Direct naar artikelinhoud
Belgische geschiedenis

‘Leopold II had zijn zinnen op China gezet’: Johan Op de Beeck doet het héle verhaal van koning Leopold II uit de doeken

Leopold II, koning der Belgen.Beeld Hollandse Hoogte / Sueddeutsche

Met Leopold II - Het hele verhaal schrijft geschiedenisauteur Johan Op de Beeck een veelomvattend portret van een omstreden Belgische koning met grenzeloze overmoed. ‘Hij was voor zijn tijd visionair.’

Leopold II is vandaag vooral berucht als de bebaarde, strenge vorst wiens borstbeelden door activisten met rode verf worden beklad voor mensenrechtenschendingen die in zijn Congo-Vrijstaat werden gepleegd. Historicus en oud-VRT-journalist Johan Op de Beeck (63) zocht de voorbije jaren naar het raadselachtige karakter achter de vernislaag. Het resultaat is een indrukwekkend historisch portret.

Wie is de échte Leopold II?

Johan Op de Beeck: “Ik ontdekte dat er twee Leopolds bestaan. Hij had een januskop, hij was een man met twee gezichten die over zichzelf in de derde persoon sprak. Je hebt de Leopold II die we leerden kennen als koning der Belgen (1865-1909) en de soeverein van Congo-Vrijstaat (1885-1908), soms twee totaal tegengestelde figuren. Het Congo-verhaal verdonkeremaant vandaag dat hij voortdurend gefocust was op het overleven van België.

“Toen hij aan de macht kwam, bestond België pas 35 jaar… We waren toen een zeer frêle entiteit, in een Europese context van Frans-Pruisische oorlogen, en kenden in het binnenland sociale revoltes. Leopold II had daarom als tienjarige al een passie voor politiek en aardrijkskunde. Als twintiger probeerde hij zijn vader al te overtuigen om Nederland en Luxemburg met geweld te annexeren! Onze prille monarchie was vanuit haar underdogpositie gefocust op overleving, ook van zichzelf.”

Op persoonlijk vlak had die politieke strategie voor hem grote gevolgen?

“Hij werd zwaar tegen zijn zin uitgehuwelijkt aan de Oostenrijkse Marie Henriëtte van Habsburg-Lotharingen. Zijn vader koos liever een familiale verbintenis met de Habsburgers als bescherming tegen Frankrijk dan geluk voor zijn zoon, die daarom zijn hele leven overspel zou plegen met courtisanes. Met Marie Henriëtte kreeg hij wel drie dochters en één zoon, Elias. Die overleed tragisch op 9-jarige leeftijd in 1869, waardoor hij het land geen troonopvolger kon schenken. Leopold II was er kapot van. Door die gebeurtenis beet hij zich volledig vast in zijn droom die al deels gestalte kreeg tijdens reizen die hij als jongeman maakte, van Egypte tot Ceylon. ‘Een zoon zou hij zijn land niet kunnen nalaten, maar wel een kolonie.’”

Johan Op de Beeck: ‘Het Congo-verhaal verdonkeremaant vandaag dat Leopold II voortdurend gefocust was op het overleven van België.'Beeld rv

Dat kon een ander land dan Congo geweest zijn?

“Ja. Eerst samen met zijn vader, dan als koning, probeerde hij tot 51 keer toe kolonies te verwerven, van de Faroër-eilanden tot Borneo, Formosa (het huidige Taiwan) en in Latijns-Amerika waar zijn zus Charlotte keizerin van Mexico was voor ze werd verdreven. Hij was voor zijn tijd visionair, en wilde stoomboten laten varen tussen Antwerpen en Shanghai via het Suez-kanaal dat hij ter plaatse ging bewonderen. Hij voorspelde toen eigenlijk al de globalisering die we nu kennen.

