“Zeker vlak na grote aanslagen, zoals die van Parijs of Brussel, krijgen we heel veel meldingen”, zegt Baens. “Mensen zijn dan extra alert. Ze melden personen, vaak van allochtone afkomst, die zich verdacht gedragen. Of verdachte pakketten: een sportzak met vuile kleren die in het station staat of een rugzak die aan een bushalte werd achtergelaten. Vroeger werden die zakken gewoon naar de verloren voorwerpen gebracht, nu bellen mensen de 101 omdat ze niet weten wat erin zit. We krijgen ook vaker meldingen van verdachte auto’s, meestal met vreemde nummerplaat, die ergens wat langer staan. Elke melding wordt serieus genomen. In de weken na de grote aanslagen en ook afgelopen weekend, zorgde dat voor extra werkdruk. Maar we nemen beter alle voorzorgen en gaan liever een keer te veel ter plaatse dan dat er iets gebeurt. We vragen dus aan de mensen om alles te blijven melden.”

Sociale media

Ook in Genk worden sinds de aanslagen meer meldingen gedaan, door ongeruste burgers. “We vragen verhoogde waakzaamheid van de burgers en dan is het logisch dat er ook meer gemeld wordt”, reageert burgemeester van Genk Wim Dries. “Natuurlijk zorgt dat niet altijd voor zo’n paniekgolf: er is een verschil tussen een melding bij de politie of wanneer zo’n melding via de sociale media gedeeld wordt.”

“Kort na grote aanslagen zijn de mensen extra alert”, zegt Marleen Smeyers, woordvoerder van politiezone MidLim. “Meestal gaat het om verdachte personen, verdachte handelingen, voertuigen of pakketten. Een sportzak of valies die aan het station wordt achtergelaten wordt al heel snel als verdacht gezien. Toen begin dit jaar het signalement van Salah Abdeslam verspreid werd, kregen we heel veel meldingen binnen van mensen die hem hier ergens gezien hebben. We hebben in Genk toen zelfs een trein tegengehouden, omdat Abdeslam op die trein zou zitten.”

In Heusden-Zolder krijgen ze geen extra meldingen binnen. “Mensen worden wel opgeroepen om verdachte dingen te melden, maar hier lokaal zien we geen stijging”, zegt commissaris Danny Wendelen. “Toch zeker niet als het gaat om verdachte pakketten, personen of wagens die gelinkt worden met terreur.”