Direct naar artikelinhoud
InterviewBetty Marchal

‘Alle respect voor mensen die dat nodig hebben, maar ik wil niet dat mijn huis een funerarium is’

Betty Marchal, moeder van An (rechts).Beeld Karolien Coenen, Benoit De Freine

Vandaag exact 25 jaar geleden, in de nacht van 22 op 23 augustus 1995, werden An Marchal (17) en Eefje Lambrecks (19) ontvoerd en later vermoord door Marc Dutroux. ‘Verdriet slijt, maar gaat nooit echt voorbij’, zegt moeder Betty Kolb (68). ‘Mijn man Paul en ik beleven het verlies heel verschillend en dat maakt het er niet makkelijker op.’ 

Video wordt geladen...

Ze zijn net terug uit Spanje, waar Paul en Betty een vakantiewoning hebben aan de Costa Blanca. Ooit gekocht als schuiloord waar ze op adem konden komen zonder voortdurend herkend te worden als 'de ouders van'. "Ondertussen hebben we een hechte vriendenkring opgebouwd en voelen we ons er helemaal thuis. Zelfs Paul, en daarmee heeft hij me blij verrast. Want ik kan bij manier van spreken gelijk waar aarden, maar Paul is een huismus, vastgeklonken aan zijn roots. Als hij vroeger naar, zeg maar, Antwerpen moest, was hij dagenlang doodongelukkig. 'Zo ver'... Onze huwelijksreis was de eerste keer dat hij buiten België kwam, ik heb hem zijn grenzen letterlijk doen verleggen. In Spanje is nu een nieuwe wereld voor hem opengegaan, hij is er al net zo graag als ik."

Bord bijzetten

"An leek op Paul, ze had meer van hem dan van mij. Ze was de oudste, onze eerstgeborene. We wilden een groot gezin, aanvankelijk zelfs zes kinderen. Dat hebben we bijna gehaald, want Gert, onze jongste en vierde, is eigenlijk de helft van een tweeling. Ik was nog maar drie maanden zwanger toen ik van één kindje, dat in de baarmoeder was gestorven, een miskraam kreeg. Gert is na een voldragen zwangerschap kerngezond geboren. Hij is nu een boom van een vent. Ik vraag me af hoe Paul en ik, allebei tenger, dat hebben kunnen klaarspelen. Want de melkboer zit daar voor niks tussen, hé." (schatert) Dan, na een korte stilte: "Maar tweelingen, dat is iets heel speciaals waar je geen vat op hebt. Jarenlang moesten we van Gert een bord bijzetten op tafel. 'Voor mijn vriend', zei hij. Voor dat gestorven broertje dus, hoewel we hem dat nooit hadden verteld. Op een gegeven moment, toen hij een jaar of vijf was, besloot hij plots: 'Dat bord voor mijn vriend hoeft niet meer. Hij is weg.' Hij is daar later nooit meer op teruggekomen. Raar, hé."

"Ik had zo graag een tweeling gehad, dat zit trouwens in de familie. Maar na de geboorte van Gert heeft mijn mama Paul op het matje geroepen. 'Hou u nu maar een beetje in' gebood ze. We hadden ondertussen onze handen vol met twee jongens en twee meisjes die om de twee jaar geboren zijn. Ik denk nu soms nog: hoe hebben wij dat kunnen bolwerken, want we hadden allebei een fulltime job. Ik bij de Bank van Brussel, Paul in het onderwijs. Ik wou in feite vertaler-tolk worden, maar ik mocht van thuis alleen over huisje, tuintje, boompje, beestje dromen."

Jagen achter Paul

"Ik heb Paul leren kennen in het uitgaansleven toen ik 19 jaar was, maar vraag me niet naar details. Door wat er met An gebeurd is, heb ik het heel moeilijk met herinneringen. Alles van voor 25 jaar geleden weet ik niet goed meer, dat verleden is voor een groot stuk verdwenen. Ik heb dat ook met gezichten. Soms kom ik mensen tegen en weet ik: die ken ik, die heb ik ooit nog gezien. Maar daar houdt het op en loopt mijn brein vast. Paul is heel anders, die heeft een fotografisch geheugen en herinnert zich álles. Die kan nog vertellen wat hij in zijn liefdesbrieven heeft geschreven, terwijl ik niet eens meer weet dat ik die heb ontvangen."

"Paul had indertijd een andere vriendin op het oog en ik heb hem moeten veroveren. 'Betty heeft achter mij gejaagd', zegt hij nog altijd aan wie het horen wil, zodat ik alvast dat zeker niet vergeet. (lacht) "We zien mekaar nog altijd graag, al 44 jaar lang. Maar er zijn zaken waar we het niet over hebben. Zo praten we over An in het algemeen, maar niet over het verdriet dat ons nog altijd overvalt. We beleven dat heel verschillend, en da's niet gemakkelijk. Paul heeft ook alles bewaard uit die tijd, zelfs alle kranten. Voor mij, en ik bedoel dat niet slecht, mag er wat opgeruimd worden en moeten we daarmee stoppen. Een paar jaar geleden hebben we tijdens een hevige storm water in de kamer van An gekregen. Eén van die krantenstapels was doorweekt, die moesten we wel weggooien. Ik was daar niet kwaad om, maar Paul vond dat verschrikkelijk. Voor hem ligt dat zo gevoelig, het is alsof je in zijn hart snijdt. Ik ben waarschijnlijk harder. Ik heb ook nooit dat 'boekjesverdriet' gehad, in de hoek blijven zitten en alleen maar janken. Mensen denken dan misschien: 'Ze vindt het zo erg niet.' Ze moesten eens weten..."

Geen tabernakel in huis

"In interviews met Paul lees ik dat hij dikwijls naar het kerkhof gaat, nog zoiets waar we het niet over hebben. Ik ga niet naar dat graf, dat brengt me niks bij. Ik heb ook onmiddellijk gezegd: alsjeblieft, ik wil geen tabernakel in huis. Sommige mensen die ook op een dramatische manier hun kind verloren, maken een hele uitstalling. Bij één dame die we bezochten, was een volledige hoek gereserveerd in de living met foto's, bloemen, kaarsen. Oh my god. Hoe kan je met zo'n voortdurende confrontatie leven? Alle respect voor mensen die dat nodig hebben, maar ik wil niet dat mijn huis een funerarium is. Wij hebben in Hasselt gewoon een foto van An en Eefje met een kaarsje erbij dat geregeld wordt aangestoken. In de hal hangt een grote reproductie van Ans bidprentje met de tekst: 'Je weet pas wat je mist als het er niet meer is.' En da's genoeg voor mij."

"De mooiste foto van An hangt in Spanje. Genomen op het strand de dag dat ze verdween. Paul zorgt dat daar een roosje uit de tuin bijstaat en het armbandje dat ze aanhad toen ze teruggevonden werd, bewaren we in een kast. Daar houdt het voor mij op, maar het is zo moeilijk om een evenwicht te vinden. Ik wil Paul niet kwetsen, zie je."

"Indertijd hebben we de verantwoordelijke van 'Ouders van een Vermoord Kind' thuis ontvangen, maar dat was niks voor mij. Ik wou niet in zo'n groep zitten die om de zoveel tijd bijeenkomt om het over die drama's te hebben. Ik begrijp dat er mensen zijn die daar veel steun aan hebben, maar ik praat liever over mijn dochter met mensen die ik ken. Als er in je omgeving zoiets gebeurt als met ons An, zeg dan aan die ouders en familie hoe erg je dat vindt. Doe vooral niet alsof er niks aan de hand is, want zo'n catastrofe negeren, dat is pas erg. Al denk ik natuurlijk soms ook: nu is het genoeg geweest."

An Marchal.Beeld Karolien Coenen

Op de achtergrond

Zoon Gert, kok in de bistro Très Belge aan de Botermarkt in Hasselt, komt even goeiedag zeggen. En met zijn ouders afspreken voor zondag, als er een kleine plechtigheid is bij het monument voor An en Eefje. "Hoewel niemand ons vergeten is, moeten we soms toch nog op onze strepen staan", knikt Betty. "Twee jaar geleden hadden ze het beeld weggenomen voor de vernieuwing van het stadspark. Het aanplantingswerk was al een tijd gebeurd toen Paul zijn stoute schoenen aantrok en vroeg waar het monument was. Het lag stof te vergaren in de gemeentelijke werkplaats, maar het protest van Paul had resultaat. Het kunstwerk staat er eindelijk terug."

"Ik heb me altijd wat op de achtergrond gehouden, zeker tijdens het proces. Ik voelde me soms technisch niet genoeg onderlegd om alles te kunnen volgen. Paul wel, ongelooflijk. Dat dossier van 360.000 bladzijden lag bij ons thuis en hij bestudeerde dat. Paul heeft zich daar zo op gefocust dat hij tot op vandaag nog weet wat die of die getuige heeft gezegd."

Maddie en Julie

"Je hebt het proces ook gevolgd. Kon jij je inbeelden dat Dutroux' medeplichtigen Michelle Martin en Michel Lelièvre vrij zouden komen? Neen toch! Bij zo'n nieuws tuimelen we terug in de hel. Ook iedere keer dat er iemand verdwijnt, is de pijn er weer. Neem nu de affaire Maddie McCann. Het is sterker dan mezelf, maar ik moet die zaak volgen en hoop dan maar dat die mensen ooit wél goed nieuws krijgen. We zijn ook mee opgestapt in de mars voor Julie Van Espen, samen met 15.000 andere mensen."

"Er is veel miserie in de wereld en ik heb aanvaard dat de onze nooit helemaal voorbij zal zijn, maar ik blijf bang voor mijn andere kinderen. Want wat er met An is gebeurd, heeft ook een enorme invloed gehad op het leven van haar broers en zus. Ze maken het goed, maar dragen allemaal een rugzak die niet te onderschatten is. Gelukkig hebben ze onderling een goede band, ze gaan voor mekaar door het vuur. Maar ik denk niet dat ze Dutroux ooit moeten vrijlaten, als je begrijpt wat ik bedoel.”