Ook in Duitsland slaat de coronacrisis een stevig gat in de begroting. Tegenover het overschot van 2,7 procent van het bbp in de eerste helft van 2019, staat nu een tekort van 3,2 procent. Dat komt overeen met meer dan 50 miljard euro.

Uit cijfers van de overheid blijkt dat er dus een tekort van 51,7 miljard euro bestaat. Voorts dalen de inkomsten voor het eerst sinds 2010, met bijna 4 procent, en moest de overheid in de eerste helft van dit jaar 9 procent meer uitgeven. Het systeem van Kurzarbeit – tijdelijke werkloosheid, zoals in België – is de schuldige voor de forse stijging.

Dat Duitsland met een begrotingstekort kampt, is hoogst ongezien, net als deze volledige coronacrisis uiteraard. De Duitse bondskanselier Angela Merkel dweept al jaren met de zogenaamde ‘schwarze Null’, wat verwijst naar de strenge begrotingsdiscipline die de Duitsers handhaven. Sinds 2009 is het vastgelegd dat de federale overheid op structurele basis jaarlijks niet meer dan 0,35 procent van het bbp mag lenen.

3 versus 11 procent

Met een begrotingstekort van 3,2 procent zit Duitsland net boven de Europese drempel, die de Europese Commissie dit jaar uitzonderlijk losgelaten heeft. Brussel plant geen sancties als de lidstaten de limiet overstijgen door te investeren in hun economie. Ter vergelijking: België fietst momenteel naar een tekort van 11 procent, en tegen 2025 zou er nog altijd een tekort van 26 miljard euro bestaan, vermoedt het Planbureau.

Om de crisis het hoofd te bieden is de Duitse overheid met omvangrijke steunpakketten naar buiten gekomen. In het tweede kwartaal is de economie iets minder sterk gekrompen dan verwacht. De krimp van 9,7 procent betekent wel nog steeds de sterkste daling voor Duitsland sinds het begin van de metingen in 1970.