uitgesteld van maart naar mei) werd geen groeidoelstelling vooropgesteld voor het lopende jaar. Het was de eerste keer sinds lang dat dat streefcijfer ontbrak in de ‘State of the Union’-toespraak van de Chinese premier. (lees verder onder de foto)

Het ergste lijkt achter de rug, de economie trekt weer aan
Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved.

Toen de economische gegevens over het eerste kwartaal bekend raakten, bleek duidelijk hoe groot de invloed van de corona-epidemie was op de tweede economie van de wereld. Het Bruto Binnenlands Product (BBP) kromp met 6,8 procent, een rampzalig resultaat voor een land dat ooit groeicijfers van boven de 10 procent kon voorleggen, en dat er vorig jaar nog met 6,1 procent op vooruitging. Maar kijk, enkele maanden na die krimp leek het tij alweer gekeerd. In het tweede kwartaal van 2020 werd een groei opgetekend van 3,2 procent. Het blijft een erg broze relance, maar dat de cijfers zo snel weer positief werden, is opmerkelijk.

Lokale virusclusters

En wat tenslotte met het virus zelf. Is dat helemaal verdwenen uit China? Allerminst. Geregeld zijn er nieuwe opstoten. Nadat de stad Wuhan – waar het allemaal begon – eind april virusvrij werd verklaard, ontstonden er nieuwe uitbraken op diverse plaatsen in het land. Aanvankelijk werden die veroorzaakt door besmette Chinezen die terugkeerden uit het buitenland, daarna waren er her en der lokale en beperkte clusters, onder meer in de hoofdstad Peking, in de noordelijke havenstad Dalian of in de westelijke regio Xinjiang. 

Maar telkens raakten de besmettingen vrij snel onder controle, door radicale en fijnmazige lockdowns, contactopsporing en massaal testen. China heeft inzake de aanpak van Covid-19 zeker niet het fraaiste parcours gereden – en al helemaal niet in vergelijking met sommige andere Aziatische landen – maar als we naar de huidige toestand in de wereld kijken, dan kunnen we niet anders dan toegeven dat heel wat van de maatregelen er wel degelijk gewerkt hebben. Of om de vraag uit de inleiding te beantwoorden: eigenlijk zijn de Chinezen er relatief goed vanaf gekomen.

Meest gelezen