De dood van Jozef Chovanec: hoe vooroordelen de kwaliteit van zorg beïnvloeden

Het overlijden van Jozef Chovanec na een politie-interventie wijst op een stil noodgeval in de gezondheidszorg. Volgens Yassine Mazgout, afstuderend arts en bekend met ongelijkheid in de zorg, hebben vooroordelen een grote impact op de kwaliteit van de zorg. De empathie in de medische wereld staat onder druk, artsen worden murw geslagen door de realiteit. Artsen, academici en beleidsmakers moeten samenwerken om recht op gelijkwaardige en kwalitatieve zorg te garanderen.

opinie
Yassine Mazgout
Yassine Mazgout is laatstejaarsstudent geneeskunde en studeert komend jaar af als arts. Hij heeft als vrijwilliger in binnen- en buitenland veel ervaring met gezondheidszorg en ongelijkheid.

Er zijn gaten in de kwaliteit van onze gezondheidszorg. Het overlijden van een patiënt na een ingrijpen van de luchthavenpolitie in Charleroi is daar een symptoom van.

Een man van 38 jaar presenteert zich met acute gedragsverandering. Hij wordt beschreven als "weerspannig". De man is van Slovaakse afkomst en lijkt de lokale taal niet meester te zijn. Dit zou een casus op een examen in de geneeskunde kunnen zijn.

In theorie zou ik als arts een verklaring moeten zoeken voor de plotse gedragsverandering. In ideale omstandigheden communiceer ik rechtstreeks met de patiënt in een omgeving die de vertrouwelijkeheid waarborgt. Ik probeer - los van een moreel oordeel - een therapeutisch bondgenootschap op te bouwen met mijn patiënt.

Een intercultureel bemiddelaar zou kunnen helpen bij de communicatie. Maar die zijn ‘s nachts niet beschikbaar en overdag moeilijk te bereiken. Anders kan een zogenoemde "hetero-anamnese" afgenomen worden, dat wil zeggen dat we informatie over de medische voorgeschiedenis en achtergrond van een patiënt inwinnen bij iemand anders, bijvoorbeeld een familielid of getuige. Soms haalt een anderstalige patiënt zijn smartphone erbij om via een familielid of vertaalwebsite alsnog te kunnen communiceren.

Bij gebrek aan een betrouwbare bron van informatie (de patiënt is bijvoorbeeld niet bij bewustzijn) heeft een arts nog wat truken van de foor ter beschikking. Non-verbale communicatie en zorgvuldig klinisch onderzoek kunnen wijzen op een hersen- of ander letsel. Zoeken naar oude littekens is soms nuttig. Met een bloedafname kan ik een toxicologisch onderzoek doen. Ook acute bloedingen, infecties, of leverziekten kunnen een rol spelen. Daar kan je in het bloed vaak in een kwestie van uren zicht op krijgen. Heeft de patiënt bagage mee, dan kijk ik na of hij geen medicatie op zak heeft, wat een aanwijzing kan zijn van een chronische aandoening.

Stil noodgeval

In dit geval was de realiteit anders. De arts lijkt volgens de verslagen die ik gelezen heb de patiënt zelfs niet gesproken te hebben. Ik schrijf dit niet om met de vinger naar iemand te wijzen. Maar ik grijp de kans om een van de stille noodgevallen in de gezondheidszorg aan te kaarten: de impact van een vooroordeel op de kwaliteit van de zorg.

Wanneer een patiënt met enige dwang door de politie naar de spoed wordt gebracht, wordt de zorg niet altijd vanuit empathie verleend. We zweren de eed van Hippocrates, maar zijn al eens bespuugd, beklad of betast door een patiënt. We kunnen ons al eens onveilig voelen. De aanwezigheid van politie is dan soms een geruststelling. Maar dat is volgens mij geen excuus voor wat er in de luchthaven gebeurd is.