“Het hart van Afrika belandde pas later, bijna stoemelings, in zijn schoot. Toen de Britten ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley wandelen stuurden, huurde hij hem in om handelsposten naast de huidige Congostroom in te palmen. Op zijn kenmerkend sluwe manier – zijn vader vergeleek hem als kind al met een vos die eerst alle opties onderzoekt voor hij de rivier oversteekt – bleef hij er de koloniale grootmachten een stapje voor.”

Leopold II werd door de Vrijstaat de ambivalente figuur die hij altijd zou blijven. Onder het mom van ‘de strijd tegen de slavernij’ lieten de grootmachten hem doen, maar vervolgens voerde hij er dwang­arbeid in?

“Ambivalentie is het juiste woord. Leo­pold II trok er niet naartoe met een plan. Het gebeurde zonder steun van België en enkel met het fiat van de grootmachten als hij er vrijhandel zou toelaten, terwijl iedereen wist dat je enkel met douanerechten zo’n onderneming kon financieren. Men liet hem in het water springen in de hoop dat hij zou verdrinken. Toen hij dat doorhad en zijn persoonlijk fortuin zag slinken, dokterde hij systemen uit die hem toch geld zouden opbrengen. Dwangarbeid als vorm van fiscaliteit was er daar één van (de lokale bevolking moest werken ‘in ruil voor beschaving’, red.). Een tweede flater was dat hij er Belgen naartoe stuurde van bedenkelijk allooi. Hun betaling werd afhankelijk gemaakt van opbrengsten. Hoe meer rubber ze inwonnen, hoe meer geld ze zouden verdienen. Dit zette de deur open voor geweld en straffeloosheid.”

In 1887 ging hij zelfs in zee met de beruchte slavenhandelaar Tippo Tip, die slaven leverde om Leopolds onderbemande leger – de Force Publique – te bevolken. Dat was toch vragen om problemen?

“Ik heb dat geschreven contract tussen zijn gezant en Tippo Tip opgenomen in het boek. Het is een uniek document. Het zegt alles over de toenmalige krachtsverhoudingen in Afrika. De slavenlegers waren sterker op dat moment. Omwille van realpolitik sloot hij daarom een verbond met de duivel. Hij benoemde Tippo Tip zelfs tot gouverneur van Stanley Falls. Hypocriet was dat. Op hetzelfde moment ijverde hij hier arm in arm met de Franse kardinaal Lavigerie tégen de slavernij. Uiteindelijk maakte hij daar ook wel komaf mee, maar de weg ernaartoe liep niet over rozen.”

Belgische officieren van zijn Force Publique, gedetacheerd door onze regering, waren getuige van kannibalisme door zijn lokale huurlingen. Was Leopold II persoonlijk op de hoogte?

“Ze schreven in hun brieven over wreedaardigheden maar konden dat niet stoppen omdat ze in de minderheid waren. Wel keken zij en de ambtenarij later de andere kant op toen de arbeiders in de rubberwinning onmenselijk werden behandeld. Ook Leopold II kwam dat te weten. Er zijn een aantal woeste brieven van Leopold II bekend waarin hij schrijft: ‘Wat zijn jullie daar aan het doen? Dat is niet de bedoeling!’ Hij beloofde een betere omkadering, controles en straffen voor daders, maar vervolgens gebeurde niets. Eerst kon hij het niet betalen maar als Congo winst begon te maken, wílde hij het ook niet omdat een rechtsstaat hem te veel geld zou kosten. Hoe zijn systeem volledig uit de bocht ging, is dus wel zijn verpletterende verantwoordelijkheid.”

Leopold II leende ook delen van zijn Vrijstaat aan private concessiemaatschappijen, de Société Anversoise du Commerce au Congo en de Anglo-Belgian India Rubber Company (ABIR), waar hij vervolgens zelf aandelen in nam. Onder hun bewind vonden de grofste mensenrechtenschendingen plaats, schrijft u. Is er meer historisch onderzoek naar hun verantwoordelijkheid nodig door de parlementaire Congo-commissie?

