Direct naar artikelinhoud
Reportage

Vrouwenmoorden in Frankrijk wakkeren feminisme aan: ‘Papa heeft mama vermoord met een mes’

De feministische actiegroep Collages Féminicides gebruikt posters om aandacht te vragen voor vrouwen die door hun (ex-)partner worden vermoord.Beeld Aurélie Geurts

Nu steeds meer Franse vrouwen worden vermoord door hun partner of ex − 146, vorig jaar − flakkeren feministische protesten op in Frankrijk, ook tegen seksueel geweld en seksisme. We liepen mee met de actiegroep Collages Féminicides.

De schemering moet nog vallen als de 16-jarige Lola met haar moeder Leila en vriendinnen Chloé en Alice door de straten van de Parijse voorstad Montreuil trekt. De militanten, zo noemen ze zich, zijn gewapend met een bezem, een emmer met een mengsel van water en papierlijm, een handvol kwasten en een stapel stencils. Vastberaden lopen ze op hun doel af, een blinde muur van een bankfiliaal, tegenover een speeltuintje. “Welke slogan plakken we hier?”, vraagt Lola. “Mijn tepel is geen uitnodiging?”

“Papa heeft mama vermoord met een mes.” “Zij verlaat hem, hij doodt haar.” “Maureen, 28 jaar, doodgeslagen door haar man.” In de meeste Franse steden hoef je niet lang te zoeken voor je dit soort affiches tegenkomt. Ze zijn het werk van Collages Féminicides, een feministische actiegroep die met confronterende posters aandacht vraagt voor feminicide: moord op een vrouw om het feit dat zij vrouw is, vaak door een (ex-)partner.

In 2019 werden 146 vrouwen − 21 procent meer dan het jaar daarvoor − vermoord door toedoen van hun (voormalige) man of vriend, maakte het ministerie van binnenlandse zaken in augustus bekend. Gemiddeld elke zestig uur een moord. Ieder jaar worden bovendien zo’n 220 duizend Franse vrouwen het slachtoffer van fysieke of seksuele mishandeling door hun (ex-)partner.

Posterplakactivisme

Een jaar geleden verscheen de eerste tekst van Collages Féminicides op een muur in Parijs. Daarna ging het snel met de beweging. Oprichter Marguerite Stern, voormalig lid van het internationale feministische shockactiecollectief Femen, nodigde gelijkgestemden op haar instagrampagina uit voor een cursus posterplakactivisme in haar kraakpand in Parijs. Honderden vrouwen en meisjes gaven gehoor aan die oproep. Mannen zijn niet welkom; Stern wil dat “vrouwen de publieke ruimte terugclaimen”.

Nadat ze een plakcursus in het kraakpand hadden bijgewoond, besloten moeder Leila en dochter Lola nog diezelfde avond een lokale afdeling van Collages Féminicides op te richten in hun woonplaats Montreuil. Inmiddels telt hun Whatsappgroep 117 leden. Leila is de coördinator. “Niet de leider”, haast ze zich te zeggen: Collages Féminicides is een leiderloze beweging.

De horizontale organisatiestructuur en de eenvoudige maar zeer herkenbare visuele stijl van de affiches hebben ervoor gezorgd dat de beweging in rap tempo is gegroeid, tot ver buiten de Franse grenzen. In onder meer Brussel, Londen en Milaan zijn afdelingen van Collages Féminicides actief.

Geoliede machine

“Het mooie is: iedereen kan posters plakken”, zegt Lola, terwijl ze met een kwast de achterkant van de stencils insmeert met lijm, de vlekken op haar AC/DC-shirt voor lief nemend. “Er is een hele lage instapdrempel, iedereen die wil, kan een steentje bijdragen.” Ervaring loont, blijkt desalniettemin, net als een strakke taakverdeling: Lola, Leila en Chloë gaan als een geoliede machine te werk. Insmeren, doorgeven, opplakken: binnen anderhalve minuut prijkt de tekst “Non c’est non” op de muur. Nee is nee.

De Franse neofeministen hebben hun eigen sociolect waarin neutrale mannelijke woorden door de vrouwelijke variant worden vervangen.Beeld Aurélie Geurts

“Er is een nieuw feministisch bewustzijn in Frankrijk”, zegt de 40-jarige Sophie Barre, woordvoerder van een andere beweging, het collectief #NousToutes dat sinds 2018 strijdt tegen “alle vormen van seksistisch en seksueel geweld”. “Toen ik jong was wisten we ook wel dat er mannen zijn die hun vrouw slaan. Maar dat besef daalde niet echt in, het lokte geen reactie uit in de samenleving. Nu komt het wél binnen, alsof iemand eindelijk de geluidsknop heeft ingedrukt.”

Toen #MeToo in de VS opkwam, werd die beweging in de Franse publieke opinie nogal eens afgeschilderd als een doorgeslagen en typisch Amerikaans fenomeen, een uitwas van de overdreven hang naar puritanisme aan de overzijde van de Atlantische Oceaan. Inmiddels lijkt het erop dat #MeToo en de Franse variant #BalanceTonPorc (verlink je varken) met een paar jaar vertraging wel degelijk hebben geleid tot een serieuze verschuiving van de Franse normen ten aanzien van seksisme en seksueel geweld. “Een maatschappelijke electroshock”, noemt Barre het.

