©  BELGA

 ©  Photo News

 ©  BELGA

1 / 3
thumbnail:  
thumbnail:  
thumbnail:  

Jambon verwijst naar “summier politierapport”, Catherine De Bolle: “Ik had op de hoogte moeten zijn”

Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon houdt ook in de speciaal bijeengeroepen Kamercommissie naar aanleiding van de zaak-Chovanec vol dat hij destijds enkel kon voortgaan op een ‘neutraal en summier’ politierapport. Voormalig politiebaas Catherine De Bolle geeft toe dat ze op de hoogte had moeten zijn, maar dat de informatie haar niet heeft bereikt.

avh

Jambon ging van start door nogmaals zijn medeleven te betuigen aan de familie. ‘Het verlies van een dierbare is een zware last om te dragen, ik hoop dat op een dag alles duidelijk zal worden en gerechtigheid zal geschieden. Het gerechtelijk onderzoek is nog lopende, ik kan dus niets zeggen over gerechtelijk dossier waarvan ik stand van zaken vandaag niet ken.’

"Ik wil nog eens duidelijk herhalen dat de beelden die opdoken in de pers, helemaal nieuw waren voor mij. Ze waren niet bekend bij mij of mijn kabinet, ik was net als iedereen geshockt toen ik ze voor het eerst zag. Ik heb het altijd goed voor met de politiediensten en zal hun ambt altijd met vuur verdedigen, maar wat ik zie op die beelden is ontoelaatbaar, onuitlegbaar en verschrikkelijk, voor hun collega"s en voor de hele maatschappij", aldus Jambon.

"Ik heb vanuit mijn huidige functie zeer weinig toegang tot het gerechtelijke dossier. Het dossier zoals het nu in de pers wordt voorgesteld, verschilt zeer sterk met het dossier dat 2,5 jaar geleden aan mij werd voorgesteld: als een gespierde politie-interventie gevolgd door een overlijden enkele dagen later in het ziekenhuis. Zo werd het aan mij voorgesteld in een neutraal en summier politierapport. Men kan vragen aan de huidige minister van Binnenlandse Zaken om dit te delen met de commissie, ik wil zelf geen procedurefout maken", waarna Jambon de tijdlijn nogmaals overloopt met de commissieleden.

"Waar zit hier het knipperlicht? Buiten dat verslag had ik niets anders qua informatie. De informatie die toen in de pers verscheen, deed bij niemand meer vragen opwerpen."

 ©  ISOPIX

Jambon: "Geen ingebouwd wantrouwen"

Jambon hamert er ook op dat zijn kabinet wel proactief heeft gehandeld. "Op 26 februari hebben we dat verslag zelf opgevraagd, naar aanleiding van het verzoek van de Slovaakse ambassadeur. Uit dat verslag is niet op te maken dat er meer aan de hand was. Het omschrijft een moeilijke arrestatie, maar maakt op geen enkel ogenblik melding van de verschrikkelijke feiten die te zien zijn in de videobeelden. Het kabinet krijgt nu verwijten dat het niet proactief heeft opgetreden, maar dat is totáál niet waar. We hebben zelf dat verslag opgevraagd, om de ambassadeur te kunnen antwoorden. Zonder die actie zou ik dat verslag zelfs niet onder ogen gekregen hebben. Ik heb geen ingebouwd wantrouwen tegenover de politie. Stel u voor dat we in zo"n maatschappij zouden leven."

Het feit dat de Slovaakse ambassadeur een onderhoud aanvroeg, is niet uitzonderlijk, benadrukt Jambon. "Het is de taak van een ambassadeur om zijn landgenoten te helpen. De ambassadeur heeft trouwens ook contact gehad met andere diensten, zoals het parket, met betrekking tot de voortgang van het dossier. Zelfs toen ik geen minister van Binnenlandse Zaken meer was."

