Direct naar artikelinhoud
ReportagePortugal

Zo overleeft Lissabon: ‘Een stad zonder mensen, zonder leven, zonder charme’

Fadozanger Carlos Leitão: ‘Toen we weer openden, voelde ik verdriet, frustratie en boosheid om wat ons was overkomen, maar ook weer hoop. Een nieuw begin.’Beeld Marlies van Leeuwen

In de smalle straatjes van de Portugese volkswijk Alfama in Lissabon schalt normaal gesproken de fadomuziek uit een van de vele casas de fado. Nu er deze zomer nauwelijks toeristen zijn, is maar een handvol van die restaurants geopend. ‘Lissabon is nu een stad zonder mensen, zonder leven, zonder charme. Maar we laten ons niet stoppen.’

Fadozanger Carlos Leitão (40) doet zijn ogen dicht en haalt uit. Luid applaus volgt. Hij glimlacht. Zijn musici vermoedelijk ook, al is de onderkant van hun gelaat aan het zicht onttrokken door de zwarte mondkapjes die ze verplicht dragen. Desondanks laat de muziek corona even ver weg voelen, de handpompjes met desinfectiemiddel en de plastic zakjes om de mondmaskers op te bergen ten spijt.

Het was een goede avond, zal Leitão later zeggen. Hij is een bekende verschijning in Portugal en daarbuiten, en treedt naast zijn eigen shows al tien jaar op in Clube de Fado. Daar krijgen bezoekers tijdens het diner korte optredens voorgeschoteld van artiesten die het Portugese levenslied vertolken. In de ontvangsthal toont een eregalerij de beroemde bezoekers: van voetballers als Cristiano Ronaldo en Eusébio tot filmmaker Woody Allen en Virgin-baas Richard Branson. 

Op de foto’s staan opgewekte mensen schouder aan schouder, maar nu is er van drukte geen sprake. Waar het er op een normale zomeravond levendig aan toe gaat in volkswijk Alfama in Lissabon, zijn de straten nu vrijwel leeg. Lang niet alle cafés, restaurants en casas de fado zijn open. Niet gek, want de eerste weken na de lockdown tussen half maart en eind mei, kon Clube de Fado rekenen op slechts drie, vier, hooguit tien bezoekers op een avond. Leitão besloot er maar het beste van te maken, voor de mensen die wel waren gekomen. “Ik voelde verdriet, frustratie en boosheid om wat ons was overkomen, maar ook weer hoop. Een nieuw begin.” Eigenlijk het levenslied in een notendop, merkt de zanger op.

Yola Dinis zingt in de Clube de Fado.Beeld Marlies van Leeuwen

Veilig en vertrouwen

En kijk nu, sinds een week of twee zit de tent op weekendavonden zo goed als vol. “Al is ‘vol’ heel anders dan voorheen. We hebben een capaciteit van tachtig tot negentig stoelen, maar we mogen nu maximaal veertig mensen ontvangen vanwege de afstandsregels”, legt de zanger uit. In de loop van de avond schuiven er steeds meer mensen aan tafels die kort ervoor nog zijn ontsmet door de obers. Flessen wijn worden ontkurkt, maar een romantisch kaarsje blijft uit: alleen het ‘hoogst noodzakelijke’ komt op tafel, in verband met de hygiëne. Het helpt, denkt Leitão. “Mensen waren bang, maar ze krijgen steeds meer vertrouwen. Ik vertrouw jou, jij vertrouwt mij. Zo blijven we veilig.”

Hij prijst het management van de club, dat ze het aandurfden om weer de deuren te openen terwijl de straten van Lissabon nog uitgestorven zijn. “Dan moet je ballen hebben, hoor”, zegt Leitão. Nuno Fernandes, algemeen manager van de Fado & Food Group waar naast Clube de Fado nog drie fadorestaurants bij horen, haalt zijn schouders op. “Ja, het is in Lissabon zoals het was eind jaren 80, begin jaren 90. Een stad zonder mensen, zonder leven, zonder charme. Maar gelukkig zijn we er nog en zijn we gezond. Dat was ook het statement dat we wilden maken met de heropening. Fado is alive.”

Sinds een week of twee zit de Clube de Fado op weekendavonden zo goed als vol. ‘Al is ‘vol’ heel anders dan voorheen. We hebben een capaciteit van tachtig tot negentig stoelen, maar we mogen nu maximaal veertig mensen ontvangen.’Beeld Hugo David

Fadohuizen

Van de vier restaurants die hij runt, is Clube de Fado wel de enige die weer is geopend. Een flink deel van het personeel, dat in totaal uit zo’n honderd man bestaat – bediening, keuken, schoonmakers, musici, administratie – zit noodgedwongen thuis. Half juni leek het er even op dat Portugal een economisch gezien mooie zomer tegemoet zou gaan mét toeristen, maar door een stijging van het aantal gevallen in de regio Lissabon werden vakantiereizen naar de Portugese hoofdstad door verschillende landen, waaronder België, ontraden. Spanjaarden komen wel, Fransen ook, maar met name de Noord-Europese toeristen laten zich nauwelijks zien. 

Fernandes besloot Clube de Fado te openen, zijn beste restaurant, dat ook nog een beetje mikt op de rijkere Portugees die wellicht wel in is voor een uitje in eigen land. “Maar we zijn vooral afhankelijk van toeristen, Portugezen komen haast niet naar de fadohuizen. Het is daarom economisch niet haalbaar om de andere drie nu te openen”, verklaart Fernandes.

Fadohuizen
Beeld Hugo David

Lichtpuntje

“Ik houd me vast aan kleine successen. Het is een lichtpuntje dat we een volle zaal hebben, hoewel we bij zo’n aantal nog niet eens quitte spelen. Let wel, normaal draaien we vier restaurants die avond aan avond bij elkaar honderden bezoekers trekken. Zelfs met de staatssteun die we krijgen, leveren we nog iedere maand geld in. Ik wil geen cijfers noemen, maar we zijn maandelijks aan sociale zekerheid al meer kwijt dan we aan steun ontvangen. De steun die je hier kunt krijgen, is niet zo groot als in andere landen. Als dit nog lang duurt, komt er een moment dat we onze deuren definitief moeten sluiten. Daar ben ik bang voor, maar ik leef liever van dag tot dag.”

Hij wil strijdbaar blijven. Is het niet voor zichzelf, dan wel voor zijn thuiszittende medewerkers, die hij via Zoom-vergaderingen geregeld moed inspreekt. “Twee van onze restaurants, Café Luso en Adega Machado, waar moeder aller fadista’s Amália Rodrigues ooit optrad, zijn nog dicht. Ze hebben beide een geschiedenis van meer dan honderd jaar. Ze hebben oorlogen overleefd, de revolutie, allerlei drama’s. Covid gaat ons niet stoppen, toch?”, zegt Fernandes hoopvol. 

Leitão: “Mijn grootvader zei tijdens de financiële crisis van tien jaar geleden: ‘Hoe diep je ook in de shit zit, weet dat er altijd nog mensen zijn die nog meer problemen hebben. Wees niet arrogant, leef!’ Hij was een wijs man. Ik wil niet thuiszitten en elke dag een beetje sterven. Ik wil leven. We moeten leven.”

Manager Nuno Fernandes: ‘Onze restaurants hebben oorlogen overleefd, de revolutie, allerlei drama’s. Covid gaat ons niet stoppen, toch?’Beeld Marlies van Leeuwen

- De Portugese economie kwam met een harde klap tot stilstand door de lockdown die half maart werd afgekondigd. In het tweede kwartaal kromp de economie in het Zuid-Europese land met 13,9 procent. Over het hele jaar wordt een krimp van 7 tot 9,5 procent verwacht.

- De werkloosheid steeg van 6,7 procent begin dit jaar naar 7 procent. Een kleine stijging, maar met de belangrijke aantekening daarbij dat veel mensen nu niet durven te zoeken naar een baan en daardoor niet in de statistieken te vinden zijn. Verwacht wordt dat aan het eind van het jaar dit percentage oploopt naar 9,6 procent. In de Algarve, de meest toeristische regio, steeg het aantal werkzoekenden in juni met 231 procent tot 26.000 mensen.

- De toerismesector, goed voor zo’n 15 procent van het bruto binnenlands product, heeft flink te lijden onder de crisis. In juni waren er 81,7 procent minder toeristen en werden er 85,1 procent minder overnachtingen geboekt.

- Een van de belangrijkste maatregelen is de ‘lay off’, waarbij een werknemer tijdelijk niet werkt met doorbetaling van zijn loon. 70 procent wordt betaald door de overheid, 30 procent is voor rekening van de werkgever. Zelfstandige ondernemers die substantieel minder werk hebben, krijgen een vergoeding van 438,81 euro per maand.