Direct naar artikelinhoud
Bart Somers: ‘Dit is de ergste crisis die we ooit hebben meegemaakt, een combinatie van rampen’
Interview

Bart Somers: ‘Dit is de ergste crisis die we ooit hebben meegemaakt, een combinatie van rampen’

Beeld Saskia Vanderstichele

De Black Lives Matter-betogingen, de tweede coronagolf die sterk groeide in Antwerpse, Brusselse en Limburgse migrantenwijken, het Zwarte Pieten-verbod op Facebook, Brusselse jongeren die keet schopten aan de Belgische kust: het is geen florissante zomer voor de multiculturele maatschappij, en dus ook niet voor Vlaams minister van Samenleven Bart Somers (Open Vld).

 Hoe kijkt u naar de rellen in Blankenberge en Knokke?

“Iedereen loopt op de tippen van zijn tenen. We zijn dat virus kotsbeu en zoeken zondebokken. Als mensen dan zulke beelden zien, is de verleiding groot om in belachelijke karikaturen te vervallen. Een week voordien hadden vijftig Nederlandse jongeren in Knokke de boel op stelten gezet. Toen heb ik niemand horen zeggen dat al die Hollanders paljassen zijn. Dat veralgemenen en tribaal denken is totaal fout.”

Wat kan de politiek doen?

“Als burgemeester van Mechelen heb ik geleerd dat je twee dingen moet doen: zorgen dat de regels door iedereen gerespecteerd worden, én mensen als gelijken behandelen. Die relschoppers van Blankenberge moet je keihard aanpakken. Behandel hen als hooligans en geef hun een plaatsverbod, zodat ze in geen enkele kustgemeente nog binnen mogen. In Mechelen heb ik hetzelfde gedaan met de gasten die de boel verziekten. Ik ben de uitvinder van de GAS-boetes en de Very Irritating Police. Toen Jo Vandeurzen als minister van Welzijn te weinig plaats had in de instellingen voor jeugddelinquenten, heb ik gezegd dat Mechelen er zelf één zou betalen. Die instelling staat er. Delinquenten worden daar niet alleen gestraft, maar krijgen ook een nieuwe kans. Hun ouders worden betrokken bij de begeleiding en die jongeren worden nadien intensief opgevolgd, zodat ze niet hervallen.”

De politiecommissaris van Blankenberge kondigde aan dat jongeren met hetzelfde profiel als de relschoppers terug op de trein worden gezet. Filip Dewinter juichte: ‘Etnische profilering! Eindelijk!’

Ethnic profiling is racistisch en onaanvaardbaar. Maar je kunt wel professioneel profileren. Als een zwarte Afrikaan met een rode broek een inbraak pleegt, is het logisch dat de politie zoekt naar iemand met die kenmerken. Maar we gaan toch niet zeggen dat elke gekleurde jongere uit een grootstad niet meer welkom is aan zee? Zo laat je een enorme groep onschuldigen boeten voor het gedrag van een kleine minderheid. En dan verlies je hen. Al wie een béétje nadenkt, beseft dat ethnic profiling de maatschappij onveiliger maakt. Je creëert frustraties en woede.”

Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken postte: ‘Opstoot corona in ‘bepaalde gemeenschappen’: hele provincie in lockdown. Rellen aan de kust met ‘bepaalde gemeenschappen’: alle dagjestoeristen weren.’

“Een perfect voorbeeld van hoe Vlaams Belang mensen tegen elkaar ophitst. Dat blijft een racistische partij. Het is nog erger dan vroeger.”

Toch leeft bij sommige Vlamingen de overtuiging dat we de tweede coronagolf te danken hebben aan migranten die de regels aan hun laars lappen.

“Wat bereiken we nu door zo selectief met het vingertje te wijzen? Ongetwijfeld hebben sommige mensen met migratieroots de regels niet gevolgd. ‘Dat zit in hun cultuur! Ze gaan lijfelijker met elkaar om’, zegt men dan. En de autochtone Vlaming dan? Wij hebben een cafécultuur die óók besmettingen veroorzaakt. Die lockdownfeestjes werden vooral gehouden door blanke Vlamingen.

