Direct naar artikelinhoud
Het coronavirus muteert. Komt daardoor de  ontwikkeling van een vaccin in gevaar?
AnalyseCoronavirus

Het coronavirus muteert. Komt daardoor de ontwikkeling van een vaccin in gevaar?

Beeld Getty Images/Image Source

Bijna wekelijks constateren onderzoekers dat het nieuwe coronavirus muteert. Zit er een gedaanteverwisseling bij waarmee het virus zich straks niets aantrekt van vaccin of medicatie?

Hoeveel gedaanten heeft het nieuwe coronavirus eigenlijk? Heel wat, afgaande op de onderzoeksberichten van de afgelopen maand. Zo meldde de Zuid-Koreaanse tegenhanger van Sciensano deze maand “drie nieuw gemuteerde” varianten van het virus. En een Italiaanse analyse onthulde eind juli dat sinds het begin van de pandemie zes virusstammen over de wereld rondgaan. Daarom dringt zich de vraag op: zit er een gedaanteverwisseling bij waarmee het virus zich straks niets aantrekt van vaccin of medicatie?

Zo’n vaart loopt het vooralsnog niet, denkt virologiehoogleraar Eric Snijder van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). “Je kunt wel zeggen: er zijn twee, drie of zes stammen, maar het is maar hoe je het bekijkt. Uiteindelijk zien we gewoon dat meer dan 99,9 procent van alle genetische virusopmaak sinds het begin van de uitbraak hetzelfde is gebleven. Maar dit virus ligt onder een vergrootglas, dus elke verandering lijkt ineens nieuws.”

Dát het coronavirus continu muteert, is doodnormaal, zegt Snijder. Telkens als het virus een mens infecteert, maakt het miljoenen keren kopieerfoutjes. Niemand weet wat die mutaties allemaal doen, al zullen de meeste niet veel uitmaken, zegt Snijder. “Je zou kunnen zeggen: eerst was er een lichtgrijze Volkswagen Golf en nu zie je ineens veel meer donkergrijze en een paar andere kleuren. Maar het blijft hetzelfde type Volkswagen Golf. Dit is in essentie hetzelfde virus als in het begin.”

Pootjes

In theorie is het wel mogelijk dat het coronavirus zo muteert dat vaccinfabrikanten terug naar de tekentafel moeten. Dat zou gebeuren als de schil rondom het virus wezenlijk verandert, want dat is het contactpunt op basis waarvan vaccins werken. De angst voor zo’n schilmutatie kreeg eerder dit jaar veel aandacht, toen Bette Korber van het Amerikaanse Los Alamos National Laboratory constateerde dat de van de schil uitstekende ‘pootjes’ een mutatie hadden ondergaan: één van de 1.200 moleculaire bouwstenen van het staafje is nu wereldwijd anders.

Korber waarschuwde dat deze mutatie de vaccinontwikkeling terug naar nul zou kunnen zetten, maar die gedachte bleek voorbarig: ook de nieuwe variant wekt bij mensen nog steeds dezelfde afweerrespons op, aldus andere onderzoekers in een reactie in het wetenschappelijk tijdschrift Cell.

Coronavirussen kennende treedt zo’n probleemmutatie niet zo snel op. Neem een neef van covid-19-virus, het beruchte mers-virus, zegt Snijder. Dat is erg dodelijk, maar nauwelijks besmettelijk voor mensen. Virologen zijn volgens Snijder al jaren bang dat mers een mutatie krijgt waardoor het plots besmettelijker wordt. Alleen: die mutatie komt maar niet. “We wachten al sinds 2012. Het lijkt erop dat zo’n virus toch eerst de lotto moet winnen.”

Ook Lia van der Hoek, die aan Amsterdam UMC coronaverkoudheidsvirussen bestudeert, ziet niet zo gauw lastige mutaties ontstaan. “Coronavirussen dragen we al honderden jaren bij ons, en we hebben niet vaak een mutatie gezien die plotseling problemen veroorzaakt.” Alleen van mutaties die het virus helpen zich beter te verspreiden valt volgens Van der Hoek te verwachten dat ze makkelijker een voet aan de grond krijgen – logisch, want daarvan zullen vaker meer kopieën rondgaan. In theorie zouden dat de mildste varianten zijn: des te minder ziekmakend een virus is, des te meer mensen ermee rondlopen en het verspreiden.

Knutselen

Snijder voorziet wel een situatie waarin vaccin-ontwijkende mutaties iets meer kans hebben: als er veel meer mensen immuun zijn geworden. Dat kan doordat ze al geïnfecteerd zijn geweest, of gevaccineerd zijn. Dan is het logisch dat een virus dat per toeval deze afweer omzeilt, een voordeel heeft en zich weer sneller gaat verspreiden.

Heeft het virus eenmaal zo’n ander jasje aan, dan kost het fabrikanten van bepaalde vaccins zeker enkele maanden om daar rekening mee te houden, laten betrokkenen weten. Denk aan het ‘Oxfordvaccin’. In feite is dat een apenverkoudheidsvirus waarin wetenschappers met veel moeite een genetische code voor de huidige coronauitsteeksels hebben geknutseld. Dat inbouwen en opschalen zou opnieuw moeten gebeuren en het kost meerdere maanden, laat het Oxford-vaccinatieteam weten. Zo’n periode geldt ook voor het Leidse vaccin van farmaceut Janssen, bevestigt directeur Hanneke Schuitemaker, hoofd vaccinontwikkeling bij Janssen en hoogleraar virologie bij Amsterdam UMC.

Sneller ombouwen kán wel. Bijvoorbeeld met de spiksplinternieuwe rna-vaccins, waarvan die van het Amerikaanse bedrijf Moderna het bekendst is. Dat vaccin is geen ingewikkeld in elkaar geknutseld zwak virus, maar een klein pakketje met daarin genetische instructies voor de lichaamscellen om de virusuitsteeksels aan te maken en zo een afweerreactie aan te leren. Binnen een handomdraai herschrijven fabrikanten zo’n receptbriefje voor een nieuw rna-vaccin, zegt Snijder.

Welke mutaties sars-cov-2 voor vaccinmakers in petto heeft, valt lastig te voorspellen. Hoewel wetenschappers wel in laboratoria kijken naar wat het virus allemaal in kweekcellen kan uitspoken, zeggen Snijder en Van der Hoek, vangt zulk onderzoek slechts een flard van de scenario’s die zich nu afspelen in de lichamen van miljoenen geïnfecteerde mensen. Zulk labonderzoek zal daardoor bijna altijd vaker achter- dan voorlopen op de werkelijkheid.

Maar naast vaccins zijn er ook nog virusremmers – en daarvan verwacht Snijder dat ze minder hinder van mutaties ondervinden. “Virusremmers grijpen vaak in op een functie die het virus écht nodig heeft om zich te kopiëren”, zegt hij. “De kans dat het virus zich daar muteert zonder er zelf last van te ondervinden is relatief klein. En die kans wordt nog kleiner als je meerdere virusremmers in combinatie gaat gebruiken.”

Zes coronavirusvertakkingen

Ook al is er maar één pandemie van één soort coronavirus, de ziekteverwekker heeft zich desondanks vertakt in zes richtingen. Dat schrijven onderzoekers van de universiteit van Bologna in het blad Frontiers in Microbiology die de genetische code van ruim 48.000 afzonderlijk verzamelde virusinfecties wereldwijd ontrafelden en rangschikten. De pandemie begon in december 2019 met één variant in Wuhan, die ze de L-variant noemen. Kort na de jaarwisseling splitsten de varianten, S, V en G af. Die laatste heeft nog wat zusjes gekregen: GH en GR, die nu driekwart van de besmettingen veroorzaken. In Italië kwam tijdens de lockdown GR veel voor, terwijl variant GH zich vooral ophield in Frankrijk en Duitsland; dat betekent dat er tijdens de maatregelen weinig kruisbesmettingen meer tussen de landen plaatsvonden en het beleid dus enigszins werkte, schrijven de Italianen.