Sommige rechtszaken worden pas in 2032 gepleit. Magistratuur: een knelpuntberoep?

De Hoge Raad voor Justitie heeft de afgelopen jaren een stijgend tekort vastgesteld aan kandidaat-magistraten. Een aantal vacante plaatsen geraakt niet ingevuld. Met de te verwachten pensionering van magistraten, wordt dat tekort nog nijpender. Waarom is de magistratuur niet aantrekkelijk als job? 

analyse
Dirk Leestmans
Dirk Leestmans is justitiejournalist bij VRT NWS.

Het gerechtelijk jaar start, net zoals de scholen, traditioneel op 1 september. Ook voor het personeel van de  rechtbanken en de hoven is het gerechtelijk verlof voorbij. Dat personeel bestaat naast ondersteunend personeel en griffiers overwegend uit magistraten. Binnen de magistratuur wordt een onderscheid gemaakt tussen staande en zetelende magistratuur. De staande magistraten zijn mensen van het Openbaar Ministerie, ook het parket genoemd, de zetelende magistraten zijn de rechters. 

In volle zomerperiode publiceerde de Hoge Raad voor Justitie zijn jongste jaarverslag. Aan de alarmbel wordt niet echt getrokken, maar men signaleert wel uitdrukkelijk, net zoals het jaar daarvoor, een ernstig personeelsprobleem.

Lees verder onder de foto:

Jasper Jacobs

Hoe word je magistraat in België?

Magistraat word je via een examen en zo zijn er drie soorten. 

1. Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage

Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage is bedoeld voor jonge juristen. Je moet minstens twee jaar juridische ervaring hebben om hieraan deel te nemen. In het vorige gerechtelijk jaar (2019-2020) schreven 167 kandidaten zich in voor dit examen. 33 onder hen slaagden ook. Dat is ongeveer 1 op de 5. 

Als je geslaagd bent in dit examen moet je eerst nog met succes een stage van twee jaar doen voor je kan solliciteren voor een vacante plaats. 

2. Het examen inzake beroepsbekwaamheid

Dit examen is bedoeld voor ervaren juristen. In de praktijk zijn dat meestal advocaten. Je moet een beroepservaring hebben van vijf jaar om te kunnen solliciteren voor een plaats bij het Openbaar Ministerie, en een beroepservaring van tien jaar voor een plaats bij de zetel. 

Vorig gerechtelijk jaar waren er twee van deze examens waar in totaal 340 kandidaten aan deelnamen. 59 onder hen slaagden. Dat is ongeveer 1 op de 6. 

3. Het mondelinge evaluatie-examen

Dit derde examen is bedoeld voor advocaten met minimum 20 jaar ervaring die willen overstappen naar de magistratuur. Vorig jaar waren er zo twee examens waar in totaal 20 mensen aan deelnamen. 3 onder hen slaagden.

Lees verder onder de foto:   

Alexander Dumarey

Kunnen en kennen

Het is de Hoge Raad voor Justitie (HRJ) die al deze examens organiseert. Men peilt evident naar "het juridisch denkvermogen van de kandidaten". Maar de HRJ streeft er ook naar de examens te organiseren op een wijze die meer de nadruk legt op het "kunnen" van een kandidaat-magistraat, eerder dan op het "kennen".

Onder andere in psychologische testen en in een mondeling examen wordt gezocht naar het vermogen van een magistraat om behoorlijk om te gaan met macht, besluitvaardigheid en stressbestendigheid. Men wil duidelijk niet alleen maar "vakidioten", men zoekt ook erg bewust naar geëngageerde mensen.  Van magistraten wordt verwacht dat ze een (juridisch) correcte oplossing kunnen bedenken die tegelijk een maatschappelijk effectieve oplossing is. 

Een "onmogelijk moeilijk" examen

Het slaagpercentage is niet erg hoog, en dat wordt als een van de redenen naar voor geschoven waarom er steeds minder kandidaten zich inschrijven voor een examen. De perceptie van "onmogelijk moeilijk examen" versterkt zichzelf en mede door dat afschrikwekkend karakter wagen nog minder mensen hun kans. Anderzijds, zo stelt men vast, deden er in het verleden te veel kandidaten mee "voor de sport" en wil men nu gemotiveerder kandidaten aanspreken. Men legt bewust de lat ook hoog en weigert wat dat betreft compromissen te sluiten. 

De Hoge Raad voor Justitie, die er kwam in de nasleep van de affaire Dutroux, is terecht niet vergeten dat een van zijn kerntaken precies de rekrutering van magistraten is. En men wil daarbij koste wat het kost vermijden te vervallen in het oude systeem van politieke benoemingen waarbij politieke relaties belangrijker waren dan magistratelijke kunde.

Lees verder onder de foto:    

ROBIN UTRECHT

Dalende trend

De HRJ stelt al sinds 2014 een dalende trend vast in het aantal inschrijvingen. Sommige magistraten vinden dat bijzonder verontrustend, anderen denken minder alarmistisch. 

De Hoge Raad voor Justitie vond het in elk geval nodig in 2018 een peiling te organiseren bij 500 advocaten, de poel waarin vooral gevist wordt, om zicht te krijgen op het ogenschijnlijke gebrek aan interesse.