“Ik ben al twee jaar amper op café geweest: moet ik dan ook met de vinger gewezen worden voor het gedrag van mijn ‘soort’? Neem de skiërs! Dat waren geen jongeren uit Borgerhout, hè, dat was onze middenklasse. Zullen we die dan ook maar stigmatiseren? Met zulke karikaturen maken we onze samenleving kapot.”

Dat Facebook voortaan afbeeldingen van Zwarte Piet verbiedt, zorgt ook voor ergernis.

(zucht) Dat zijn onnozele discussies, net als die woede over kerstmarkten die plots ‘wintermarkten’ heten: met wat voor prullen zijn wij bezig, op een moment dat we moeten vechten tegen een dodelijk virus, de hitte, watertekorten en economische achteruitgang?

“De wereld is veranderd: wij zijn nu een superdiverse samenleving. We moeten daar mee een succes van maken, in plaats van te zeuren dat het vroeger beter was. (roept) We moeten met al die nieuwe Vlamingen aan de slag! Die horen er allemaal bij en we hebben hen nodig om onze welvaart in stand te houden!”

Dat discours is de voornaamste reden waarom Van Grieken u zijn grootste vijand noemt.

“Hij wordt er gek van dat ik in een superdiverse stad verkiezing na verkiezing win, en zelfs een volstrekte meerderheid haal met een law-and-order-beleid, maar ook met een inclusief verhaal én in de overtuiging dat de diverse samenleving wél kan werken. Als de mensen dat overal in Vlaanderen zouden zien, werkt zijn haatdiscours niet meer.”

Na de brand in het asielcentrum van Bilzen vergeleek u Vlaams Belang met een clubje uit de Reichstag. Theo Francken meent dat u Vlaams Belang zo alleen maar groter maakt.

“Ik had me na die brand voorgenomen om in het Vlaams Parlement een duidelijke lijn te trekken tegen extreemrechts, maar toen ik zag hoe Dewinter en co. de eigenares van dat gebouw uitlachten, kookte ik. Dát verleidde me tot die uitspraak. Misschien was dat niet slim, maar ik neem er niets van terug. Soms moet je tonen waar de grens ligt, en waartoe sommige uitspraken en daden kunnen leiden.”

Toch zit er in het Vlaamse regeerakkoord een identitaire saus. Hoe moeilijk is het voor u in deze regering, op een post die de N-VA liever zelf had gewild?

“Dat is soms wat zoeken, er zijn verschilpunten. Maar we moeten van de N-VA ook geen karikatuur maken: we hebben een gedeelde aanpak gevonden.”

N-VA-parlementsleden noemden de relschoppers in Blankenberge ‘allochtoon tuig dat we liever kwijt zijn’.

“Ik vind dat ook tuig, maar met krachttermen alleen los je niets op. Het heeft ook geen zin om die mannen af te schrijven. Je moet ze straffen, maar daarna ook een perspectief bieden, en het gevoel dat ze bij onze samenleving horen. Het is tuig, maar wel óns tuig. En dat verandert niet door er het woordje ‘allochtoon’ voor te plaatsen. ‘Stuur ze terug’, roepen sommigen. Naar waar? Die jongens zijn hier geboren, we moeten ze terug op het rechte pad krijgen.”

‘Mijn boek ‘Samen leven’ is het meest ver­kochte Vlaamse boek in Duitsland: de overheid heeft het daar uit­gedeeld aan alle ambte­naren die met inburgering bezig zijn.’

SPANNINGEN

Eén van de instrumenten zijn praktijktests op de arbeids- en woningmarkt. De Black Lives Matter-betogingen creëerden een momentum: u wilde dat de lokale besturen daar werk van maakten, maar u werd teruggefloten door de N-VA. Hoe kijkt u terug op die nederlaag?