Waarom heeft hij geen tuchtprocedure opgestart? "Wel, de minister van Binnenlandse Zaken was geen tuchtorgaan, dat was het interne tuchtorgaan van de politie. Dat neemt niet weg dat de minister een zaak naar zich toe kan trekken, maar dat zijn uitzonderlijke procedures. Die worden enkel ingezet als er meer informatie is dat er sprake is van strafrechtelijke feiten. Over die informatie beschikte ik toen niet, en ik had geen enkele reden te veronderstellen dat die bestond. Er waren toen geen aanwijzingen dat ik als minister van Binnenlandse Zaken had moeten ingrijpen", besluit Jambon.

 ©  BELGA

De Mesmaeker: "Heel veel mensen waren op de hoogte van de feiten"

Na Jambon neemt Marc De Mesmaeker, huidige baas van de federale politie, het woord. Hij benadrukt dat hij op het ogenblik van de feiten directeur-generaal van het administratief en technisch secretariaat van Binnenlandse Zaken (SAT) was, een dienst die de minister administratief en technisch ondersteunen, niet politiek. Hij was al twee dagen na de dood van Chovanec op de hoogte, door het persoverzicht dat op 28 februari en 1 maart beschikbaar was. "Ik was dus op de hoogte van de feiten, zoals héél héél héél veel mensen in België." De Mesmaeker stipte aan dat er wel een verschil is tussen op de hoogte zijn van de feiten, en op de hoogte zijn van de beelden.

Hij was eveneens op de hoogte van het consulair onderhoud, maar daarbij was hij niet aanwezig, "dat behoorde niet tot mijn takenpakket". "Het SAT weet niet wat er op die vergaderingen werd gezegd", benadrukt De Mesmaeker. "Ik denk dat ik mijn werk heb gedaan, en meer dan dat. Ik heb correct, transparant en accuraat gehandeld. Ik kan dus in goed vertrouwen zeggen dat we dit dossier behandeld hebben volgens alle procedures. En het is mijn overtuiging dat ik er als commissaris-generaal van kon uitgaan dat iedereen zijn job had gedaan. Ik benadruk dat het SAT geen enkel gezag heeft over de federale politie, en zich niet mengt in procedures."

"Wie aan een job als commissaris-generaal begint, moet niet als een monnik alle dossiers uitpluizen, maar gaat beleidsmatig aan de slag", aldus nog De Mesmaeker. "Voor de luchtvaartpolitie ligt de tuchtbevoegdheid niet bij mij als commissaris-generaal."

"Was ik op de hoogte van de beelden? Neen! Noch toen, noch bij mijn aanstelling als commissaris-generaal, noch bij het wisselen van minister. Ik lees her en der dat het niet kan dat Marc De Mesmaeker niet meer wist. Het is nochtans zo."

"Ik zeg u hier, dat ik de familie Chovanec recht in de ogen kan krijgen. En ik zou dat trouwens snel, letterlijk willen doen, want ik besef welke nachtmerrie zij nu al twee jaar meemaken. Hoe men het nu draait of keert, ik ben nu baas van die personeelsleden die in Gosselies hebben opgetreden. Of ik het nu wil of niet, ik word geassocieerd met dit drama. Ik besef heel goed dat ik in mijn functie deel uitmaak van de Belgische gezagsvertegenwoordiging. Dat rationele besef, gekoppeld aan mijn hart doet mij die geste doen, de hand uitreiken naar de familie."

De Mesmaeker: "Vertrouwen in de politie staat op het spel"

"Is het echt zo dat niemand in de politieketen die beelden had? En er niets mee gedaan? Daar kan ik geen antwoord op geven, maar ik wil daar een duidelijk antwoord op. Ik wacht verder het gerechtelijk onderzoek af. Het is ook een medische kwestie. Ik besef dat dat voor de nabestaanden - en ook voor mijn medewerkers - een moeilijke periode is, maar het kan niet anders."

Wat het interne onderzoek betreft, zijn er twee luiken, benadrukt De Mesmaeker. "De interventie zelf, en de organisatie achteraf. Beide luiken zijn voor mij even belangrijk. Wat hier op het spel staat is het vertrouwen in de politie van de bevolking. Ik besef maar al te goed dat dit van kapitaal belang is. Er lopen twee onderzoeken: één van het Comité P, dat aanbevelingen moet formuleren om beter te functioneren in de toekomst, en een intern onderzoek."

"Ik begrijp de maatschappelijke verontwaardiging, De roep om snelle straffen galmt. Maar een intern onderzoek professioneel voeren, betekent de rechten van de verdediging respecteren. We zullen onze verantwoordelijkheid nemen, maar dan wel volgens de regels en de wet", aldus nog De Mesmaeker.

"Wat de informatiestroom betreft: laat ons duidelijk zijn. Informatie moet op het goede moment op het goede niveau aankomen. Was er een onmiddellijke melding geweest naar de nationale permanentie van de Directie van de operaties bestuurlijke politie (DAO), hadden we mogelijk een andere afwikkeling gehad. Het gaat over de rol van de officier van de gerechtelijke politie. Die kan zijn rol enkel invullen als hij over de juiste informatie beschikt."

"Het gedrag van de politieambtenaren is nog een andere zaak. Het werk inzake integriteit vereist dat de personeelsleden het woord durven nemen, om er voor te zorgen dat wij onze regels en waarden respecteren. Alle verantwoordelijken spelen daarbij een belangrijke rol. Ongepaste gedragingen moeten altijd en overal een gepast vervolg krijgen", zo sluit De Mesmaeker af.

 ©  BELGA

De Bolle: "Had op de hoogte moeten zijn"

Zijn voorgangster Catherine De Bolle nam als laatste het woord. "Ik heb zoals iedere weldenkende burger en iedere weldenkende politieagent de beelden gezien met onverklaarbare gedragingen van politiemensen. Ik bied mijn oprecht medeleven aan bij de echtgenote en familie van de heer Chovanec. Er moeten duidelijke antwoorden komen. In de eerste plaats voor de nabestaanden van meneer Chovanec, maar ook voor de politiemensen die dag en nacht het beste van zichzelf geven en door deze zaak in een slecht daglicht komen te staan."

De Bolle wijst erop dat ze op 1 mei de federale politie verlaten heeft, en sindsdien geen toegang meer heeft tot gegevens over haar toenmalige functie. "Ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat ik niet op de hoogte werd gesteld van de feiten, en dat ze mij ter kennis hadden moeten worden gebracht. Indien dat het geval was geweest, had ik altijd actie ondernomen."

"Er bestaat een procedure om dergelijke incidenten via de DAO te melden. Deze directie-generaal is onder meer verantwoordelijk voor de luchtvaartpolitie. Ik kan enkel vaststellen dat de informatie van de feiten mij niet heeft bereikt. Ik reken er dan op dat het intern onderzoek zal uitwijzen waarom de bestaande procedure niet heeft gewerkt, en niemand mij de feiten heeft gemeld."

Ze benadrukt dat de commissaris-generaal in deze geen enkele tuchtbevoegdheid heeft.

"De beelden met onverklaarbare gedragingen van politiemensen die de wereld in zijn gestuurd, hebben mij enorm veel pijn gedaan. Ik ben bij de politie gegaan om mens en maatschappij te dienen. Wie met mij werkt of gewerkt heeft, weet dat mensenrechten, integriteit en respect voor de rechtsstaat centraal staan in de manier waarop ik de politie heb geleid", aldus De Bolle. "Dat is spijtig genoeg geen garantie op waardegedreven gedrag van alle politiemensen. Ik ben er echter van overtuigd dat de politie haar taak op die manier uitvoert, niettegenstaande het verwerpelijke gedrag van enkelingen", besluit De Bolle.

De feiten dateren van eind februari 2018, maar kwamen vorige week aan het licht toen beelden van bewakingscamera’s opdoken.

 

    Aangeboden door onze partners

    Hoofdpunten

    Aangeboden door onze partners

    MEER OVER