De interesse was er wel, vooral voor de zetelende magistratuur, zo bleek, maar er waren nogal wat drempels om ook effectief de overstap te wagen. Advocaten werden afgeschrikt door "de dagelijkse uitoefening van de functie en meer bepaald van de omgeving, de arbeidsvoorwaarden en de financiële voorwaarden". Ook de talrijke hervormingen van de rechterlijke organisatie lijken hen af te schrikken. 

Concreet komt dat neer op aftandse gebouwen waarin soms moet gewerkt worden en de verloning die, hoewel niet slecht, zeker de vergelijking met advocaten-vennoten in succesvolle advocatenkantoren niet altijd kan doorstaan. Iedereen wil natuurlijk graag meer verdienen maar, zo valt te horen, die concurrentiestrijd win je nooit. Dat is ook niet zo erg. Magistratuur moet beschouwd worden als een engagement waarbij geld verdienen niet de hoofdmotivatie mag zijn. Magistraten zijn dan weer wel voor het leven benoemd en dat geeft naast onafhankelijkheid ook werkzekerheid.

Lees verder onder de foto:

Alexander Dumarey

Aanhoudende jammerklacht

De HRJ geeft in het verlengde van de peiling deze oproep mee: "Aangezien potentiële kandidaten hierdoor afgeschrikt worden, moeten alle actoren en beleidsmakers, inclusief natuurlijk en vooral politici, grondig nadenken over manieren om de magistratuur, essentiële functie voor de goede en correcte organisatie van onze democratie, opnieuw aantrekkelijk te maken voor veelbelovende profielen."

Dat de hand daarbij ook in eigen boezem moet gestoken worden, staat niet met zoveel woorden in het jaarverslag maar het valt wel te horen in de wandelgangen. Als de beroepsgroep zelf te pas en te onpas klaagt over de slechte werkomstandigheden mag het ook niet verbazen dat de aanhoudende jammerklacht niet de beste reclame is voor het beroep. 

Ondanks de populariteit van talrijke televisieprogramma’s over de rechtbank en het parket, heeft de magistratuur een imagoprobleem. 

Dat er minder mensen deelnemen aan en slagen in het examen hoeft op zich nog geen probleem te zijn. Problematischer is wel dat een aantal vacatures niet ingevuld geraakt. Want, zo blijkt, zij die slagen, stellen zich lang niet altijd ook kandidaat voor een vacature.

Lees verder onder de foto:

Gebrek aan kandidaten

De HRJ zocht vorig jaar kandidaten voor in totaal 584 vacante plaatsen. Voor 196 daarvan werd geen kandidatuur ingediend bij gebrek aan kandidaten. Dat is dus bijna 1 op de 3 vacatures die niet ingevuld geraakt. Dat cijfer wordt weliswaar wat scheefgetrokken door het hoog aantal plaatsvervangende rechters maar het geeft niettemin te denken.   

De verklaringen zijn divers maar onder andere de locatie van de vacature is bepalend. In de grote steden is er minder een probleem dan in de uithoeken van het land. In Brussel is er dan weer de tweetaligheidsnorm die blijkbaar een grote hindernis vormt voor bijvoorbeeld het vinden van vrederechters. 

Het heeft ook te maken met mensen. Een aantal voorzitters van rechtbanken straalt een dynamisme uit dat enthousiasmerend werkt. Het valt op dat sommige rechtbanken erg in trek zijn maar het omgekeerde is ook waar. Daar waar er veel interne strubbelingen zijn, zijn er minder kandidaten.

Lees verder onder de foto:

Even geduld alstublieft

De kwestie wordt extra bemoeilijkt door een weinig heldere personeelspolitiek bij de hoven en rechtbanken. Zo is het niet altijd duidelijk of de bestaande personeelskaders wel aangepast zijn aan de daadwerkelijke behoefte. Het is zo mogelijk nog minder duidelijk of de bestaande mensen wel altijd even efficiënt worden ingezet. 

Ondanks alle retoriek hierover is er nog steeds geen werklastmeting. In afwachting daarvan is het voor zowat iedereen wel duidelijk dat het werk onevenredig verdeeld is. Er zijn magistraten die zich te pletter werken maar er zijn er ook die een bepaald rustig professioneel leven leiden. 

Hoe dan ook, als er steeds meer werk moet gebeuren met minder mensen, leidt dat onvermijdelijk tot een sneeuwbaleffect. Een concreet effect hiervan zien we bv. in het dossier van Lernout & Hauspie. De burgerlijke partijen mogen van het Gentse hof van beroep ten vroegste in het najaar van 2020 een uitspraak verwachten in deze zaak. Lernout & Hauspie ging in 2001 failliet…

Bij de start van het gerechtelijk  jaar in 2019 zei de voorzitter van het Brusselse hof van beroep dat volgens een virtuele projectie van de pleitdata sommige dossiers in 2032 gepleit zullen kunnen worden. Het is een perspectief waar een rechtszoekende mens niet vrolijk van wordt. 

Alexander Dumarey

Meest gelezen