“De politiek is geen voetbalmatch met winnaars en verliezers. Als we blijven aanvaarden dat mensen ongelijke kansen hebben, is er maar één verliezer: de samenleving. Dit gaat over de kern van mijn liberalisme. Wie zijn best doet, moet een betere toekomst kunnen uitbouwen voor zichzelf en zijn kinderen. Dat is the Belgian dream. Als je dan ziet dat bepaalde groepen generatie na generatie onderaan de maatschappelijke ladder hangen, kun je jezelf wijsmaken dat dat aan henzelf of hun cultuur ligt, maar het bewijst vooral dat onze maatschappelijke belofte een leugen is.

“Veel jongeren van de tweede en derde generatie groeien op in kansarme gezinnen, met laaggeschoolde ouders, en knokken keihard voor een universitair diploma, terwijl ze niet eens een eigen kamer hebben en nooit aangemoedigd worden op school. Als zij slagen en tóch niet aan de bak komen, vanwege hun achternaam of huidskleur, revolteer ik. Dat zijn kinderen die hier geboren zijn en perfect Nederlands spreken, hè. Als we blijven tolereren dat zij gediscrimineerd worden, gooien we een hoop talent en welvaart weg. Elke regeringspartij vindt dat onaanvaardbaar.”

Maar over de oplossingen zijn jullie het niet eens.

“Volgens het regeerakkoord zouden we het probleem intensief monitoren en werkgevers sensibiliseren. Maar als blijkt dat dat onvoldoende is, moet je nieuwe oplossingen vinden.”

Praktijktests waarbij de overheid mensen opbelt om hen te betrappen op discriminatie en te bestraffen, zijn de rode lijn voor de N-VA. ‘Zo benader je elke Vlaming als een racist’, zei N-VA-minister Matthias Diependaele.

“Ik ga dat debat niet herstarten. We hebben daar een felle, emotionele discussie over gevoerd, en de uitkomst was dat we een comité van wetenschappers hebben gevraagd om creatieve oplossingen te bedenken. Tegen eind oktober verwachten we dat rapport.”

Wat als hun voorstellen niet in het kraam van de N-VA passen?

“Dat weet ik niet. Ze hebben de opdracht gekregen om out of the box te denken. Maar ik pleit zelf ook niet voor sanctionerende praktijktests.”

Open Vld-parlementslid Sihame El Kaouakibi wel.

“Mechelen en Gent doen nu al sensibiliserende praktijktests en die hebben een grote impact. Ik heb individuele bedrijfsleiders er ook al van kunnen overtuigen om meer mensen met migratieroots aan te werven. ‘Ja maar, ik ken er één die al na een dag niet meer kwam opdagen’, hoor je weleens. En die zou dan representatief zijn voor een hele groep? Daar zijn bedrijfsleiders toch te slim voor?

“Uit onderzoek van McKinsey blijkt dat bedrijven die diversiteit omarmen, creatiever zijn en meer winst maken. Veel werkgevers beseffen dat, de kentering is bezig. Tijdens de lockdown heeft iedereen gezien dat veel moeilijke jobs worden ingevuld door mensen met migratieroots: rekkenvullers, kassiers, pakjesbezorgers, truckchauffeurs... 23 procent van het personeel in de welzijnssector is van allochtone afkomst. Als die morgen allemaal weg zijn, kunnen we onze zieken en senioren niet meer verzorgen. Wij hebben die mensen echt nodig om onze welvaart te behouden.”

Toch blijft El Kaouakibi ontgoocheld. Ze stemde zelfs tegen de regering. U haalde haar vorig jaar naar de politiek, hoe is uw band met haar nu?

“Uitstekend. Ik wist op voorhand dat we een kritische stem binnenhaalden. Sihame beseft ook dat ik sneller wil gaan, maar we hebben nu eenmaal geen absolute meerderheid.”

Haar stemgedrag zorgde voor een crisis binnen de regering. Klopt het dat uw coalitiepartners u voor het blok hebben gezet: ‘Ofwel gooien jullie haar eruit, ofwel moet Open Vld maar uit de regering stappen’?

“Zo hard is dat niet gespeeld. Sihame is een grote meerwaarde voor onze partij, maar ze staat op haar onafhankelijkheid. Over bepaalde thema’s sluit ze geen compromissen. Dat siert haar, maar het zorgt ook voor een spanningsveld. Ons systeem draait op parlementaire discipline, en dat zorgt voor frustraties bij iedereen. Als dan eentje zich daaraan onttrekt, krijg je spanningen: ‘Waarom mag zij dat, en wij niet?’”