Alleen al in de terminologie is die verschuiving waarneembaar: wat nu feminicide heet, werd vroeger in de Franse media vaak crime passionnel genoemd.

Boete

Lola en haar ‘strijdzusters’ Chloë en Alice lopen in snelwandeltempo weg van een muur waarop ze zojuist een slogan hebben geplakt. De linkse burgemeester van Montreuil en zijn politiekorps knijpen doorgaans een oogje toe, maar officieel staat op wildplakken een boete van 68 euro. 

Ondertussen vertelt Lola over het begrip femmage: een hommage, maar dan voor een vrouw. De Franse neofeministen hebben hun eigen sociolect waarin neutrale mannelijke woorden door de vrouwelijke variant worden vervangen. Schrijft Marguerite Stern over de Franse taal, dan noemt ze die niet “le Français” maar “la Française”.

Waar Leila, Lola en de andere strijdzusters het liever niet over hebben, maar wat niet ongenoemd kan blijven, is dat Stern zelf onder vuur is komen te liggen. Steen des aanstoots is haar mening over de positie van transgenders in de feministische strijd. Zij ondermijnen de vrouwenzaak, vindt Stern, die dat standpunt vaak op weinig fijnzinnige wijze verwoordt. Een aanzienlijk deel van haar oude achterban ziet haar als transfoob; door een kleine groep radicalen wordt ze bedreigd.

“We zijn het onderling niet altijd eens”, wil Leila erover kwijt. “Soms zelfs heel erg oneens. Maar als we gaan plakken, richten we ons op de zaken waar we het wel over eens zijn: de strijd tegen mannelijk geweld en het patriarchaat.”

Beschuldigd

Het is de vraag of president Macron zich voldoende bewust is van de impact van de Franse feministische opleving. Afgelopen zomer benoemde hij bij een herschikking van zijn kabinet een nieuwe minister van binnenlandse zaken, Gérald Darmanin, die door twee vrouwen wordt beschuldigd van respectievelijk verkrachting en machtsmisbruik. Feministische organisaties protesteerden voor het zomerreces overal waar de minister opdook.

Leila: ‘Als we gaan plakken, richten we ons op de zaken waar we het wel over eens zijn: de strijd tegen mannelijk geweld en het patriarchaat.’Beeld Aurélie Geurts

Een voormalige prostituee zegt in 2009 door Darmanin te zijn verkracht in een hotelkamer in Parijs. De zaak werd geseponeerd, maar het onderzoek is in juni heropend op last van de hoogste Franse rechtbank. Een inwoonster van de Noord-Franse stad Tourcoing, waar Darmanin burgemeester was, zegt dat hij haar in 2015 in ruil voor seksuele handelingen heeft toegezegd te helpen met het vinden van werk en onderdak. Deze zaak, die gaat over machtsmisbruik, werd in 2018 geseponeerd, de Parijse rechtbank buigt zich momenteel over heropening.

“In wat voor democratie benoemen ze een minister van binnenlandse zaken die wordt beschuldigd van verkrachting, en die moet worden onderzocht door agenten die onder zijn eigen ministerie vallen?”, briest Barre. “Het is krankzinnig.” Ook de posterplakkers van Collages Féminicides richtten zich de voorbije zomer massaal tegen Darmanin, met teksten als “Welkom op het ministerie van verkrachting’ en ‘Verkrachters in de gevangenis, niet in de regering”.

“Mannen moeten stoppen elkaar de hand boven het hoofd te houden”, zegt Leila, terwijl haar dochter ter instemming hevig knikt. “Als we aan het plakken zijn, komen er vaak groepjes jongens naar ons toe. Bijdehante gastjes van 16, 17 jaar. Eerst doen ze meestal een beetje stoer, maar als ik uitleg wat we doen vragen ze vaak hoe ze kunnen helpen. ‘Heel simpel’, zeg ik dan: ‘Niet omgaan met jongens die meisjes aanranden. Dat zouden ze in de politiek ook moeten doen.’”

Wel maatregelen, geen extra geld

President Macron riep gelijkheid tussen mannen en vrouwen na zijn verkiezing uit tot ‘la grande cause’, de belangrijkste kwestie van zijn presidentschap. In het najaar van 2019 organiseerde de regering een grootschalig polderoverleg met tal van maatschappelijke organisaties over partnergeweld (de term feminicide gebruikt de overheid niet).

Dat overleg leidde tot een aantal concrete maatregelen. Er kwamen gespecialiseerde opvangcentra voor de daders van huiselijk geweld, zodat de slachtoffers thuis kunnen blijven wonen. Vuurwapens worden na de eerste melding van partnergeweld in beslag genomen (in ruim 30 procent van zulke moorden wordt het slachtoffer met een vuurwapen vermoord). Vorige maand stemde het Franse parlement bovendien in met een wet die artsen in staat stelt het medisch beroepsgeheim te doorbreken en de politie in te schakelen als ze ‘acuut gevaar’ vermoeden.

Dat feministische organisaties desondanks vinden dat de regering te weinig doet, ligt vooral aan het feit dat er geen extra geld werd vrijgemaakt voor de strijd tegen partnergeweld. In 2018 oordeelde het adviesorgaan de Hoge Raad voor de Gelijkheid dat er een bedrag van tussen de 500 miljoen en 1 miljard euro nodig is voor ‘effectief’ beleid.