Direct naar artikelinhoud
MigratiecrisisLesbos

Deze visser kreeg in 2016 een Nobelprijs-nominatie omdat hij bootvluchtelingen redde. Nu wil hij zijn eiland terug

De Griekse visser Stratos Valamios.Beeld Nicola Zolin

De Griekse visser Stratos Valamios werd in 2016 genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede, vanwege het redden van bootvluchtelingen. Nu demonstreert de visser op Lesbos samen met andere bewoners tegen de aanwezigheid van tienduizenden vluchtelingen en migranten. ‘Wij willen ons eiland terug.’

Als Stratos Valamios, een 43-jarige Griekse visser met een getatoeëerd anker op zijn rechterarm en een half aangestoken shaggy in zijn mondhoek, die heldere oktoberavond in 2015 niet uit varen was gegaan, die zinkende boot met 240 mensen aan boord niet had gezien, geen alarm had geslagen en niet eigenhandig mensen uit het water had gevist, dan was er die dag een zee van lijken aangespoeld in Skala Sikamineas. En als hij al die andere bootjes op die ontelbare andere ochtenden daarna niet had geholpen, wie weet hoeveel mensen er dan waren gestorven?

“Soms waren er nachten dat ik wel vijftig bootjes de oversteek zag maken”, zegt hij. Hij redde altijd eerst de kinderen – honderden in totaal – en kwam daarna terug voor hun ouders, als ze niet al verdronken waren. Want als je niet kunt zwemmen, zag Valamios met zijn eigen ogen, dan zink je als een steen.

Omdat Valamios naar eigen zeggen meer migranten uit de zee haalde dan vissen, groeide hij uit tot een internationale held. In 2016 werd hij zelfs genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede – hij stond symbool voor alle inwoners van Lesbos, die zich zo buitengewoon gastvrij hadden gedragen te midden van een humanitaire crisis. “In die periode heerste er een gevoel van welkom op het eiland” zegt Valamios. “Dat gevoel is nu weg.”

Want vijf jaar nadat er wel 7.000 migranten per dag waren aangekomen op Lesbos, ging Valamios samen met duizenden boze burgers de straat op en riep: “Wij willen ons eiland terug.” En: “sluit kamp Moria.”

Het 'kerkhof van de zwemvesten' op Lesbos, achtergelaten door de bootvluchtelingen die het eiland wisten te bereiken.Beeld Nicola Zolin

Kamp Moria

Er zullen weinig plekken in Europa zijn die in vijf jaar tijd zo veranderd zijn als Lesbos, een stukje Griekenland dat 2.000 jaar lang vooral bekend stond vanwege de lyrische gedichten van Sappho en de lokaal gestookte ouzo, maar sinds het uitbreken van de migratiecrisis opeens synoniem is geworden voor de hel.

Vooral na de zogenoemde Turkije-deal ging het bergafwaarts. Tot maart 2016 konden migranten relatief gemakkelijk van Turkije, via de Griekse eilanden Lesbos, Samos, Chios, Kos en Leros, doorreizen naar Noord-Europa. Maar nadat de Europese Unie met Turkije had afgesproken dat – in ruil voor 6 miljard euro – migranten voortaan in Turkije moesten blijven, ging de zeestraat op slot.

Door de toegenomen Turkse controles nam het aantal oversteken drastisch af. De migranten die al in Europa waren, zouden op de Griekse eilanden worden vastgehouden in afwachting van hun asielprocedure. Het plan leidde tot veel gejubel in Europa, maar voor eilanden als Lesbos pakte het dramatisch uit. Door een chronisch gebrek aan personeel duurde het soms jaren om vast te stellen of iemand recht had op asiel en omdat er ondertussen toch migranten tussen de controles door wisten te glippen (vorig jaar 60.000), werd het maand na maand drukker op de eilanden. Toen de coronacrisis uitbarstte, zaten er in totaal 42.000 migranten vast op de eilanden, terwijl er maar voor 6.200 mensen slaapplaatsen zijn.

Ihab Abassi en Caroline Willemen van Artsen zonder Grenzen op Lesbos.Beeld Zolin Nicola

Het gevolg: een totaal inhumane, onhoudbare situatie in de kampen, zegt coördinator Caroline Willemen van Artsen zonder Grenzen op Lesbos. “Ook al ben ik mij ervan bewust dat die termen aan inflatie onderhevig zijn.” Vanwege de gigantische drukte – je ruikt kamp Moria ver voordat je het ziet – heerst er op grote schaal schurft in het kamp, net als diarree. Er is gemiddeld één douche per zeshonderd inwoners, een aanzienlijk deel van de bewoners denkt serieus na over zelfmoord en omdat er in het grootste opvangkamp van de EU slechts drie door de overheid betaalde artsen werken, zijn de vele zieke migranten vooral aangewezen op hulporganisaties. 