Veel N-VA-parlementsleden groeten haar zelfs niet meer.

“Maar anderen spreken met bewondering over haar. We willen toch geen parlement vol slechte acteurs die alleen maar de debatfiches van het partijhoofdkwartier nakakelen?”

Euh...

(snel) Maar als elk parlementslid elke dag doet wat hij of zij wil, kun je ook geen stabiele regering meer maken.”

Sinds die clash over de praktijktests noemen uw collega’s u ‘de Kris Peeters van de Vlaamse regering’.

“Er is een fundamenteel verschil. Kris Peeters probeerde vooral dossiers te blokkeren, ik wil net dingen in beweging krijgen. Misschien vinden sommigen dat ik te enthousiast ben, maar ik zit hier om iets te veranderen, niet omdat ik per se minister wilde worden.”

Is deze ministerpost geen revanche, nadat u in 2008 van het voorplan verdween na een moeilijke passage als partijvoorzitter en de teloorgang van Verhofstadt II?

“Nee, ik was heel graag burgemeester en mis dat nog elke dag. Ik ben 56 jaar en heb heel veel gekregen van het leven. Ik ben partijvoorzitter, minister-president en fractieleider geweest, werd verkozen tot beste burgemeester van de wereld en mocht in heel Europa mijn visie gaan toelichten. Mijn boek Samen leven is het meest verkochte Vlaamse boek in Duitsland – de overheid heeft het daar uitgedeeld aan alle ambtenaren die met inburgering bezig zijn. Mijn ijdelheid is gestreeld.”

Waarom werd u dan minister?

“Door de verkiezingsuitslag en de negatieve kijk op diversiteit. Het tijdsgewricht is te precair om aan de zijlijn te blijven.”

‘Om 6 uur wakker worden aan een meer, met zicht op de bergen, en bij een kop koffie en een stukje speculoos: daar kan weinig tegenop.’

KINDERACHTIG

In een interview met De Tijd zei u dat er bij de mensen een grote somberheid heerst over de toekomst. Dat was nog voor de coronacrisis.

“Die somberheid wordt nu nog versterkt door het gevoel dat de politiek onmachtig is. Ze bewijst dat elke dag. Ons land zit al twee jaar vast, terwijl de uitdagingen gigantisch zijn. Het gevolg is dat de samenleving negatief en angstig wordt. Zo zwaait de deur open voor de extremen, die de angst proberen weg te nemen met radicale schijnoplossingen. We zijn met vuur aan het spelen.”

Het is toch úw partij die een regering tegenhoudt? Uw voorzitter, Egbert Lachaert, heeft een jaar lang geroepen dat de PS en de N-VA elkaar moesten vinden. Nu dat lukte, wilde hij niet meedoen.

“Maar waar is het project dat mensen kan enthousiasmeren? Ik ben bang voor een regering ‘van moetens’. Het is niet omdat Magnette en De Wever een deal hebben, dat wij die zomaar moeten onderschrijven. De politiek moet dringend bewijzen dat ze de grote uitdagingen wél kan aanpakken, met ambitieuze hervormingen. Dat betekent: gelijke kansen, een fair fiscaal systeem, publieke investeringen, oplossingen voor klimaat, energie en mobiliteit, een verantwoord begrotingstraject...”

Veel van die elementen zaten in de paars-groene nota-Magnette die vorig najaar op tafel lag. Vindt u het jammer dat de rechterflank van uw partij, met Lachaert op kop, die afschoot?

“Terugblikken heeft geen zin. Wat De Wever en Magnette op tafel legden, was een sociaal-economisch status quo, in ruil voor een staatshervorming die het land nog complexer zou maken. Je kunt van ons toch niet verwachten dat we dat blind ondertekenen? De chantagespelletjes om ons en de MR uit elkaar te trekken, hielpen ook niet. Het is toch logisch dat wij als liberale familie sámen willen toetreden? De socialisten en christendemocraten doen dat ook.”

Het probleem is dat niemand MR-voorzitter Bouchez nog vertrouwt.

“Als je wilt, vind je altijd wel een stok. Je kunt de MR toch niet herleiden tot de karikatuur van één persoon? Daar zitten veel serieuze mensen in, zoals premier Wilmès. Zes jaar geleden heeft die partij haar nek uitgestoken door als enige Franstalige partner in een federale regering te stappen. Dat was de droom van de N-VA, en die heeft ze zelf kapotgeschoten door uit de regering te stappen vanwege een pact waarvan niemand nog weet waarom dat nu zo belangrijk was.”

Als het tot nieuwe verkiezingen komt, dreigt uw partij de grote boeman te worden. Dan wordt het flirten met de kiesdrempel.

“Niemand zit te wachten op verkiezingen. Dit is de ergste crisis die we ooit hebben meegemaakt, een combinatie van rampen: een gezondheidscrisis, een economische crisis, een politieke crisis, een klimaatcrisis... Minister van Omgeving Zuhal Demir heeft onlangs haar droogteplan voorgesteld, omdat er anders straks geen water meer uit de kraan dreigt te komen. Veel mensen verliezen hun job. Dat is toch zeer ernstig? Mensen verwachten oplossingen, geen nieuwe kiescampagne die de tegenstellingen nog vergroot.”

Begin maart liet u weten dat het klimaatbeleid van de Vlaamse regering te weinig ambitieus is. Demir mikt op 32,6 procent minder CO2-uitstoot tegen 2030. U overvleugelde haar met een plan voor de lokale besturen dat een daling van 40 procent ambieert. Demir voelde zich in haar hemd gezet.

“Dat is framing van journalisten en oppositieleden die altijd het slechte in de mens zien. (lacht) Zuhal was niet boos, en ik wou ook niet scoren op haar kap. Wij zijn allebei voluntaristen: ook zij wil 35 procent halen, en ze heeft alle sectoren uitgenodigd om daaraan mee te werken. Dan is het toch logisch dat ik, als minister van Binnenlands Bestuur, de steden en gemeenten aanmoedig? Ik had dat vooraf met haar overlegd.

“Eén van onze doelstellingen is dat er één boom en anderhalve meter haag per Vlaming bijkomt. Dat zijn 6 miljoen bomen en 9.000 kilometer haag. Als je in Mechelen een boom in je voortuin plant, betaalt de stad die terug. Maar veel Mechelaars doen het op eigen kosten, omdat ze er helemaal achter staan. De lokale besturen moeten ook werk maken van versnelde woningrenovaties en de overstap naar groenere mobiliteit. Vroeger droomden jongeren van een eigen auto. Vandaag zien mijn kinderen een privéwagen niet als hun vrijheid, maar als een peperdure last. Deelauto’s en elektrische fietsen zijn de toekomst. Ook in landelijke gebieden werken gemeenten al samen om deelautosystemen op poten te zetten. Op de fietsostrade tussen Antwerpen en Mechelen zijn er al files! Die moet dringend verbreed worden. Er zijn ook plannen om vanuit Mechelen fietssnelwegen aan te leggen naar Brussel, Leuven en Sint-Niklaas. Die shift kan een onderdeel worden van onze economische relance.”

Toch hoor ik dat u voortdurend op de loer ligt om andere ministers vliegen af te vangen.

“Ik werk met al mijn collega’s heel goed samen. Onlangs heb ik samen met minister-president Jan Jambon een brief geschreven aan de lokale besturen, om meer culturele evenementen toe te laten. Jambon had me dat zelf gevraagd. Dat is toch veel sterker dan te zeggen: ‘Waar moeit hij zich mee?’”

Die brief kwam niets te vroeg. ‘Waarom mag men als beesten op elkaar in vliegtuigen heel Europa rondvliegen, maar mag Bart Peeters niet optreden voor een verzameling bubbels? Wat speelt hier: blinde onverschilligheid of pure minachting voor de cultuursector?’, vroeg Noël Slangen in Het Laatste Nieuws.

