Slechts helft van de Belgen die terugkeren uit rode zone, laat zich testen: geldboetes én celstraffen mogelijk

Amper de helft van de Belgen die terugkeren uit een rode zone in het buitenland, laat zich testen op een besmetting met het coronavirus. Dat maakte ‘coronaminister’ Philippe De Backer (Open Vld) dinsdag bekend in de Kamercommissie Gezondheid.

Het is verplicht, maar lang niet iedereen doet het. Wanneer u terugkeert uit een rode zone, moet u verplicht een coronatest ondergaan en minstens negen dagen in thuisquarantaine gaan. Vlamingen zijn het meest plichtbewust, want ongeveer twee derde doet het zoals het hoort. In Wallonië en het Brussels Gewest gaat het om één op de twee inwoners. In de stad Brussel laat slechts één op de drie zich testen. ‘We weten niet goed waar die verschillen vandaan komen’, stelde De Backer.

Een positieve noot is wel dat minder dan 2 procent van de Belgen die terugkeerden, positief testte op Covid-19. In absolute aantallen gaat het om 182 Belgen die na een reisje besmet bleken. Op die manier dreigt een herhaling van het scenario in maart niet. Toen lagen terugkerende skiërs in grote mate aan de grondslag van de eerste coronagolf.

Zes maanden cel

Toch blijft waakzaamheid geboden, beseft ook minister De Backer. Hij wil ook de meteen de regels laten verstrengen. Volgens de krant De Tijd heeft de federale regering een akkoord met de deelstaten op zak om het regime van de hoogrisicocontacten uit te breiden. Dat zijn mensen die een lange periode nauw in contact geweest met besmette personen. Het gaat dan bijvoorbeeld om huisgenoten of werknemers die de afstandsregels niet kunnen respecteren.

Wie de regels rond de rode zone aan zijn laars lapt, loopt voortaan het risico om gesanctioneerd te worden. Op de niet-naleving staan geldboetes van 208 tot 4.000 euro én zelfs celstraffen van acht dagen tot zes maanden. Hier ligt ook een taak voor de contacttracing, stelt De Backer. ‘De callcenters moeten de betrokkenen die één of twee dagen na hun terugkeer nog geen test hebben laten afnemen, contacteren en vragen waarom ze dat nog niet gedaan hebben’, besluit hij.

Meer