Wanneer je vanuit empathie vertrekt, is de zorg voor de patiënt prioritair. Als die zorg prioriteit is, vind ik dat de deelname van de patiënt zelf in die zorgverlening fundamenteel is. Gelet op gevallen van overmacht (bewustzijnsverlies, levensbedreigende situaties, delirium) moet de patiënt minstens op de hoogte zijn van het probleem én geïnformeerd instemmen met de zorgverlening. In België heeft de patiënt namelijk rechten. Die kan je als arts waarborgen door van de patiënt je bondgenoot te maken.

Empathie onder druk

Hoe komt het dan dat er hier schijnbaar geen poging tot communicatie is ondernomen door zorgverleners? In wetenschappelijke literatuur wordt - voornamelijk bij spoedartsen - een gedeeltelijke verklaring gegeven met de term “empathic strain”, de druk op je vermogen om je empathisch op te stellen.

Als je altijd geconfronteerd wordt met extreme situaties in een specialisatie waar je enkel een rol speelt aan het begin van de zorg, dan kan de capaciteit tot het tonen van empathie onder druk komen. Als defensie word je afstandelijk.

Als je keer op keer wordt geconfronteerd met wanhopige of extreme situaties in een specialisatie waar je enkel een rol speelt aan het begin van een zorgtraject, dan kan de capaciteit tot het tonen van empathie onder druk komen te staan. Als defensiemechanisme word je afstandelijk.

Die "belasting" van de empathie verklaart volgens mij een stuk van de manier waarop bijvoorbeeld thuislozen, mensen zonder papieren en alcoholverslaafden behandeld worden. Mijn ervaring met hen (zowel via mijn studie geneeskunde als via vrijwilligerswerk in vluchtelingenkampen en Brusselse straten) gaf me een beeld van de vele obstakels die zij moeten overwinnen om tot de basis van een goede arts-patiëntrelatie te komen. Zij voelen zich vaak behandeld
“als een stuk vlees” dat zo snel mogelijk weer buiten moet.

"Mediterraans syndroom"

Ook het spreken van een andere taal vormt een barrière. In Brusselse en Waalse ziekenhuizen spreken artsen al snel van het “mediterraans syndroom” wanneer een patiënt van mediterraanse of zelfs Afrikaanse afkomst hevige pijn heeft waar de arts niet direct een verklaring voor vindt. Dat syndroom bestaat niet. Toch zijn er zelfs jonge artsen die dit vooroordeel klakkeloos overnemen van hun diensthoofd.

Ik maakte het tot een persoonlijke missie om tijdens klinische stages mijn meerderen er steeds op te wijzen dat ze het mis hadden. Ze hebben de raarste verklaringen. Maar de wetenschap beschrijft pijn als een zeer complex fenomeen dat door ieder individu anders ervaren wordt.

De eerste keer dat ik met dat syndroom geconfronteerd werd, was bij een jonge patiënte met pijn rond de schouder die uitsluitend Arabisch sprak. Dafalgan werkte niet, dus men concludeerde dat het wel een ”syndrome méditerranéen” was. Een waakzame collega deed gelukkig
verder onderzoek en men ontdekte dat de pijn van die dame het gevolg was van massaal uitgezaaide pancreaskanker. Ik kan niet voldoende benadrukken hoe vaak dat syndroom in Brussel en Wallonië (ik liep
amper stage in Vlaanderen) als excuus wordt aangehaald.

Niet verbaasd

Dit zijn anekdotes. Maar ook mijn medestudenten kunnen er elk een dozijn vertellen. Natuurlijk zijn er talloze gemotiveerde artsen. Je kiest ook niet voor het beroep als je niet écht voor mensen wil zorgen.

Maar de medische wereld is niet mild voor het medisch personeel. De infrastructuur en workflow van een spoedafdeling is niet gebouwd voor mentale welzijnszorg. Acute problemen (bijvoorbeeld herhaalde zelfmoordpogingen) zijn vaak direct het gevolg van moeilijke sociaal-economische problemen. Het zorgpersoneel is daarvoor niet gewapend.