“Geen van beide. Jambon heeft een hart voor cultuur en ik heb hem al vaak horen pleiten om meer dingen mogelijk te maken. Het besef is er dat het coronabeleid voor de cultuursector te streng was. Ik zie in winkelstraten en op stranden en terrassen heel veel volk zitten. Dan is het oneerlijk om op cultureel vlak alles te verbieden. Gemeentebesturen moeten creatief zijn en samen met de sector bekijken wat wél kan. In de openlucht is er veel mogelijk.”

De zomer is bijna voorbij.

“Dit is voor ons ook allemaal nieuw. De ene vindt het beleid te streng, de andere zegt dat we nog strenger moeten zijn. Daar een redelijke middenweg in vinden is niet evident.”

Jambon beloofde dat Vlaanderen vanaf 11 mei klaar zou zijn voor contacttracing. In juli draaide het systeem nog altijd vierkant. Vindt u dat minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) heeft gefaald?

“Waarom moet er altijd een zondebok zijn? Contactonderzoek is complex. De mensen zeggen niet graag met wie ze contact hebben gehad, en sommigen hebben zich ook bewust niet aan de maatregelen gehouden.

“Wouter heeft kéíhard gewerkt. Eerst wilden we dat contactonderzoek met een app voeren. Toen bleek dat die zelfs in Singapore maar door 10 procent van de mensen werd gebruikt. Dan kwam het idee om de contacttracing vanuit een Vlaams callcenter te organiseren, waarvoor we snel honderden mensen moesten aanwerven en opleiden. Dat werkte ook niet zoals het moest, waarop ze in Kortrijk voorstelden om die contacttracing zelf te doen.

Beke wou daar niet van weten. Het moest via de ziekenfondsen, via ‘zijn’ katholieke zuil.

“Dat is te simplistisch. Er was bij de administratie wel een nogal verkrampte reactie tegenover de lokale besturen. ‘Kunnen die mannen dat wel? Wij zijn de professionals, zij de amateurs.’ Nee, het is andersom! Zíj zijn de profs, wij kunnen vanuit Brussel niet alles zien op het terrein. De lokale besturen staan in de loopgraven en die burgemeesters zijn al lang geen Balthasar Boma’s meer die recepties afschuimen, maar managers met een breed netwerk. Zij kunnen dat contactonderzoek veel beter voeren, omdat ze hun inwoners kennen. In Mechelen en Kortrijk loopt dat prima. De les is dat we meer vertrouwen moeten hebben in de lokale besturen.”

Op de laatste ministerraad voor het zomerreces glipten u en Hilde Crevits via een achterraam naar buiten, naar verluidt om te vluchten voor lastige vragen over de contacttracing. ‘Een vernietigend beeld’, schreef politicoloog Carl Devos.

“Dat is flauw. Ik had ’s middags al een interview gegeven aan VTM. Nadien vroeg ik aan Pieterjan De Smedt of hij mij nodig had voor Terzake. ‘Nee’, zei hij. Ik bén dus niet gevlucht. Na die ministerraad moesten we snel weg. Maar dat is ook zo’n prul dat te veel aandacht kreeg.”

Heeft u zich de voorbije maanden vaak moeten inhouden om de Vlaamse regering wat meer schwung te geven? Jambon is geen groot retorisch talent en maakt een lijzige indruk.

“Ik ken Jan al van mijn 16de, van bij de VU-jongeren. Je gaat me niets slechts over hem horen zeggen, hij is een goede leider. Menselijk heb ik veel sympathie voor hem, maar we hebben verschillende persoonlijkheden en denken anders over bepaalde zaken. Mijn sterkte is dat ik mensen kan inspireren en enthousiasmeren, en ik vind dat onze samenleving dat veel meer nodig heeft.”

Welke impact had de coronacrisis in uw eigen leven?

“Mijn schoonvader sukkelde al lang met zijn gezondheid, hij was 92. Tijdens de lockdown lag hij wekenlang in het ziekenhuis en uiteindelijk is hij gestorven. Zolang hij thuis woonde, ging mijn vrouw elke dag bij hem langs. In het ziekenhuis mocht hij geen bezoek ontvangen. We skypeten, en hij zei altijd dat het goed met hem ging, maar in de laatste fase van je leven wil je je dierbaren zien, in de plaats van eenzaam weg te teren. Pas twee dagen voor zijn dood mochten we bij hem. Gelukkig! Sommige mensen zijn moederziel alleen gestorven.

