Ex-topvrouw federale politie: ‘De info-flux heeft niet gewerkt, het politierapport is niet tot bij mij geraakt’

Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon houdt ook in de speciaal bijeengeroepen Kamercommissie naar aanleiding van de zaak-Chovanec vol dat hij destijds enkel kon voortgaan op een ‘neutraal en summier’ politierapport. Toenmalig politiebaas Catherine De Bolle zegt dat politierapport zelfs nooit te hebben ontvangen. ‘De info-flux heeft niet gewerkt.’

(edm, avh)

Wat wist toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) over de zaak-Chovanec in februari en maart 2018? Op die vraag hopen de Kamercommissies Justitie en Binnenlandse Zaken vandaag een antwoord te krijgen. Naast Jambon komen ook de huidige baas van de federale politie, Marc De Mesmaeker, en de voormalige politiebaas Catherine De Bolle meer uitleg geven in het parlement.

Jambon ging van start door nogmaals zijn medeleven te betuigen aan de familie. ‘Het verlies van een dierbare is een zware last om te dragen, ik hoop dat op een dag alles duidelijk zal worden en gerechtigheid zal geschieden. Het gerechtelijk onderzoek is nog lopende, ik kan dus niets zeggen over gerechtelijk dossier waarvan ik stand van zaken vandaag niet ken.’

‘Ik wil nog eens duidelijk herhalen dat de beelden die opdoken in de pers, helemaal nieuw waren voor mij. Ze waren niet bekend bij mij of mijn kabinet, ik was net als iedereen geshockt toen ik ze voor het eerst zag. Ik heb het altijd goed voor met de politiediensten en zal hun ambt altijd met vuur verdedigen, maar wat ik zie op die beelden is ontoelaatbaar, onuitlegbaar en verschrikkelijk, voor hun collega’s en voor de hele maatschappij’, aldus Jambon.

‘Ik heb vanuit mijn huidige functie zeer weinig toegang tot het gerechtelijke dossier. Het dossier zoals het nu in de pers wordt voorgesteld, verschilt zeer sterk met het dossier dat 2,5 jaar geleden aan mij werd voorgesteld: als een gespierde politie-interventie gevolgd door een overlijden enkele dagen later in het ziekenhuis. Zo werd het aan mij voorgesteld in een neutraal en summier politierapport. Men kan vragen aan de huidige minister van Binnenlandse Zaken om dit te delen met de commissie, ik wil zelf geen procedurefout maken’, waarna Jambon de tijdlijn nogmaals overloopt met de commissieleden.

‘Waar zit hier het knipperlicht? Buiten dat verslag had ik niets anders qua informatie. De informatie die toen in de pers verscheen, deed bij niemand meer vragen opwerpen.’

Jambon: ‘Geen ingebouwd wantrouwen’

Jambon hamert er ook op dat zijn kabinet wel proactief heeft gehandeld. ‘Op 26 februari hebben we dat verslag zelf opgevraagd, naar aanleiding van het verzoek van de Slovaakse ambassadeur. Uit dat verslag is niet op te maken dat er meer aan de hand was. Het omschrijft een moeilijke arrestatie, maar maakt op geen enkel ogenblik melding van de verschrikkelijke feiten die te zien zijn in de videobeelden. Het kabinet krijgt nu verwijten dat het niet proactief heeft opgetreden, maar dat is totáál niet waar. We hebben zelf dat verslag opgevraagd, om de ambassadeur te kunnen antwoorden. Zonder die actie zou ik dat verslag zelfs niet onder ogen gekregen hebben. Ik heb geen ingebouwd wantrouwen tegenover de politie. Stel u voor dat we in zo’n maatschappij zouden leven.’

Het feit dat de Slovaakse ambassadeur een onderhoud aanvroeg, is niet uitzonderlijk, benadrukt Jambon. ‘Het is de taak van een ambassadeur om zijn landgenoten te helpen. De ambassadeur heeft trouwens ook contact gehad met andere diensten, zoals het parket, met betrekking tot de voortgang van het dossier. Zelfs toen ik geen minister van Binnenlandse Zaken meer was.’

Waarom heeft hij geen tuchtprocedure opgestart? ‘Wel, de minister van Binnenlandse Zaken was geen tuchtorgaan, dat was het interne tuchtorgaan van de politie. Dat neemt niet weg dat de minister een zaak naar zich toe kan trekken, maar dat zijn uitzonderlijke procedures. Die worden enkel ingezet als er meer informatie is dat er sprake is van strafrechtelijke feiten. Over die informatie beschikte ik toen niet, en ik had geen enkele reden te veronderstellen dat die bestond. Er waren toen geen aanwijzingen dat ik als minister van Binnenlandse Zaken had moeten ingrijpen’, besluit Jambon.