Mijn talloze tevergeefse zoektochten naar opvang voor kinderen, slachtoffers van huiselijk geweld en thuislozen die “net niet ziek genoeg zijn voor een hospitalisatie” geven me munitie om te zeggen dat ook onze samenleving daartoe niet gewapend is. Als ik het als student niet deed, deed vaak niemand het.

De medische wereld is niet mild voor het medisch personeel. De infrastructuur en workflow van een spoedafdeling is niet gebouwd voor mentale welzijnszorg. Dat eist een tol.

Dat eist een tol. De jonge geneeskundestudent met grote ogen die overlopen van empathie wordt na het afstuderen al snel murw geslagen door de realiteit.

De realiteit, dat zijn de vele uren (volgens een recente reportage van de RTBF aan 8,5 euro per uur voor de meerderheid van specialisten in opleiding die meer dan 60 uur per week werken), uitzichtloze sociaal-economische gevallen, hiërarchische druk en het feit dat we meer tijd doorbrengen aan een elektronisch medisch dossier dan aan het bed van onze patiënt. Als kandidaat-specialist ga je ook snel tekenen van depressie of burn-out verbergen. Ironisch, toch?

Ik kan me dus inbeelden dat een arts midden in de nacht niet de moeite doet om met zijn perceptie van een “moeilijke patiënt” te communiceren. Zeker als politiemensen, die soms al even gedesillusioneerd zijn, de feiten banaliseren. Ik ben spijtig genoeg niet verbaasd dat beiden zelfs niet de moeite gedaan hebben om te begrijpen wat de patiënt zegt.

Ik ben spijtig genoeg niet verbaasd dat arts en politie zelfs niet de moeite gedaan hebben om te begrijpen wat de patiënt zegt.

Gelijkwaardige behandeling

Maar dat betekent niet dat ik het goedkeur. Integendeel. Mijn gevoelens wisselen tussen walging, ontmoediging en strijdvaardigheid. Ik weiger te werken in een zorgmilieu dat dit zonder introspectie toelaat. Ik weiger te verzorgen zonder empathie, te oordelen zonder kritisch te zijn. Ik weiger een speelbal te zijn van gebrek aan expertise bij politici.

Ik roep artsen en studenten op om zichzelf en hun omgeving in vraag te stellen en dat door hun ganse carrière te blijven doen. Diensthoofden en academici vraag ik om te ijveren voor een gelijkwaardige behandeling van iedere patiënt. Een toelatingsexamen volstaat hiervoor zeker niet. Kunnen artsen en politiemensen niet reeds in hun opleiding leren samenwerken? Wat met sociaal assistenten en tolken?

Met ons jargon en onze witte jas tonen we dat we deel uitmaken van de medische cultuur. Is het aan de patiënt om zich in te burgeren in de medische wereld? Dient de zorgverlener niet continu de eigen vooroordelen in vraag te stellen?

Er is volgens mij een cultuur die eigen is aan het medische. Met ons jargon en onze witte jas tonen we dat we deel uitmaken van die cultuur. Is het aan de patiënt om zich in te burgeren in de medische wereld? Dient de zorgverlener niet continu de eigen vooroordelen in vraag te stellen?

Mijn ervaring als Noord-Afrikaanse Belg uit Borgerhout, als zorgverlener en als vrijwilliger voor het Rode Kruis leerden me dat politiemensen ook een cultuur hebben die hen eigen is.

Recht op toegang tot kwaliteitsvolle zorg bouwsteen van elke coalitie

Wat met politici? De problemen in onze gezondheidszorg zijn niet nieuw. Het is ook geen gesloten systeem. Ontoereikend beleid in andere domeinen heeft een impact op de kwaliteit van ons werk. Het heeft ook een impact op de gezondheid van mijn medeburgers, ongeacht de kleur van hun stembiljet.

Ik spoor toplui, beleidsmakers en staatshervormers daarom aan om van het recht op toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg een bouwsteen van elke coalitie te maken. Een beetje empathie hebben kan daarbij zeker geen kwaad.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen