Direct naar artikelinhoud
AnalyseTweede golf

Waarom de gevreesde tweede coronagolf uiteindelijk een golfje bleek

Illustratie.Beeld Getty Images

Het is nu wel duidelijk: de gevreesde tweede coronagolf is maar een golfje. Hoe komt dat en wat betekent dat voor de toekomst? ‘Deze brand is geblust, maar het vuur smeult nog.’

1. Hoe staan we ervoor?

Je hoeft geen diploma statistiek te hebben om in een oogopslag te zien dat onze coronacurve gunstig evolueert. De piek van de eerste golf, gevolgd door een platgedrukte curve in juni, is geëvolueerd naar wat biostatistictus Geert Molenberghs (UHasselt en KU Leuven) ‘de Tafelberg’ noemt. Zoals die Zuid-Afrikaanse berg is de tweede golf geen hoge piek geworden maar een bult met afgeplatte top.

“In de eerste golf hadden wij de op twee na slechtste curve in Europa, nu zitten we bij de betere”, zegt Molenberghs. Ook viroloog Steven Van Gucht (Sciensano) is positief. “Half juli zaten we met meer dan een verdubbeling van het aantal besmettingen per week. Dat was zeer ernstig. Nu zijn we een van de weinige EU-landen waar de curve daalt, al is het traag.”

De laatste weken zweeft het gemiddelde aantal dagelijkse besmettingen rond de 400. Elke week zakt het een beetje. Zo zijn in de week van 23 tot 29 augustus gemiddeld 438 besmettingen per dag vastgesteld. Dat is 12 procent minder dan in de week daarvoor.

Ook het aantal ziekenhuisopnames en overlijdens gaat neerwaarts: in de laatste week van augustus stierven er elke dag gemiddeld vier mensen aan Covid-19, een week eerder waren dat er nog bijna dubbel zoveel. Het aantal opnames daalde afgelopen week naar zestien per dag. Een daling met een kwart, vergeleken met twee weken geleden.

2. Wie raakt besmet?

“Vooral de jongere mensen, onder de vijftig”, zegt epidemioloog Pierre Van Damme (UAntwerpen). “Logisch. Dat is de actieve bevolking met de grootste sociale en professionele netwerken en activiteiten. Tegelijk zien we in onze corona-enquêtes dat de oudere mensen zich strikter aan de maatregelen houden omdat ze banger zijn voor het virus. Ook slagen de woon-zorgcentra erin hun mensen voldoende af te schermen. Het is positief dat het virus nu grotendeels in de minst kwetsbare groep circuleert en dat de meest kwetsbare het best beschermd is. We moeten er wel op letten dat we sociaal contact met de oudere mensen blijven onderhouden, maar dan zonder hen aan het virus bloot te stellen.”

3. Hoe komt het dat het kalm blijft in de ziekenhuizen?

Zie hierboven. Die meevaller heeft alles te maken met het feit dat het virus nu vooral onder de min-vijftigjarigen rondreist en de ouderen, die flink meer risico lopen op zware ziekte en sterfte, er minder aan blootgesteld zijn.

4. Hebben we de tweede golf gebroken?

Ja. “Wat uit de hand had kunnen lopen, hebben we afgetopt door flink bij te sturen met weer strengere maatregelen toen midden juli duidelijk werd dat het virus opnieuw terrein won”, zegt Van Damme. “De positieve evolutie is het resultaat van het feit dat de besmettingen vooral onder jongeren voorkomen en van het pakket verstrengde maatregelen, met mondmaskers, avondklok, contacttracing en beperkte sociale bubbels. Het meest uitgesproken zie je dat in Antwerpen. Dat was de grootste brandhaard en daar is snel en streng ingegrepen. Dat vertaalt zich zeer duidelijk en rechtstreeks in de evolutie van de curve.”

We moeten dus zeker niet gaan denken dat het virus zelf zwakker staat, benadrukken de experts. “Er is niets mysterieus aan”, zegt Van Gucht. “Net zoals je dat in andere landen ziet, zijn het de doortastende ingrepen die tot de gunstige evolutie leidden.”

Op 1 juli hadden we bijvoorbeeld nog contactbubbels van wekelijks vijftien andere mensen. “Dat was echt veel te ruim”, zegt Molenberghs. “Daardoor nam het aantal besmettingen weer snel toe. Nadat de bubbel teruggeschroefd is naar vijf en ook dankzij de mondmaskers en de contacttracing is de golf afgezwakt. Elders zie je hetzelfde verband tussen maatregelen en aantal besmettingen.”

5. Riskeren we alsnog een tsunami?

Aan het virus is niets veranderd. Het kan nog altijd exponentieel toenemen onder de bevolking. En er zijn nog altijd zo’n 400 nieuwe besmettingen per dag. “Dat is geen gedoofd vuur maar een smeulend vuur. Onder andere in Italië, dat het tot nu echt goed doet, zie je dat de curve snel weer de neiging heeft om weer te gaan klimmen”, zegt Van Damme.

Bovendien zijn de heropening van de scholen, het griepseizoen en de winter die ons naar binnen duwt nu extra complicaties. “Golven zijn onvermijdelijk maar ik hoop op golfjes met zo beperkt mogelijke schommelingen, want telkens weer nieuwe maatregelen is vermoeiend”, zegt Van Gucht. 

Volgens Van Damme is dat mogelijk. “Als we zeer goeie contacttracing hebben zodat we lokale broeihaarden meteen de kop kunnen indrukken, moet dat lukken”, stelt Van Damme. “Maar onze branddetectoren moeten zeer scherp afgesteld staan. We moeten zicht hebben op besmettingen onder teruggekeerde toeristen en in scholen. De contacttracing moet vlot schakelen tussen lokale, regionale en federale niveaus. Lukt dat, dan kunnen we tsunami’s vermijden.”

Ook Molenberghs denkt dat als we erin slagen de huidige situatie goed te bewaken, het een hele tijd goed kan blijven gaan, van golfje naar golfje. “Epidemiologisch gezien zou het wel beter zijn om de curve helemaal plat te drukken door kort nog even extra op de tanden te bijten. Daarna zouden we echt weer vrij kunnen leven. Maar de roep om nu snel te versoepelen, klinkt luid. Dat betekent jojoën en veel langer strengere maatregelen. De kans is groot dat je dan ook telkens op hogere plateaus landt. De keuze is aan de politiek.”