 ©  Photo News

De Mesmaeker: ‘Heel veel mensen waren op de hoogte’

Na Jambon neemt Marc De Mesmaeker, huidige baas van de federale politie, het woord. Hij benadrukt dat hij op het ogenblik van de feiten directeur-generaal van het administratief en technisch secretariaat van Binnenlandse Zaken (SAT) was, een dienst die de minister administratief en technisch ondersteunen, niet politiek. Hij was al twee dagen na de dood van Chovanec op de hoogte, door het persoverzicht dat op 28 februari en 1 maart beschikbaar was. ‘Ik was dus op de hoogte van de feiten, zoals héél héél héél veel mensen in België.’ De Mesmaeker stipte aan dat er wel een verschil is tussen op de hoogte zijn van de feiten, en op de hoogte zijn van de beelden.

Hij was eveneens op de hoogte van het consulair onderhoud, maar daarbij was hij niet aanwezig, ‘dat behoorde niet tot mijn takenpakket’. ‘Het SAT weet niet wat er op die vergaderingen werd gezegd’, benadrukt De Mesmaeker. ‘Ik denk dat ik mijn werk heb gedaan, en meer dan dat. Ik heb correct, transparant en accuraat gehandeld. Ik kan dus in goed vertrouwen zeggen dat we dit dossier behandeld hebben volgens alle procedures. En het is mijn overtuiging dat ik er als commissaris-generaal van kon uitgaan dat iedereen zijn job had gedaan. Ik benadruk dat het SAT geen enkel gezag heeft over de federale politie, en zich niet mengt in procedures.’

‘Wie aan een job als commissaris-generaal begint, moet niet als een monnik alle dossiers uitpluizen, maar gaat beleidsmatig aan de slag’, aldus nog De Mesmaeker. ‘Voor de luchtvaartpolitie ligt de tuchtbevoegdheid niet bij mij als commissaris-generaal.’

‘Was ik op de hoogte van de beelden? Neen! Noch toen, noch bij mijn aanstelling als commissaris-generaal, noch bij het wisselen van minister. Ik lees her en der dat het niet kan dat Marc De Mesmaeker niet meer wist. Het is nochtans zo.’

‘Ik zeg u hier, dat ik de familie Chovanec recht in de ogen kan kijken. En ik zou dat trouwens snel, letterlijk willen doen, want ik besef welke nachtmerrie zij nu al twee jaar meemaken. Hoe men het nu draait of keert, ik ben nu baas van die personeelsleden die in Gosselies hebben opgetreden. Of ik het nu wil of niet, ik word geassocieerd met dit drama. Ik besef heel goed dat ik in mijn functie deel uitmaak van de Belgische gezagsvertegenwoordiging. Dat rationele besef, gekoppeld aan mijn hart doet mij die geste doen, de hand uitreiken naar de familie.’

De Mesmaeker: ‘Vertrouwen in de politie staat op het spel’

‘Is het echt zo dat niemand in de politieketen die beelden had? En er niets mee gedaan? Daar kan ik geen antwoord op geven, maar ik wil daar een duidelijk antwoord op. Ik wacht verder het gerechtelijk onderzoek af. Het is ook een medische kwestie. Ik besef dat dat voor de nabestaanden - en ook voor mijn medewerkers - een moeilijke periode is, maar het kan niet anders.’

Wat het interne onderzoek betreft, zijn er twee luiken, benadrukt De Mesmaeker. ‘De interventie zelf, en de organisatie achteraf. Beide luiken zijn voor mij even belangrijk. Wat hier op het spel staat is het vertrouwen in de politie van de bevolking. Ik besef maar al te goed dat dit van kapitaal belang is. Er lopen twee onderzoeken: één van het Comité P, dat aanbevelingen moet formuleren om beter te functioneren in de toekomst, en een intern onderzoek.’

‘Ik begrijp de maatschappelijke verontwaardiging, De roep om snelle straffen galmt. Maar een intern onderzoek professioneel voeren, betekent de rechten van de verdediging respecteren. We zullen onze verantwoordelijkheid nemen, maar dan wel volgens de regels en de wet’, aldus nog De Mesmaeker.

