“Stiekem hoop ik dat het me nog eens overkomt. Die spanning, dat pure genot”

Een minnares. Op zich is het een mooi woord. Elkaar beminnen. In het geheim. Maar het heeft een bijklank gekregen. Daarom doet een minnares twee weken lang hier haar verhaal, anoniem. “Noem mij maar ‘de buitenvrouw’, het Surinaamse woord voor minnares. Drie jaar lang was ik de buitenvrouw van een heerlijke man. Dit is deel 8 van 8.

“Hoeveel keer seks heeft de gemiddelde Vlaming?”Of zegt hij dat hij heeft? Twee keer per week? Wel. Er zijn 52 weken per jaar. Dus dat is al 104 keer per jaar. Doe dat maal de vijftien jaar dat mijn man en ik samen waren. Dat is 1560 keer seks met dezelfde man. Dat is heel veel, hé. Je leest toch ook niet altijd hetzelfde boek, ook al is het heel mooi? Je eet ook niet altijd hetzelfde gerecht, ook al is het heel lekker?

Het is nu vijf jaar geleden, mijn ‘affaire’, zoals dat dan heet. Mijn man had het ontdekt. Hij zei dat hij het al een tijdje vermoedde. Dat is vreemd, je denkt dat je alles perfect gemaskeerd doet. Bijna doortrapt. Verfijnd liegen, zo dicht mogelijk bij de waarheid blijven. Hij had een spervuur aan vragen. Hoe lang al? Op welke plekken? Hou je van hem? Is hij beter in bed dan ik? Welke standjes? De pijnlijkste vragen. Ik heb gezegd dat ik er niet op zou antwoorden. Dat dat er niet toe deed. Dat — mocht ik details geven — ons huwelijk kapot zou zijn. Dat zou alles veel erger maken. Op de vraag ‘waarom’ probeerde ik wel te antwoorden. Door te zeggen dat we op amoureus vlak ingedommeld waren. En het argument dat het enkel lichamelijk was. Natuurlijk was het zo niet, maar ik wou hem niet nog meer kwetsen. En ik besefte dat ik nooit mijn gezin zou opgeven. De kinderen waren nog zo hulpeloos en klein en ik zag mijn man nog altijd graag. Hij eiste dat ik dat nooit meer zou doen. Ik zei dat ik dat niet kon beloven. “Egoïste”, riep hij. Ik antwoordde dat je de ander niet kan toe-eigenen. Dat dat pas egoïstisch is. Je kan toch niet zeggen: “jij bent van mij, jouw lichaam is van mij”? En dan nog. Je bent dan misschien lichamelijk trouw, maar er is nog altijd de verbeelding. Het vrijen met je partner en denken aan een ander. Is dat dan nog trouw zijn? Mijn man kon daar niet veel tegenin brengen. Ik zei dat je elkaar dat moet gunnen, af en toe een affaire. Een buitenman of een buitenvrouw. Dat we daar allemaal veel eerlijker in moeten zijn. François Mitterand en zijn et alors? Hoe razender mijn man werd, hoe rustiger ik was. Ook al stond mijn huwelijk op het spel. Natuurlijk zag ik Tom nog. De verboden vrucht bleef aantrekkelijk. Ik kon het ook niet zomaar afsluiten. De seks werd kwetsbaarder, liever, anders. En we moesten veel harder opletten. Mijn man hield mijn whereabouts bij. Waar ik was en met wie. Ik deed het braaf, maar af en toe kon ik nog iets regelen. Toch werd de stress te groot. Het risico. Tom voelde dat. Hij was treurig en nuchter tegelijk. “Ik wist toch dat je nooit voor mij zou kiezen”, zei hij. Onze affaire verwaterde. Langzaam maar zeker. Ik heb veel gehuild. Gerouwd. Maar ik moest ons gezin bewaren. Ik moest gewoon. Tom heeft inmiddels een andere vrouw. Ook getrouwd. Alsof hij dat zoekt.

Mijn man en ik, we zijn twee zielsgenoten. Na de affaire was hij wel attenter, wou hij veel vrijen, maar ik had er niet veel zin meer in. Nu leven we een vrij seksloos bestaan, maar ik ben niet ongelukkig. Hij komt er soms nog op terug. Heeft nog altijd dat controlerende over zich. Waar en met wie. En als ik te lang met mijn telefoon bezig ben, wordt hij argwanend. Stiekem hoop ik dat het me nog eens overkomt. Die verliefdheid, die spanning, dat pure genot. Stiekem zou ik graag nog één keer een buitenvrouw willen zijn. Nog één keer en dan nooit meer.

Opgetekend door Lotte Debrouwere

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer