Direct naar artikelinhoud
ReportageEerste schooldag

‘Ik hoop dat we kunnen stoppen met leerlingen te zeggen wat ze allemaal níét mogen doen’

In de voormiddag worden enkel de eerstejaars verwacht. Ze krijgen zo de tijd en ruimte om de school te ontdekken.Beeld Wouter Van Vooren

De overgang naar de secundaire school is nooit evident. Maar hoe gaat dat bij leerlingen die een deel van het vorige schooljaar misten en nu plots een mondmasker moeten dragen? ‘Ik hoop dat we kunnen stoppen met kinderen te zeggen wat ze allemaal níét mogen doen.’

Wereldwijde pandemie of niet, een kind voor het eerst afzetten aan de middelbare school blijft een speciaal moment voor ouders. Bij sommigen gaat dat gepaard met een foto of trotse aai over de bol, anderen kunnen ook achter hun mondmasker niet verbergen dat er een traantje weggepinkt wordt. Dat ze daarmee de veiligheidsmaatregelen aan hun laars lappen, nemen ze erbij. 

“Ik weet dat ik volgens de regels van de school eigenlijk in mijn auto moet blijven zitten”, zegt Marleen Vandecapellen, die haar dochter komt afzetten aan de Middenschool van de Voskenslaan in Gent. Haar dochter start dit jaar in het eerste jaar secundair onderwijs. Samen met haar lotgenoten krijgt ze de school een hele voormiddag voor zich alleen: de tweedejaars worden tot de middag weggehouden van school zodat de nieuwe leerlingen die op hun gemak kunnen verkennen. 

Er is de voorbije maanden flink wat inkt gevloeid over groepen die extra aandacht moeten krijgen bij de heropstart. Experts noemden steevast de leerlingen uit het eerste jaar. “Ook wij hebben dat gelezen in de krant”, zegt directeur Bob Podevijn. “We weten dat die maatschappelijke druk om de eerste graad goed te laten starten er is. Al is het ook gewoon evident.”

Over het hele land trekken meer dan een miljoen kinderen terug naar de klas, nadat het vorige schooljaar in maart bruut onderbroken werd door het coronavirus. In tegenstelling tot de meeste scholen zwaaide de schoolpoort van de Middenschool niet opnieuw open in mei. Op een terugkomdag na schakelde de school volledig over op afstandsonderwijs. Vandaag is het de eerste keer in vijf maanden dat de leerlingen én leerkrachten terugkeren voor een volledige lesdag.

En dus zijn er aan beide kanten van de schoolpoort zenuwen. “Het is inderdaad alweer vijf maanden geleden dat ik hier stond”, lacht een leerkracht aardrijkskunde wanneer ze zich vergist in de klas. Of corona en alle bijkomende veiligheidsmaatregelen redenen voor die zenuwen zijn? Dat hangt ervan af aan welke kant van de schoolpoort je de vraag stelt. Bij ouders speelt het minder, leerkrachten en directie hebben er meer last van. Al was het maar omdat ze nu verplicht zijn rond te lopen met een mondmasker.

Compassie

“Ik heb wel compassie met de leerlingen”, zegt een van de leerkrachten bij het aanschouwen van alle kinderen met mondmasker op de speelplaats. “Zo is het lezen van gelaatsuitdrukkingen bij kinderen een pak moeilijker geworden. Dat is zeker op een dag als vandaag, waarop veel kinderen voor het eerst naar de grote school komen en amper iemand kennen, niet gemakkelijk. Normaal zie ik aan hun gezicht of ze het daar moeilijk mee hebben. Nu niet.”

Die extra aandacht voor leerlingen in het eerste jaar is geen overbodige luxe. Een snelle rondvraag bij de leerlingen van een klas leert bijvoorbeeld dat er geen twee leerlingen zijn bij wie het vorige schooljaar gelijk eindigde. Sommigen keerden amper terug naar de klas, anderen kregen nog intensief les. Met die verschillende startsituaties moeten leerkrachten aan de slag.

Directeurs Bob Podevijn en Sophie Andres.Beeld Wouter Van Vooren

Al is dat een oefening waarmee ze ervaring hebben. “Wij krijgen hier elk jaar leerlingen van zo’n 150 verschillende basisscholen binnen”, zegt Podevijn. “We moeten daar met andere woorden op voorhand over nadenken, anders is het chaos”, treedt zijn collega-directeur Sophie Andres hem bij.

Concreet zal elke eerstejaars vanaf morgen een test krijgen voor wiskunde, Nederlands en Frans om te bepalen waar hij of zij staat. Die testen zijn er elk jaar, maar werden nu nog meer uitgewerkt of aangevuld. “Dat meten is één ding, daarmee aan de slag gaan iets helemaal anders.”

Kleurcode

Ook de kleurcode die op dat moment heerst zal erg belangrijk zijn, zeggen Podevijn en Andres. Vanaf code oranje moeten klassen in dezelfde bubbel blijven. Dat maakt het moeilijker om leerlingen met een achterstand uit de klas te halen en samen bij te spijkeren, zoals ze op deze school gewoonlijk doen. “We zouden dan meer middelen nodig hebben om extra leerkrachten voor elk van die klasbubbels te zetten”, zegt Podevijn. Dat gebrek aan flexibiliteit stoort de directeur. “Net zoals ik het jammer vind dat er breed is beslist om over te schakelen naar een lesweek van vijf dagen en de dag thuisonderwijs te laten vallen. Op die manier kunnen wij niet verzilveren wat we op het einde van het vorige schooljaar geleerd hebben.”

Het (voor)laatste woord is aan de leerlingen zelf. Gevraagd naar wat ze vorig schooljaar het meest gemist hebben op school, is het antwoord bij allemaal – ietwat verrassend – een normale proclamatie. Het steekt dat ze hun lagere schoolcarrière hebben moeten afsluiten zonder die ceremonie. Ze zijn dan ook maar al te blij dat ze vandaag weer gewoon leerling kunnen zijn.

Het is een van de zaken die voor Podevijn essentieel is aan de heropstart vandaag. “Als er een ding is dat ik hoop, dan is het dat we kunnen stoppen met leerlingen te zeggen wat ze niet mogen en hen eindelijk weer een toekomst geven.” Of hoe het na alle aandacht voor de veiligheidsmaatregelen stilaan ook weer over de inhoud van onderwijs mag gaan.

Eerste schooldag in de Middenschool Voskenslaan.Beeld Wouter Van Vooren