Dat geldt ook voor de kinderen. Artsen zonder Grenzen alleen al behandelt gemiddeld 120 zieke kinderen per dag. Dat betekent dat er iedere dag weer een onophoudelijke rij staat voor de mobiele kliniek. Een rij van moeders met kinderen die gestopt zijn met praten, kinderen die gestopt zijn met slapen, kinderen van 10 die weer in hun bed zijn gaan plassen.

Omdat het bovendien lastig is het kamp te verlaten in verband met het coronavirus (in heel Griekenland is de lockdown opgeheven, behalve in de vluchtelingenkampen) neemt ook de agressie zienderogen toe, zegt Willemen. “We zien iedere dag geweld. Vannacht nog waren er diverse steekpartijen.”

Deng uit Zuid-Soedan werkt met vier andere migranten op de kleine boerderij van Nikos Katsouris en zijn vrouw Katerina op Lesbos. Sinds het begin van de migrantencrisis probeert de familie Katsouris zo de aangekomen vluchtelingen te helpen, op het eiland wordt hun initiatief niet altijd gewaardeerd.Beeld Nicola Zolin

De angst voor de Ali Baba’s

“Ik slaap overdag want ’s nachts ben ik te bang voor de Ali Baba’s”, zegt de 24-jarige Syriër Achmed Alajil, die een zelfgebouwd krotje deelt aan de rand van Moria. “Daar beneden kon je ’s avonds al niet meer komen omdat er te veel Ali Baba’s zijn, maar nu trekken ze ’s nachts ook door dit gedeelte. Kijk, zie je hier?” Hij wijst naar de zijkant van zijn hut waar het doek bijna volledig is opgesneden. “Twee nachten geleden werd ik wakker omdat er opeens een Ali Baba binnen stond met zo’n mes. Hij heeft mijn telefoon gepakt.”

Ali Baba is de in Moria gebruikte term voor de hoofdzakelijk Afghaanse bendes die in steeds groteren getale het kamp onveilig maken. Ze stelen geld en telefoons van vluchtelingen en trekken geregeld de omliggende dorpen in om ook daar geld en voedsel te roven.

Bijvoorbeeld de schapenmaag die de 25-jarige Marie-France Ndayenge uit Congo nu aan het schoonmaken is. Ze kocht hem vanochtend van een Afghaan die zei dat hij het schaap dood gevonden had. Om de maag schoon te maken gebruikt ze dezelfde emmer die ’s nachts dienst doet als wc. Ze deelt een containerwoning met negen andere alleenstaande vrouwen en vanwege een rits slechte ervaringen met de Ali Baba’s durft geen enkele vrouw na negen uur ’s avonds naar het toiletgebouw te lopen. Ndayenge gebruikt de emmer en sommige anderen slapen met luiers aan.

Burgers protesteren tegen de jarenlange aanwezigheid van de duizenden migranten op hun eiland en de mogelijke komst van een tweede opvangkamp.Beeld Nicola Zolin

Lesbos, het vergeten slachtoffer 

“Tuurlijk, zij zijn de eerste slachtoffers van deze ellende”, zegt visser Valamios. “Laat dat duidelijk zijn. Maar vergis je niet: er is inmiddels ook een tweede groep slachtoffers bij gekomen. Namelijk wijzelf.” Want ook voor de Griekse bewoners van Lesbos werd het leven de afgelopen jaren steeds zwaarder. Door de continue stroom aan beelden over aanspoelende migranten is het toerisme met ruim de helft gekrompen, 21 van de 30 chartermaatschappijen als Transavia hebben hun rechtstreekse vluchten geschrapt.

Bovendien hebben directe omwonenden van Moria veel last van migranten die olijfbomen kappen om vuurtjes te stoken, dieren stelen voor hun vlees, afval dumpen op de toegangsweg, zich wassen op het toeristische strand, ’s nachts drinken, schreeuwen, vechten.

Dat is maar deels de schuld van de migranten zelf, zegt Valamios. Als je mensen maar lang genoeg als beesten behandelt, gaan ze zich vanzelf als beesten gedragen. “Als je 15.000 Grieken in deze omstandigheden zet, zouden ze het kamp binnen twee weken afbranden”, zegt hij. “De daadwerkelijke schuld ligt niet bij de bewoners, maar bij diegenen die van een internationaal probleem een Grieks probleem hebben gemaakt. Ze hebben alle problemen hier op Lesbos geparkeerd en kijken de andere kant op.”

Een bus met migranten wordt door inwoners de weg versperd.Beeld Nicola Zolin Nicola

Gebroken beloften

Hoewel de vorige zomer aangetreden rechts-conservatieve premier Kyriakos Mitsotakis, die de verkiezingen won omdat hij zei harder op te treden tegen de migratiestroom, meermaals beterschap beloofde (hij voerde een veel strengere asielwet in en zei een 2,7 kilometer lange, drijvende dam tussen Turkije en Lesbos te installeren) ging het eind februari toch weer mis. Toen de Turkse president  Recep Tayyip Erdogan dreigde de ‘poort te openen’ omdat hij alsnog ontevreden was over het gebrek aan Europese steun bij zijn vluchtelingenprobleem, stonden opeens weer honderdduizenden migranten klaar om de oversteek naar Griekenland te maken.

De Griekse woede jegens de EU nam vervolgens verder toe toen vlak daarna de coronacrisis uitbrak en de EU haar lidstaten opriep in ieder geval een aantal van de plusminus 5.500 alleenreizende minderjarigen in Griekenland over te nemen. Sommige landen gaven gehoor, maar de meeste deden niets. 

Kleoniki Chronis, voorzitter van de bewonersvereniging van het dorp Moria, spreekt de betogers toe.Beeld Nicola Zolin

“Dit is een Europees probleem”, zegt  een boze Kleoniki Chronis, voorzitter van de bewonersvereniging van het dorp Moria. Het kamp dat de naam van hun dorp voor eeuwig verwoestte, bestaat immers al vijf jaar en al vijf jaar lang noemen hulpverleners de situatie onacceptabel en mensonterend. 

En het geld dan, dat Nederland naar Griekenland overmaakte om binnenkort een mobiel hospitaal te bouwen met daarin 62 bedden?

Dat geld is juist een van de redenen dat Chronis, samen met ongeveer driehonderd andere betogers gehuld in zwarte T-shirts en zwaaiend met zwarte vlaggen, vandaag de straten rondom het kamp blokkeren. “Wij willen geen geld, wij willen ons vaderland terug”, scanderen ze. Volgens de betogers kun je het Nederlandse geld nog het best vergelijken met een aflaat in de middeleeuwse katholieke kerk: het geld is bedoeld om het eigen geweten te sussen, maar zal uiteindelijk niemand weghouden uit de hel.

“Hé jij daar’, zegt een man in een zwart T-shirt die opeens voor de overduidelijk niet-Griekse journalist komt staan. “Je hoort toch niet bij een ngo, hè? Want als dat zo is, dan slaan we je bont en blauw.”

“Ik ben journalist.”

“Ja, ja. Pas maar op jij.”

Hulpverleners bedreigd

Want ook dat veranderde de afgelopen jaren op Lesbos: de houding tegenover hulporganisaties, die eerst nog met open armen werden ontvangen, maar volgens veel lokale bewoners de crisis verergeren doordat zij een zogenoemde pullfactor vormen voor migranten. Na de demonstraties van maart vertrokken verschillende hulporganisaties van het eiland omdat hun medewerkers werden bedreigd of zelfs aangevallen. “Ook wij hebben onze kliniek bij Moria drie dagen moeten sluiten omdat het niet veilig was er heen te rijden”, zegt Willemen van Artsen zonder Grenzen.

Migranten zoeken hun weg in de straten van Mitilini op Lesbos.Beeld Nicola Zolin

Zelfs een man als Nikos Koveou, een lokale visser en restauranthouder die vijf jaar geleden maaltijden begon uit te delen aan migranten en daar nooit meer mee ophield, moet tegenwoordig over zijn schouder kijken. Door zijn hulp aan asielzoekers verloor hij zijn klandizie. “Klanten die ik al twintig jaar ken, gaan nu naar de visboer verderop, omdat ze vinden dat ik het migratieprobleem in stand houd”, zegt hij. Op Facebook ontvangt hij bovendien dagelijks bedreigingen en een aantal weken geleden werd zijn auto volledig vernield.

“En toch zal ik doorgaan met helpen. Dat zit nu eenmaal in mij.” Maar ondertussen vraagt hij zich wel steeds vaker af op wat voor catastrofe we eigenlijk wachten met zijn allen? Hoeveel liter pis moet er per dag langs het kapotte koepeltentje van de 16-jarige Fatima Ali Beik druppen voordat haar inhumane situatie inhumaan genoeg is en landen als Nederland wel bereid zijn haar over te vliegen? Hoelang moeten de vriendinnen van Marie France Ndayenge nog met een luier slapen voordat hun situatie voldoende mensonterend is? En hoeveel traangas moet de oproerpolitie nog inzetten tegen zowel protesterende migranten als protesterende Grieken voordat dit onacceptabele leven echt onacceptabel is? Voordat Europa een andere oplossing vindt voor het vluchtelingenprobleem dan kamp Moria op Lesbos?

Stratis Valamios won de Nobelprijs voor de Vrede uiteindelijk niet. “En daar ben ik blij om”, zegt hij. “Want stel je voor dat ze mij hadden overladen met lof omdat ik al die mensen heb geholpen, en dat jaren later blijkt dat die mensen hier nog steeds op het eiland zitten, onder deze omstandigheden. Dat zou toch heel gek zijn geweest?”

Vanochtend stond er de titel ‘Deze visser kreeg in 2016 een Nobelprijs-nominatie omdat hij bootvluchtelingen redde. Nu betoogt hij tégen migranten’ boven dit stuk. Deze titel was echter geen goede weerspiegeling van de inhoud van het stuk. Daarom heeft de redactie beslist de titel aan te passen.