Direct naar artikelinhoud
Zaak-Chovanec

Parket zet agenten uit de wind in zaak-Chovanec

Parket zet agenten uit de wind in zaak-Chovanec
Beeld AP

Het Slowaakse parlement vraagt de EU om toe te kijken op het onderzoek in ons land naar de dood van Jozef Chovanec, na een gespierd politieoptreden in zijn cel. Net als de weduwe spreken de Slowaakse parlementsleden over een mogelijke doofpotoperatie. Net gisteren liet het parket echter verstaan dat het niet bewezen lijkt dat de betrokken agenten schuld hebben aan de dood van Chovanec.

Met een resolutie haalt het Slowaakse parlement stevig uit naar ons land. De resolutie kreeg de steun van meer dan tweederde van het parlement en vraagt het Europees Parlement om “toezicht te houden op een eerlijk en snel onderzoek”.

De parlementairen vragen dat ook de Europese Commissie kijkt naar “de onmenselijke behandeling”. Dan komen ze terecht bij Europees commissaris voor Justitie Didier Reynders (MR), op het moment van de feiten minister van Buitenlandse Zaken in België. Het parlement verzet zich “tegen de ongerechtvaardigde vertraging bij het onderzoek en het achterhouden van bewijsmateriaal”. Daarmee sluit het zich aan bij Henrieta Chovancova, de weduwe van Jozef Chovanec, die het bij monde van haar advocaat al had over een doofpotoperatie.

Het optreden van het parket van Charleroi staat zo opnieuw ter discussie, nadat het dinsdag al met de vinger werd gewezen door Marc De Mesmaeker, hoofd van de federale politie, en zijn voorgangster Catherine De Bolle. Volgens hen had het parket de tuchtoverheden kunnen inlichten over de beelden uit Chovanecs cel.

Het parket reageerde aanvankelijk niet, tot wrevel van een aantal mensen binnen justitie die vinden dat het parket zijn werk kon verdedigen, bijvoorbeeld door duidelijk te maken dat net dankzij het parket de beelden meteen zijn bewaard en niet veel later ook het Comité P is ingeschakeld. “De ene na de andere aanval op de magistratuur”, zegt onderzoeksrechter Philippe Van Linthout. “En wat is onze reactie? Zwijgen.”

Uiteindelijk kwam dan toch een verklaring, en wel van hogerop in de hiërarchie, van het parket-generaal van Bergen. De mededeling van procureur-generaal Ignacio de la Serna wijst erop dat het onderzoek nog loopt, maar formuleert tegelijk een standpunt dat allicht verrassend overkomt voor wie de gruwelijke beelden heeft gezien.

“In tegenstelling tot wat wellicht wordt beweerd, lijkt in dit stadium van het onderzoek niet bewezen te zijn dat het optreden van de politie de directe oorzaak was van de dood van het slachtoffer. Dit is de kern van de zaak. Kunnen de politieagenten door hun toedoen strafrechtelijk verantwoordelijk worden gesteld voor de dood van het slachtoffer? (...) Bij de huidige stand van de deskundigenrapporten zijn er geen aanwijzingen dat de politieagenten borstcompressie hebben uitgeoefend die verband houdt met de dood van het slachtoffer.”

Als gevolg daarvan heeft de onderzoeksrechter zijn zaak in januari dit jaar vrijgegeven zonder de agenten in beschuldiging te stellen. Dat is het punt waarop Ann Van de Steen, de advocate van de weduwe, bijkomende onderzoeksdaden vroeg en vervolgens een deskundigenpanel is aangesteld. De la Serna sluit zijn mededeling daardoor af met: “Het onderzoek wordt voortgezet.”

Advocate Van de Steen begrijpt het niet: “Heel Slowakije staat op zijn kop, maar als je dit leest, is er volgens het parket geen enkel probleem en moet ik die crapuleuze beelden ‘in een bepaalde context’ plaatsen? Dit is de waanzin voorbij.”