‘Wat de informatiestroom betreft: laat ons duidelijk zijn. Informatie moet op het goede moment op het goede niveau aankomen. Was er een onmiddellijke melding geweest naar de nationale permanentie van de Directie van de operaties bestuurlijke politie (DAO), hadden we mogelijk een andere afwikkeling gehad. Het gaat over de rol van de officier van de gerechtelijke politie. Die kan zijn rol enkel invullen als hij over de juiste informatie beschikt.’

‘Het gedrag van de politieambtenaren is nog een andere zaak. Het werk inzake integriteit vereist dat de personeelsleden het woord durven nemen, om er voor te zorgen dat wij onze regels en waarden respecteren. Alle verantwoordelijken spelen daarbij een belangrijke rol. Ongepaste gedragingen moeten altijd en overal een gepast vervolg krijgen’, zo sluit De Mesmaeker af.

 ©  ISOPIX

De Bolle: ‘Had op de hoogte moeten zijn’

Zijn voorgangster Catherine De Bolle nam als laatste het woord. ‘Ik heb zoals iedere weldenkende burger en iedere weldenkende politieagent de beelden gezien met onverklaarbare gedragingen van politiemensen. Ik bied mijn oprecht medeleven aan bij de echtgenote en familie van de heer Chovanec. Er moeten duidelijke antwoorden komen. In de eerste plaats voor de nabestaanden van meneer Chovanec, maar ook voor de politiemensen die dag en nacht het beste van zichzelf geven en door deze zaak in een slecht daglicht komen te staan.’

De Bolle wijst erop dat ze op 1 mei de federale politie verlaten heeft, en sindsdien geen toegang meer heeft tot gegevens over haar toenmalige functie. ‘Ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat ik niet op de hoogte werd gesteld van de feiten, en dat ze mij ter kennis hadden moeten worden gebracht. Indien dat het geval was geweest, had ik altijd actie ondernomen.’

‘Er bestaat een procedure om dergelijke incidenten via de DAO (directie van de operaties bestuurlijke politie) te melden. Deze directie-generaal is onder meer verantwoordelijk voor de luchtvaartpolitie. Ik kan enkel vaststellen dat de informatie van de feiten mij niet heeft bereikt. Ik reken er dan op dat het intern onderzoek zal uitwijzen waarom de bestaande procedure niet heeft gewerkt, en niemand mij de feiten heeft gemeld’, aldus De Bolle, die wel benadrukt dat de commissaris-generaal in deze geen enkele tuchtbevoegdheid heeft.

‘De beelden met onverklaarbare gedragingen van politiemensen die de wereld in zijn gestuurd, hebben mij enorm veel pijn gedaan. Ik ben bij de politie gegaan om mens en maatschappij te dienen. Wie met mij werkt of gewerkt heeft, weet dat mensenrechten, integriteit en respect voor de rechtsstaat centraal staan in de manier waarop ik de politie heb geleid’, aldus De Bolle. ‘Dat is spijtig genoeg geen garantie op waardegedreven gedrag van alle politiemensen. Ik ben er echter van overtuigd dat de politie haar taak op die manier uitvoert, niettegenstaande het verwerpelijke gedrag van enkelingen’, besluit De Bolle.

 ©  Photo News

‘Waarom zijn er geen alarmbellen afgegaan?’

Na de uiteenzetting van Jambon, De Mesmaeker en De Bolle krijgen de commissieleden de kans om vragen te stellen. Velen, onder wie Stefaan Van Hecke (Groen-Ecolo), Meryame Kitir (SP.A) en Ahmed Laaouej (PS), vinden de uitleg van Jambon niet geloofwaardig. Zij vragen zich vooral af waarom ook bij twee bijeenkomsten met de Slovaakse ambassadeur geen alarmbellen afgingen bij de minister en waarom heeft hij geen initiatief genomen?

Jambon verwijst opnieuw naar uitzonderlijke procedures, die vereisten dat hij ‘duidelijke aanwijzingen heeft van tuchtrechtelijke of strafrechtelijke feiten’. ‘En daar beschikte ik niet over. Natuurlijk bekijkt iedereen deze zaak helemaal anders door het zien van die beelden, maar die had ik niet. Je beroept je als minister op rapporten van ambtenaren in functie, en gaat ervan uit dat die correct zijn tot bewijs van tegendeel. Pas nadat je de beelden hebt gezien, weet je dat er lacunes in het politierapport zitten.’

‘En dan is er het bezoek van de Slovaakse ambassadeur. Natuurlijk is het uitzonderlijk dat je zo’n bezoek krijgt als minister van Binnenlandse Zaken, en gelukkig maar. Als voorbereiding op dat bezoek heb ik het politierapport opgevraagd, en we hebben dat besproken. De ambassadeur was daar tevreden over. Bij de tweede ontmoeting vroeg hij een stand van zaken, ook dat was een vriendelijk gesprek. Iets niet herinneren, is dat een fout? Misschien, en ik betreur dat ten zeerste. Moesten wij fouten gemaakt hebben, zou ik mij verantwoordelijk voelen, maar ik vind niet dat wij fouten hebben gemaakt’, aldus Jambon.

‘De beelden kloppen in niets met het verhaal ervoor’

Waarom wordt nu niet harder opgetreden? ‘Ik geef toch aan dat de nummer twee van de federale politie zelf een stap opzij heeft gezet’, zegt De Mesmaeker. ‘Ondertussen is een directeur overgeplaatst en er is ook een ordemaatregel getroffen tegen de agente die de Hitlergroet deed. Als men in het intern onderzoek een aantal zaken vaststelt, dan kunnen er nog bijkomende ordemaatregelen worden genomen, dan kan er tucht worden gestart, en kunnen er mensen geschorst worden’, bevestigt hij. Wie is er op de hoogte van de beelden? ‘Ik wil daar zelf ook een zo snel mogelijk en ondubbelzinnig antwoord op, dat zal het intern onderzoek moeten uitwijzen.’

Waarom er niet eerder hard is opgetreden, moet De Mesmaeker gezien worden in het licht van de beelden. ‘De beelden kloppen in niets met het verhaal ervoor. Hadden we die beelden sneller gezien, dan hadden we sneller opgetreden. Ik vraag aan iedereen bij de beoordeling en de analyse van de feiten, dat de juiste datum wordt bekeken.’

Ook over de gesloten Facebook-groep met 6.400 volgers geeft De Mesmaeker duiding. ‘Die groep is ontstaan uit een nobel initiatief, om te leren van elkaar. Hoe goed kan een nobel initiatief om zeep geholpen worden? Aan de actieve agenten die dat zouden hebben gedaan (racistische uitspraken en verheerlijken geweld, red.) kan ik enkel maar zeggen stop ermee en bezint u, en twee: als je echt meent wat je daar post, bol het af. Ga weg bij de politie. We gaan de selectiemachine laten draaien en we gaan ander en beter vinden. Dat wil ik zeggen tegen die één procent.’

De Mesmaeker roept zijn collega’s ook op ‘om te praten’. ‘Collega’s moeten elkaar durven aanspreken, zelfs bij de kleinste uitschuivers.’

Hoe zit het nu met de betrokken agente, de vrouw die de Hitlergroet deed? ‘De politie-inspecteur werd overgeplaatst, ze vervult nu een functie waar ze geen contacten meer heeft met het publiek. Zoals gezegd is het niet uitgesloten dat nog andere ordemaatregelen genomen worden, naarmate het onderzoek vordert.’

‘Info-flux heeft niet gewerkt’

Waarom heeft Catherine De Bolle nooit eerder vraagtekens geplaatst bij het politieoptreden? ‘U had die beelden kunnen krijgen. Dit ging over een overlijden na een politieoptreden, dan moeten alle alarmbellen afgaan, waarom heeft u niet meer gedaan’, vroeg commissielid Franky Demon (CD&V) zich af.

De Bolle wijst erop dat er twee lijnen zijn bij een interventie. ‘Het gerechtelijke luik heeft gewerkt: er is een pv opgesteld, de officier van gerechtelijke en bestuurlijke politie is geïnformeerd, het parket heeft beslist om de beelden in beslag te nemen en er is een onderzoek gestart. Maar wat niet heeft gewerkt volgens mij, maar ook ik wacht op de interne analyse, is de info-flux bij de politie. Het politierapport is niet tot bij mij geraakt, en als ik mag toevoegen: de directeur-generaal van de administratieve politie heeft een stap opzij gezet omdat hij niet op de hoogte was.’

‘Ik ben niet geïnformeerd door het parket omdat ik geen disciplinaire overheid ben, het parket wordt niet geacht om mij te informeren. Ik ben ook niet geïnformeerd over het bezoek van de ambassadeur’, aldus De Bolle. ‘Wie heeft binnen de federale politie de beelden gezien? Ik kan u dat niet zeggen, het vormt voorwerp van intern onderzoek en het toezichtsonderzoek van het Comité P, om in kaart te brengen wie toegang had tot die beelden.’