Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOnderwijs

Grote twijfels over richtlijnen voor ventilatie tegen coronavirus in de klas

Een leraar zet de ramen open tijdens de voorbereidingen voor het begin van het nieuwe schooljaar.Beeld ANP

In aanloop naar 1 september wordt een goede ventilatie in de klas steeds meer het gespreksonderwerp. De huidige richtlijn vraagt om de klas minstens drie keer per dag te verluchten. Maar is dat wel voldoende?

Ventilatie zal een van de belangrijkste wapens worden om besmettingen in de klas tegen te gaan. De richtlijnen in draaiboeken voor de heropening van de scholen stellen dat scholen met ventilatiesystemen moeten controleren of die (voldoende) buitenlucht aanvoeren. Systemen die bijvoorbeeld louter en alleen lucht verplaatsen in de klas zijn ontoereikend. Scholen die zo’n systeem niet hebben, zetten ramen en/of deuren best open. “Voorzie (extra) manuele ventilatie via ramen (gezondheid gaat hierbij voor op thermisch comfort)”, klinkt het. “Frequentie: minimaal 2 à 3 keer per dag gedurende minimaal 15 minuten.”

De vraag is of die aangegeven frequentie wel voldoende is? Enkele journalisten van VTM Nieuws namen de proef op de som en gingen met een CO2-meter langs op een zomerschool. Zo’n meter geeft een indicatie van de ‘versheid' van de lucht: hoe meer CO2 aanwezig in een lokaal, hoe minder vers de lucht is en dus hoe groter de kans dat aerosolen – vergelijkbaar met wolkjes van virusdruppels – zich opbouwen.

Wat bleek? In een klein lokaal met acht leerlingen schoot het CO2-gehalte pijlsnel omhoog als de ramen en deuren gesloten bleven. Als enkel de deur opengezet werd, dan daalde dat niveau maar het was pas als zowel ramen en deuren openstonden dat het CO2-gehalte weer onder een aanvaardbaar niveau zakte.

‘Meten is weten’

Uiteraard is de situatie in elk klaslokaal anders. Bij een groot lokaal met hoge plafonds en weinig leerlingen, zal het langer duren eer aerosolen zich opbouwen. Maar de algemene conclusie lijkt wel dat een klas twee tot drie keer per dag verluchten niet zal volstaan.

Daar is viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven) het mee eens. “Drie keer per dag het raam een kwartier openzetten, is te weinig. Dan is de opbouw van CO2 en dus van potentiële aerosolen te groot.” Van Ranst pleit er daarom voor dat scholen een CO2-meter zouden aanschaffen om de situatie in de klaslokalen in de gaten te kunnen houden. “Want meten is weten. Bovendien zijn die machines niet zo duur. Op die manier kan een school zelf testen welke strategieën goed werken in de klas als er leerlingen zijn.”

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) spreekt vertrouwen uit in "het gezond verstand van directies en leerkrachten”. “We gaan ervan uit dat iedereen maximaal ventileert.”

Woensdag overliepen experts in een werkgroep alle richtlijnen over ventilatie. Wellicht zullen de draaiboeken op basis van hun bevindingen aangevuld worden. “Iedereen is zich bewust van het belang”, klinkt het bij een van de deelnemers. “Maar de aanbevelingen zijn niet van die aard dat we nu plots de planning van de eerste schoolweek moeten omgooien.”

Structurele veranderingen

Wellicht zullen de resultaten vandaag aan bod komen op de laatste vergadering die Weyts gepland heeft met de sociale partners. “Wij zullen er de minister toch zeker naar vragen”, zegt Nancy Libert van de socialistische vakbond ACOD. “Weet je wat het ook is? Nu komt dat probleem naar boven, maar eigenlijk toont dit dat de luchtkwaliteit anders ook niet goed is en er structurele veranderingen zullen moeten gebeuren.”

Diezelfde boodschap klinkt bij CD&V. “De heropstart van de scholen maakt het thema van luchtkwaliteit in klaslokalen opnieuw actueel, de coronacrisis stelt het belang hiervan op scherp”, zeggen CD&V-parlementsleden Katrien Schryvers, Loes Vandromme en Jo Brouns. “Het is contradictorisch dat de coronaproblematiek er enerzijds voor heeft gezorgd dat de start van een permanent monitoringsysteem werd uitgesteld en anderzijds de vraag naar metingen op de spits drijft.”

Concreet stelt de partij voor om op drie pijlers verder te werken: scholen moeten gesensibiliseerd worden over het belang van een goede ventilatie, verdere investeringen in goede ventilatiesystemen zijn belangrijk, en een continue monitoring aan de hand van CO2-meters is “van groot belang”.