Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Veel meer plastic in Atlantische Oceaan dan gedacht

Een zeeschildpad houdt een plastic zak voor een kwal.Beeld BELGAIMAGE

In de Atlantische Oceaan zweven veel meer minuscule plastic deeltjes dan tot nu toe werd aangenomen, blijkt uit nieuw onderzoek. De bevindingen zouden verklaren waar het plastic is gebleven dat de afgelopen decennia in zee terecht kwam en vervolgens ‘verdween’.

Wetenschappers stonden lang voor een raadsel: er was geen balans tussen de hoeveelheid plastic die onderzoekers in zee aantroffen op het wateroppervlak en de hoeveelheid plastic afval die naar zee ging. De geschatte hoeveelheden plastic die sinds de jaren 50 in zee zijn beland waren veel groter dan de hoeveelheden die in zee werden waargenomen. Verreweg het meeste plastic leek te verdwijnen en wetenschappers vroegen zich af waar het blijft. Spoelt het aan op kusten? Zakt het naar de bodem nadat het in kleine stukjes uiteen is gevallen? Worden kleine stukjes opgegeten door zeedieren?

Onderzoekers van het Britse National Oceanography Centre schrijven deze week in Nature Communications dat ze de oplossing hebben gevonden. Ze vonden zoveel microplastics in de Atlantische Oceaan dat de totale hoeveelheid plastic volgens hen in evenwicht moet zijn met de schattingen over de ‘invoer’ in de oceaan. Of zelfs groter is. “Er is geen ontbrekende plasticvoorraad in de oceaan”, zegt onderzoeker Katsiaryna Pabortsava. “Wij zagen dat zich veel plastic onder het zeeoppervlak bevindt. Het lijkt erop dat zich veel meer plastic in de oceaan bevindt dan eerder werd gedacht. Eerdere schattingen van de plasticvervuiling schoten tekort.”

Met hun ‘verontrustende studie’ hebben de onderzoekers het raadsel van het ontbrekende plastic opgelost, bevestigt voormalig hoogleraar Hans van Weenen. “Microplastics blijken een substantiële bijdrage te leveren aan de last die de Atlantische Oceaan draagt. Plastics worden door fragmentatie steeds kleiner en zakken langzaam naar de bodem. Dat gebeurt kennelijk op grote schaal.” Daar komt bij dat veel bewust geproduceerde microplastics, zoals microbeads in cosmetica en verzorgingsartikelen, in zee terechtkomen. Plasticvervuiling blijkt niet alleen te worden aangevoerd vanaf land en via rivieren, maar ook door de lucht. Microplastics trekken schadelijke stoffen aan die samen met het plastic door zoöplankton en ander zeeleven kunnen worden opgenomen en mogelijk de menselijke voedselketen bereiken.

Het verschil met eerdere studies, zegt Pabortsava, is dat zij onderzoek deed op grotere diepte (tot 200 meter) en keek naar erg kleine deeltjes (tussen 30 en 650 micrometer – een micrometer is een miljoenste meter). De meeste onderzoeken richtten zich tot nu toe op het zeeoppervlak en op grotere stukken plastic. Pabortsava en haar collega Richard Lampitt namen een groot aantal watermonsters tijdens een oversteek van Engeland naar de Falkland-eilanden bij Argentinië. Ze keken naar drie veelgeproduceerde plastics: polyetheen, polypropeen en polystyreen.

Ze schatten dat de eerste laag van 200 meter onder het wateroppervlak van de Atlantische Oceaan tussen de 12 en 21 miljoen ton van deze drie polymeren in de vorm van microplastics bevat. “De grote hoeveelheden kleine plastic deeltjes die zich volgens ons in de bovenste 200 meter van de Atlantische Oceaan bevinden zijn onthutsend, omdat dit deel van de zee slechts 5,3 procent van de hele Atlantische Oceaan omvat en omdat 44 procent van andere soorten plastic en nanoplastics buiten beschouwing blijven”, schrijven de auteurs.

De hoeveelheid plastic afval die de afgelopen 65 jaar in de Atlantische Oceaan is gekomen schatten de onderzoekers tussen de 17 en 47 miljoen ton. De totale hoeveelheid plastic in deze oceaan moet volgens de auteurs minstens in dezelfde orde liggen en waarschijnlijk daarboven. “Onze bevindingen geven aan dat zowel de jaarlijkse toevoer van plastic als de hoeveelheid plastic aanwezig in zee veel groter is dan eerder is vastgesteld.”

Pabortsava onderstreept dat nog veel onbekend is. “Ons onderzoek laat zien hoe weinig we nog weten van het plastic. We hebben alleen naar deeltjes van een bepaalde omvang gekeken, niet naar de nog kleinere deeltjes, de nanoplastics. En we hebben niet gekeken naar 95 procent van de oceaan. Niemand heeft dat gedaan.” Van Weenen constateert hoe dan ook dat veel kleine deeltjes tot grote diepte in de oceaan zijn doorgedrongen. “Eigenlijk moet je tot de conclusie komen dat er geen sprake is van een plastic soep, maar van een plastic suspensie (een vaste stof verdeeld in een vloeistof, CS).”