De Big Jump vestigt elk jaar in juli de aandacht op waterkwaliteit en zwemmen in open water.

Meer zwemmen in open water: is het Zwitserse model de oplossing voor Vlaanderen?

In veel andere landen is het geen probleem, maar in Vlaanderen is het in de praktijk overal verboden, tenzij anders aangeduid: zwemmen in open water is hier niet evident, of we moeten er een eind voor omrijden. Hoe komt dat, en wat kan eraan gedaan worden? "De Vlaamse regelgeving blijft een groot struikelblok". Misschien is het Zwitserse model wel iets voor ons: dat model is vrijer, maakt zwemmers tegelijk meer bewust van risico's en bouwt regels in. 

We hebben best wel wat plaatsen in Vlaanderen om te gaan zwemmen, zo blijkt uit de officiële lijst, maar voor velen mag het nog ietsje meer zijn. Deze zomer zochten, net als de vorige zomer(s), opnieuw veel mensen verkoeling met een zwempartijtje in een rivier of een kanaal in de buurt. Daar riskeerden ze evenwel een GAS-boete, en het is, als de plek slecht gekozen is, zeker niet ongevaarlijk. Want zwemmen in open water houdt nu eenmaal meer risico's in dan zwemmen in een zwembad. 

Paul Steinbrück van het burgerplatform Pool is Cool dat ijvert voor meer zwemopties in Brussel noemt de opties in Vlaanderen "extreem beperkt" als we kijken naar het buitenland, en dan vooral naar Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland en de Scandinavische landen - in Frankrijk en Groot-Brittannië is het verhaal al genuanceerder. 

In bevaarbare waterlopen zwemmen is in België bij wet verboden, maar daarbuiten blijven er potentieel heel wat plaatsen over, en zijn er dus mogelijkheden. Krijgen we binnenkort meer "officiële" plaatsen om in open water te zwemmen, of niet? En waar knelt het schoentje precies? 

Bekijk hier de reportage van "Het Journaal":

Videospeler inladen...

Wat is er nodig?

Steden en gemeenten (of particulieren) kunnen nieuwe zwemzones in onbevaarbare rivieren of waterlopen, of in kreken of plassen creëren: ze moeten daarvoor een aanvraag indienen bij gemeente of provincie, waarbij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) dan een openbaar onderzoek uitvoert en de waterkwaliteit opvolgt. 

Gemeenten die een nieuwe zwemplek willen creëren, moeten wel rekening houden met een hele set regels: 

  • zwemmers moeten veilig in en uit het water raken, bv met een laddertje met ponton.
  • de plaats zelf moet veilig zijn: er mogen geen gevaarlijke stromingen zijn, geen ijskoude onderlagen (zoals bijvoorbeeld in diepe grindputten), en er mogen geen scherpe voorwerpen aanwezig zijn onder de waterspiegel waar zwemmers zich aan zouden kunnen blesseren, zoals gedumpte fietsen.
  • de nieuwe locatie moet worden uitgebaat, zodat er redders aanwezig zijn en de veiligheid gewaarborgd blijft. Die uitbater kan een privépersoon, of de gemeente: in dat laatste geval komt de vergunning van de provincie. 
  • de waterkwaliteit moet voldoende goed zijn. Daarvoor moet regelmatig getest worden, want de waterkwaliteit kan variëren tijdens een seizoen en er kan bv. blauwalg ontstaan.
  • het moet ecologisch verantwoord zijn: een nieuwe zwemzone komt er beter niet in een ecologisch waardevol gebied, zoals een broedgebied voor watervogels of beschermd natuurgebied.

Het moet veilig kunnen, de waterkwaliteit moet goed zijn en het moet worden uitgebaat

Waar ligt het probleem?

Maar elk jaar krijgt de VMM heel weinig aanvragen binnen, zegt woordvoerster Katrien Smet. Het schoentje knelt vooral bij het feit dat zo'n plek uitgebaat moet worden, en er bijvoorbeeld bewaking moet zijn. "Als iemand een goed voorstel heeft en het kan uitbaten, zijn zij zeer welkom." 

De uitbating en het inzetten van redders vraagt vaak heel wat organisatie en een grote investering. Zeker bij gemeenten met een kleiner budget kan dit een probleem vormen. Er is nu eenmaal het aansprakelijkheidsprincipe: als er een ongeluk zou gebeuren, is de uitbater verantwoordelijk. Gemeenten willen zo'n risico uiteraard niet zomaar nemen. 

"De uitbatingsplicht/aansprakelijkheid is een van de hoofdredenen waarop het hier zo moeilijk lukt", bevestigt Paul Steinbrück van Pool is Cool. Hannes Cosyns van de Gentse vzw Yaku noemt de wetgeving bij ons "een groot probleem". Hij verwijst o.a. naar het feit dat alle bevaarbare waterlopen sowieso niet in aanmerking komen. De focus ligt hier vooral op de scheepvaart nu, terwijl de bevolking ook recht heeft op een deel van de koek wat waterlopen betreft. Het is niet makkelijk om die situatie te veranderen, zegt hij: "Wetgeving is de grootste struikelblok voor meer zwemwater." (lees door onder de foto: wat kan een oplossing zijn?)

Officieel is het verboden om te zwemmen aan het strand van Sint-Anneke op de Antwerpse Linkeroever. (archieffoto)

De wetgeving aanpassen?

In theorie blijven er heel wat opties, los van de bevaarbare waterlopen. De waterkwaliteit blijkt op veel plaatsen oké, maar de regels omtrent bijvoorbeeld de uitbating vormen een obstakel. 

Zou het een oplossing kunnen zijn om een zwemzone in te richten die voldoet aan bovengenoemde eisen qua veiligheid, ecologie en waterkwaliteit, maar het grote struikelpunt, de uitbating en de aansprakelijkheid, achterwege te laten? Er zou dan een groot bord kunnen worden geplaatst dat zegt "zwemmen op eigen risico".

Maar dat kan niet, door de huidige regelgeving. Katrien Smet verduidelijkt: "Zwemmen is een VLAREM-plichtige activiteit. Er moet dus een melding gebeuren om een vergunning te krijgen en aanvragers moeten dan aan de voorwaarden voldoen." En daar hoort dus ook de uitbating bij. 

Graag de wetgeving aanpassen, zodat we van het water kunnen genieten zoals in de ons omringende landen

Intussen blijven sommigen dromen van een andere situatie, waarbij een goede zwemplek wordt afgebakend, de zwemmers goed worden geïnformeerd, en vervolgens iedereen op eigen risico kan gaan zwemmen, zonder limieten van toegangstijden, entreegelden of andere. Het begint allemaal bij onszelf, bij een goede (zwem)basis en een goede kennis van de potentiële gevaren, benadrukken ze. 

Yaku vzw, die zich inzet voor meer zwemwater, vat het als volgt samen: "Zwemmen in open water is niet zonder risico, net zoals rijden met de fiets op straat ook heel wat risico’s inhoudt. Als we (opnieuw) leren hoe om te gaan met het water, hoeft dit geen probleem te zijn en kunnen we lekker van het water genieten, net zoals in de ons omringende landen!" 

Om er dan aan toe te voegen: "En ondertussen graag ook nog even de wet aanpassen zodat we o.a. niet overal een redder nodig hebben." Hannes Cosyns van Yaku: "Het is ook belangrijk dat we er van kleinsaf mee leren omgaan." (lees door onder de foto: archieffoto van het zwemevenement in de Rijn, in Basel)

Als we leren hoe om te gaan met water, hoeft zwemmen in open water geen probleem te zijn

1997 AP

Is het Zwitserse model veiliger?

Ook Paul Steinbrück hoopt dat de regelgeving hier aangepast kan worden. Hij verwijst naar het Zwitserse model: je kan in Bazel bijvoorbeeld zelfs zwemmen in de Rijn (waar er scheepvaart is), maar in Zwitserland werkt het anders: de overheid heeft er informatieplicht, en als die vervuld is, is het aan het individu om te beslissen wat te doen. Die personen dragen dan ook zelf het risico.

De overheid voorziet de infrastructuur om het veilig te houden, zoals bijvoorbeeld trapjes om makkelijk in en uit het water te raken, en geeft ook detailinfo over de waterstand en de stroming, en dus de mogelijke risico's. "Wat je ziet is dat mensen daar verstandig mee omspringen, en dat gezinnen in functie van die info evengoed nog naar het zwembad zullen gaan, terwijl andere zwemmers hun ding kunnen doen in de Rijn."

Hannes Cosyns werkt in Zwitserland en bevestigt: "In de grote meren daar kan je op heel wat plaatsen zwemmen, zowel bewaakt als onbewaakt. Op plaatsen waar je onbewaakt mag zwemmen, moet je wel regels volgen, zo mag je in bepaalde zones maar 100 meter ver gaan, en dus niet overzwemmen. Er zijn ook vaak faciliteiten voorzien zoals een kleedcabine." Het één sluit het ander niet uit, zegt Cosyns: het is niet omdat we het Zwitserse model overnemen, dat er nergens bewaking meer zou zijn. 

Zwitserland geeft detailinfo over de risico's

Het zou een heel goede zaak zijn als Vlaanderen zijn wetgeving zou aanpassen, maar dat niet alleen, zegt Steinbrück: "Steden en gemeenten moeten meer financiële middelen krijgen om die infrastructuur te voorzien, en er moeten middelen komen om die informatie te brengen."

Het Zwitserse systeem zou uiteindelijk veiliger zijn dan het onze, is de redenering. Immers, hier is het bijna overal verboden, maar gebeurt het in de praktijk toch, wat gevaarlijke situaties veroorzaakt als mensen "lukraak" gaan zwemmen.

Een verzameling veilig bevonden plaatsen aanbieden kan helpen, in combinatie met goede informatie over de risico's. Voorts moet er meer 'wateropvoeding' komen in Vlaanderen want jong geleerd is oud gedaan, besluit Steinbrück. 

Er beweegt iets: Vlaamse steden doen de oefening

Dat steden en gemeenten ermee bezig zijn, bewijst ook het voorbeeld van Dendermonde. De stad wilde deze zomer beginnen met een zwemzone aan het Sas in de Dender, tot corona er een stokje voor stak. Maar los van corona was het project wel rond. Schepen van Sport en Recreatie Nele Cleemput geeft wel toe dat de kostprijs niet te onderschatten valt, al heeft een gemeente die voor een deel zelf wel in de hand. "Het zou zeker een voltreffer geweest zijn", zegt Cleemput, want ook in Dendermonde is de vraag groot. Er wordt nu al uitgekeken naar volgende zomer, wanneer het project dan echt van start zou kunnen gaan. 

Brugge opende enkele jaren geleden een zwemzone in de reien, die permanent moet worden uitgebaat. Ook Kortrijk heeft een zwemzone in open water in de stad, en Gent bekijkt momenteel de opties om plaatsen zoals het Houtdok open te stellen. 

Ook Zwiterland kreeg deze maand te maken met een hittegolf: een jongeman springt in de Rijn in Basel.
AFP or licensors

Meest gelezen