Van geen werk naar dubbel werk: systeem maakt samenwerking lokale en nationale contact tracers onmogelijk

 ©  BART DEWAELE

Nadat de Vlaamse contactonderzoekers in het begin van hun opdracht met hun vingers zaten te draaien, doen ze nu dubbel werk. Sommige coronapatiënten worden opgebeld door Vlaamse én lokale contactonderzoekers, omdat samenwerking tussen beide systemen door technische problemen voorlopig onmogelijk is. “En die problemen zijn momenteel niet onze prioriteit.”

Hannes Heynderickx

Kortrijkse coronapatiënten zullen niet meer gecontacteerd worden door Vlaamse contactonderzoekers, schreef deze krant op 4 augustus. Dat was althans het akkoord dat Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) trots had voorgesteld. De lokale alternatieven Midwest en W13 kregen de felbevochten autonomie om zélf het contactonderzoek in hun streek in handen te nemen.

De plaatselijke speurneuzen zouden contactpersonen veel makkelijker kunnen losweken bij coronapatiënten, omdat ze de mensen én de streek beter kennen. Daarna geeft het lokale initiatief de verkregen lijst met contacten door aan de Vlaamse contactonderzoekers via een centraal platform. De contactpersonen worden vervolgens opgebeld door callcentermedewerkers met een code om zich te laten testen. Een potentieel geoliede samenwerking.

Maar de lokale alternatieven kunnen nog altijd niet inpluggen op dat centrale platform. Gegevens doorgeven is dus onmogelijk. Philippe De Coene (SP.A), voorzitter van W13, betreurt die gang van zaken. “Wij staan al een dikke maand klaar om mee te werken aan het contactonderzoek. Maar we kunnen nog steeds niet in de centrale databank. We zijn dan maar op eigen houtje van start gegaan, en zullen dat ook blijven doen.” Geen optimale samenwerking dus, waardoor patiënten in de streek rond Kortrijk nog steeds worden gebeld door zowel het lokale contactonderzoek als de Vlaamse opspoorders.

Nochtans had minister Beke erop gehamerd dat zo’n situatie uit den boze zou zijn. De lokale initiatieven en het centrale contactonderzoek zouden zo snel mogelijk op elkaar worden afgestemd, om vooral niet twee keer hetzelfde werk te verrichten. Een oplossing lijkt evenwel nog niet voor meteen. “Onze federale ICT-partner moet nog ingeschakeld worden”, zegt Joris Moonens, woordvoerder van Zorg en Gezondheid. “Zij staan in voor het centrale platform, en moeten aanpassingen doorvoeren om lokale initiatieven mee te laten draaien. Wanneer die aanpassingen klaar zullen zijn, kunnen we nog niet zeggen.”

Smals, het ICT-bedrijf dat het platform voor het contactonderzoek heeft ontworpen, bevestigt een bijkomende opdracht te hebben gekregen. “Maar we krijgen een constante stroom van vragen om dingen aan te passen”, zegt de woordvoerder. “De aanpassingen om lokale initiatieven mee te laten draaien in het centrale contactonderzoek staan momenteel niet bovenaan onze agenda. We kunnen in deze drukke periode niet anders dan prioriteiten stellen.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen