Direct naar artikelinhoud
Verdwijningen

Pak minder vermisten na lockdown: ‘We vreesden een piek’

Archiefbeeld.Beeld Eric de Mildt

Jaarlijks handelt de Cel Vermiste Personen gemiddeld zo’n duizend dossiers af. Dit jaar staat de teller na acht maanden op slechts 373 onrustwekkende verdwijningen. Met dank aan de coronamaatregelen.

Toen ons land op achttien maart in lockdown ging hielden Alain Remue en zijn collega’s van de Cel Vermiste Personen hun hart vast. “We vreesden voor een piek in de verdwijningen”, vertelt Remue. “Tijdens zo’n lockdown kunnen huiselijke spanningen oplopen. Er is ook een grotere kans op vereenzaming. Dat verhoogt de kans op een wanhoopsdaad.” 

Die piek kwam er niet. Integendeel zelfs. De eerste zes weken van de lockdown liepen er amper telefoontjes bij de Cel Vermiste Personen binnen. Toen de wereld daarna langzaam weer op gang kwam nam ook de activiteit bij de Cel toe. Maar de coronacrisis laat zich tot op vandaag in de cijfers voelen. Remue: “We hebben nu 373 dossiers terwijl we toch al bijna begin september zijn. We zullen eind december niet eens in de buurt komen van de duizend dossiers die we normaal gezien jaarlijks verwerken.” 

Weglopers

Remue ziet een aantal verklaringen voor de opvallende daling. Eerst en vooral is er de strengere toegangsregeling voor woon-zorgcentra. In virusvrije tijden moet de Cel Vermiste Personen elke week drie à vier keer uitrukken op zoek naar een bejaarde met dementie die de weg is kwijtgeraakt. Sinds maart zijn de woon-zorgcentra zo goed als van de buitenwereld afgesloten. Dat houdt niet alleen het coronavirus buiten maar ook de dementerende bewoners binnen. Al is niet iedereen daar even opgetogen over. “We hebben de voorbije maanden wel een drietal dossiers zien passeren van weglopers”, zegt Remue. “Bejaarden die heel expliciet laten weten dat ze het beu zijn om opgesloten te zitten en dan maar op de loop gaan. Maar die aantallen zijn heel beperkt in vergelijking met het aantal risicopatiënten met dementie naar wie we in normale omstandigheden wekelijks op zoek moeten.” 

Ook het aantal verontrustende verdwijningen bij jongeren nam fors af. “Bij die doelgroep zijn verdwijningen vaak gerelateerd aan het uitgangsleven”, legt Remue uit. “Jongeren die na een nachtje stappen ergens blijven slapen zonder hun ouders daarvan te verwittigen bijvoorbeeld. Af en toe is het ook ernstiger en belanden ze op weg naar huis in een kanaal of een rivier, met alle gevolgen van dien. De coronacrisis heeft dat nachtleven volledig stilgelegd. Ook nu nog staat het trouwens op een laag pitje en dat merken wij aan de cijfers.” 

Niet alleen bij jongeren trouwens. Het nachtleven maakt ook oudere slachtoffers. Mensen die dronken achter het stuur kruipen bijvoorbeeld en op die manier in een gracht of kanaal rijden. Remue: “Ook dat soort incidenten waren er tijdens de lockdown amper.” 

De cijfers mogen dan – voorlopig – wel een stuk lager liggen dan de voorbije jaren, bij de Cel Vermiste Personen durven ze geen voorspellingen te doen over het aantal dossiers waarop ze eind dit jaar af zullen kloppen. Na de daling van de voorbije maanden zou corona de cijfers naar het jaareinde toe weleens omhoog kunnen duwen. Remue: “De coronacrisis heeft een heel zware economische impact. Heel wat mensen hebben heel veel centen verloren. Nu de donkere maanden eraan komen zou dat weleens voor een toename van het aantal wanhoopsdaden kunnen zorgen. Ook dat zijn zaken die bij ons terecht­komen.”