“Ook voor de jeugd zijn dit zware tijden. Mijn dochter zat in haar voorlaatste jaar rechten: sommige van haar vrienden studeerden af zonder contact met hun studiegenoten. Dat je zo’n belangrijk moment niet kunt delen met je vrienden, is onwezenlijk.”

En toen ze na vier maanden eindelijk konden feesten, werden ze bijna als criminelen afgeschilderd.

“We zijn heel streng voor elkaar, ja. Iedereen verlangt naar zijn oude leven en is dat virus kotsbeu. En dus zijn we kwaad op iedereen: op de politiek, de virologen, degenen die de maatregelen niet volgen...

‘23 procent van het personeel in de welzijns­sector is van allochtone afkomst. Wie gaat voor onze zieken en senioren zorgen als die morgen allemaal weg zijn?’

MET DE CAMPER

Heeft u al wat vakantie gehad?

“Ik ben met mijn vrouw en kinderen twee weken met een gehuurde camper door Oostenrijk getrokken. Mijn zoon is 25 en woont in Antwerpen, mijn dochter is 23: ik ben blij dat ze nog altijd mee op vakantie willen.”

U verkiest campings boven luxehotels?

“Ik reis graag onthecht. Ik heb zo al veel mooie landen verkend: de VS, Canada, Schotland, Polen, Duitsland, Scandinavië. Ik hou van het back to basics-gevoel op campings. Om 6 uur ’s morgens wakker worden aan een meer, met zicht op de bergen, en bij een kop koffie en een stukje speculoos de natuur zien ontwaken: daar kan weinig tegenop. Meestal stippel ik vooraf een route uit met een mix van cultuur en natuur. Ik wil altijd enkele steden zien, dat is de burgemeester in mij. Dit keer waren het Salzburg, Innsbruck en München.

“Ooit wil ik een jaar rondtrekken, om helemaal los te komen van het jachtige bestaan. Het enige wat ik onderweg nodig heb, is een stapel boeken.”

Heeft u al bestemmingen in gedachten?

“Door Oost-Europa, Oekraïne en Wit-Rusland, tot aan het Oeralgebergte. Een andere optie is een reis door Canada, de VS en Zuid-Amerika. Ik heb met mijn gezin al eens een lange tocht gemaakt door het noorden van Amerika. Die weidsheid is indrukwekkend: je komt boven op een bergkam en ziet een kaarsrechte weg, met aan weerskanten een oneindige natuur. Daar kun je je echt nog alleen op de wereld wanen. Bij ons is dat onmogelijk, België is één grote, vernevelde stad.”

Heeft u op vakantie nog een goed boek gelezen?

The Nation City van Rahm Emanuel, de voormalige burgemeester van Chicago en ex-stafchef van Obama. Hij beschrijft hoe burgemeesters vandaag de wereld besturen. In veel landen is de nationale politiek geblokkeerd, of wordt er bestuurd met zwakke minderheidsregeringen. Die leemte wordt opgevuld door de steden. Zij komen met oplossingen en realiseren de vooruitgang. De staatshervorming die ons land écht nodig heeft, is een machtsoverdracht naar de lokale besturen. In Vlaanderen beheren de gemeenten 13 procent van het overheidsgeld, in Nederland 30 procent en in Denemarken 65! Als Noord-Europa dan toch ons lichtend voorbeeld is, moeten we de middelen en bevoegdheden van onze lokale besturen verdriedubbelen. Daarom hamer ik ook op fusies: onze gemeenten moeten groter worden. De Nederlanders hebben amper meer gemeenten dan wij, terwijl ze met 11 miljoen mensen meer zijn.”

Dank u voor het gesprek. Mogen we door het raam naar buiten?

(lacht) Als ge dat nog eens vraagt, góói ik u buiten.”

© Humo

MET DE CAMPER