“Ja, ik beschouw mijn boek als een stap in het onderzoek. Over Anversoise en ABIR valt nog een boekje open te doen. Leopold II zat in die maatschappijen mee aan de kassa, maar de Antwerpse zakenmilieus lieten er dingen gebeuren die Leopold II choqueerden. Anversoise-directeur Louis Liebrechts werd door een Belgische magistraat een ‘vulgaire moordenaar’ genoemd ‘die met zijn pistool de chefs afknalde van dorpen die niet voldoende rubber opbrachten’. Anversoise-topman Alexandre de Browne de Tiège werd daarom door Leopold II de mantel uitgeveegd. Voor mij staat het buiten kijf dat de toenmalige Belgische zakenwereld mee verantwoording droeg. Wat er in Congo gebeurde, overstijgt de figuur van Leopold II alleen. Toch was het de fout van de koning dat hij naast de exploitatie ook de politionele ordehandhaving aan ze overliet, een abdicatie van de staat.”

In de Britse pers verschenen karikaturen van Leopold II met afgehakte handen van Congolezen. Bracht hem dat tot inkeer?

“Hij was verontwaardigd. ‘Wat een idiotie. Als ik aan iets behoefte heb in Congo, zijn het wel handen!’, zei hij aan zijn ordonnans. De kritiek kwam dikwijls van de Angelsaksische kant, die zo niet hoefde te praten over hun eigen smerige winkel. Het afhakken van handen van doden door soldaten om munitiegebruik te verantwoorden bijvoorbeeld, was een verminkingspraktijk die ook de Britten toepasten in Sierra Leone, de Duitsers in Kameroen, Fransen in Brazzaville enzovoort. Het verschoont natuurlijk niet wat er gebeurde in de Vrijstaat, waar ook handen zijn afgehakt van gewonde mensen van wie men dacht dat ze dood waren.”

Op latere leeftijd toonde Leopold II meer interesse voor China dan voor Congo. Kun je stellen dat hij daar toen de bakermat legde voor de huidige goede relaties van onze monarchie met het Chinese zakenmilieu?

“Ik denk het wel. Eigenlijk had Leopold II op jonge leeftijd al zijn zinnen op China gezet, meer dan op Congo. In 1859, 1864 en 1872 ondernam hij al pogingen. Toen de verlichte mandarijn Li Hongzhang in 1896 naar Europa kwam om Duitsland en Engeland te bezoeken, liet Leopold II een van zijn mannen als een soort James Bond infiltreren in diens missie om hem te overtuigen naar België te komen. De mandarijn werd groots gefêteerd in Brussel. Dat eindigde in de aanleg van 1.321 kilometer spoorweg in China met Belgische inbreng én handelsrelaties.”

Een deel van zijn fortuin bracht hij voor zijn dood onder in de Koninklijke Schenking. Ze heeft vandaag meer dan 7.500 hectare vast­goed in haar portefeuille. Het is nu wel een openbare instelling, maar niet onderhevig aan parlementaire controle. Zet Leopold II zo vandaag ons parlement nog buitenspel?

“Het parlement had daar destijds meer op zijn strepen moeten staan. Ze botsten toen al op dezelfde ondoorzichtigheid waar ook de nieuwe Congo-­commissie op zal botsen. Leo­pold II kun je wel niet verwijten dat hij het vruchtgebruik van de Koninklijke Schenking verankerde in het Belgisch patrimonium, om te vermijden dat zijn na­zaten het naar het buitenland zouden brengen. Toch blijven zijn volledige financieringsstromen van Congo naar België, en omgekeerd, een imbroglio waar de grootste wetenschappers zich het hoofd over hebben gebroken. Als deze generatie politici dat in kaart wil brengen, vrees ik dat ze er onvoldoende tijd voor zullen hebben.”

Johan Op de Beeck, 'Leopold II - Het hele verhaal', Horizon, 816 p., 39,99 euro.Beeld rv