Gemillimeterde gazons werken ontsporing van rozenkeverpopulaties in de hand

© belga
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De larven van de rozenkever kunnen grasvelden beschadigen, maar gelukkig hebben ze natuurlijke vijanden.

Hij is familie van de meikever en is relatief algemeen, maar toch is de rozenkever niet echt bekend. Misschien heeft dat te maken met het feit dat zijn levensstijl lijkt op die van de veel opvallender meikever. Hij is ook een stuk kleiner: een volwassen rozenkever wordt amper een centimeter groot. Het is wel een mooi beestje, wat harig, maar met roodbruine dekschilden en een flonkerend metaalgroen halsschild.

Zoals veel insecten verdeelt de rozenkever zijn leven over verschillende stadia. De volwassen kevers vliegen uit in de late lente. Het zijn beestjes van graslanden, inbegrepen gazons. De mannetjes vliegen zenuwachtig boven de grassen, op zoek naar op de grond verborgen vrouwtjes. Het zoeken verloopt efficiënt dankzij feromonen die worden losgelaten: chemische stoffen met een grote aantrekkingskracht.

Dikwijls wordt er de eerste nacht na het uitvliegen al gepaard. De vrouwtjes zetten vervolgens al meer dan 80 procent van hun eitjes af in de grond, op een diepte van 10 tot 25 centimeter. De kevers gaan dan enkele weken in een rustiger fase, waarbij ze de laatste eitjes afzetten. Daarna is het afgelopen.

Een natuurlijke omgeving is altijd nuttig om schade aan grasvelden te beperken.

De voeding van de volwassen kevers bestaat uit bladeren van eiken en hazelaars of vruchten van rozelaars, waaraan ze hun romantisch klinkende naam te danken hebben. Maar voor veel tuin- en gazonliefhebbers heeft de rozenkever niets romantisch. Uit de eitjes sluipen larven die als ‘engerlingen’ door het leven gaan – het zal geen toeval zijn dat ‘eng’ in de naamgeving is geslopen. Het zijn vormeloze, vuilwitte mormels die bij uitgraven meestal in een C-vorm liggen en 2 centimeter groot kunnen worden – dat is bescheiden in vergelijking met meikeverjongen. De eitjes worden in groep afgezet, maar de larven verspreiden zich, waarschijnlijk op willekeurige wijze, om niet met elkaar in competitie te hoeven gaan – een familiegevoel is aan deze diertjes niet besteed.

Ze maken drie fasen van groei door, waarbij ze zich eerst tegoed doen aan humusdeeltjes, vervolgens aan gras- en klaverworteltjes en later aan grotere wortels van kruiden en gewassen. Ze vreten tot in de herfst, waarna ze dieper in de grond kruipen en in wintermodus gaan. In maart worden ze wakker, verpoppen ze en worden ze omgebouwd tot een kever die de cyclus volmaakt en een nieuwe in gang zet. De rozenkever leeft slechts één jaar als engerling, bij de meikever is dat vier jaar.

Engerlingen kunnen schade veroorzaken aan het gras van gemillimeterde gazons en sportvelden, maar in gewone omstandigheden zijn ze een mooi voorbeeld van hoe de natuur inzet op biodiversiteit. Ze vormen zelf het voedsel voor talloze dieren, waaronder merels en spreeuwen. Bovendien verzorgen ze de voortplanting van sommige dieren, zoals een in rozenkevers gespecialiseerde dolkwesp. Die legt haar eitjes in de engerlingen, waarna de wespenlarven die eruit komen hun slachtoffer van binnenuit leegvreten. Het is een vorm van natuurlijke controle om ontsporing van rozenkeverpopulaties tegen te gaan.

De meest milieuvriendelijke bestrijding van rozenkever-engerlingen, gesteld dat verdelging wenselijk is? Zet wilde peen in de buurt, die trekt de dolkwespen aan. Een natuurlijke omgeving is altijd nuttig om schade aan grasvelden te beperken. Een natuurlijke omgeving is sowieso altijd nuttig.

Partner Content