Direct naar artikelinhoud
AchtergrondPsychologie

‘We botsen op schaarste’: waarom de geestelijke gezondheidszorg meer kleur moet krijgen

Klinisch psychologe Miranda Ntirandekura Aerts: ‘Gedeelde ervaringen maken de kans al kleiner dat jouw gevoelens geminimaliseerd zullen worden.’Beeld Damon De Backer

Onze maatschappij is behoorlijk divers, maar de werkers in de geestelijke gezondheidszorg zijn nog overwegend wit. Hoe komt dat? En kunnen zij zich voldoende inleven in de problemen van slachtoffers van discriminatie op basis van ras? ‘De relatie tussen cliënt en hulpverlener is belangrijker dan de behandelmethode.’

‘Zeg mij waarom ik geen enkele beschikbare zwarte psycholoog vind in Antwerpen?’

Enoch (29) heeft de tweet niet zelf verzonden. Hij retweette een vriendin. Maar hij heeft een gelijkaardige vraag een aantal weken geleden de wereld ingestuurd. ‘De laatste maanden waren zwaar. Heel zwaar. Enerzijds heerst er een zekere energie sinds het Black Lives Matter-protest in Brussel, omdat mensen zich konden verenigen voor een gelijkaardig doel en bepaalde zaken bespreekbaar werden gemaakt.

‘Anderzijds is non-stop vechten, jezelf verdedigen en het gesprek aangaan ook ontzettend vermoeiend. En dan heb ik het nog niet over het blootgesteld worden aan flagrant racisme dat nog meer de pan uit swingt dan vroeger. Over de dingen die volksvertegenwoordigers, ja, zelfs zij, op Twitter durven te zetten zonder daarvoor op de vingers te worden getikt... De confrontatie met de beelden van de dood van George Floyd, het in de rug schieten van Jacob Blake, de hardhandige aanpak van demonstranten in Amerika. De commentaren op nieuwsartikels waar schaamteloos over ‘bruine apen’ wordt gesproken. De stigmatisering en de haat na de vechtpartij in Blankenberge. Die dingen hakken erin.’

Enoch ging daarom op zoek naar een zwarte therapeut bij wie hij terechtkon om de inhoud van zijn hoofd uit te storten en te sorteren. Zonder succes. Ook dát weegt. De stap zetten naar mentale hulpverlening is sowieso al lastig. Het is niet gemakkelijk om te weten waar je moet beginnen, bij wie je met jouw specifieke vragen of problemen terechtkunt.

We nemen zelf de proef op de som en gaan op het webportaal vindeentherapeut.be op zoek naar iemand gespecialiseerd in de mentale gevolgen van racisme. We komen uit op een overwegend wit aanbod.

“Ik zie en hoor het alsmaar vaker in mijn gemeenschap”, vertelt Enoch, een jonge Antwerpenaar. “Dat mensen specifiek op zoek zijn naar zwarte psychologen en steeds botsen op schaarste. Dat is confronterend, ja, maar tegelijk weinig verrassend. Kijk naar de raad van bestuur van eender welk bedrijf, kijk naar een krantenredactie. De maatschappij is divers, maar toch moeten wij veel moeite doen om onszelf terug te zien in die organisaties.”

Maar hoe belangrijk is die representatie in de therapieruimte? Een psycholoog moet toch ook niet zelf een angststoornis hebben om een angststoornis te kunnen behandelen? Dus waarom gaan moslima’s op social media op zoek naar een therapeut met een hidjab, of vragen zwarte jongeren elkaar tips voor hulpverleners van Afrikaanse origine?

Verkeerd begrepen

“Er is al ontzettend veel onderzoek gedaan naar wat therapie nu juist doeltreffend maakt, wat de factoren zijn die ervoor zorgen dat een behandeling aanslaat, en de cliënt-hulpverlenerrelatie blijkt verrassend genoeg belangrijker te zijn dan de methode”, weet klinisch psychologe Miranda Ntirandekura Aerts. “Die relatie is cruciaal voor het slagen. Het gaat er niet alleen om dat een cliënt zich op zijn gemak voelt bij een behandelaar, maar ook omgekeerd: dat de therapeut zich op zijn gemak voelt bij wat de cliënt aansnijdt.”

In dat opzicht gaat een hidjab of huidskleur verder dan louter uiterlijke erkenning, weet Ntirandekura Aerts. “Het zijn eerder signalen die kunnen voorspellen dat de hulpverlener die voor je zit weet hoe het is om als niet-witte persoon in deze maatschappij te leven. Dat er sprake kan zijn van gedeelde ervaringen, waardoor de kans al kleiner is dat jouw gevoelens geminimaliseerd of in twijfel getrokken zullen worden.”

Klinisch psychologe Miranda Ntirandekura Aerts.Beeld Damon De Backer

‘Een groot deel van hoe het voelt om als persoon van kleur in de wereld te staan, is dat je je heel vaak verkeerd begrepen, onherkenbaar, onzichtbaar en tegelijkertijd hyperzichtbaar voelt. De therapieruimte zou een plek moeten zijn waar je zorgverlener uitgaat van je menselijkheid en je ervaringen niet in twijfel trekt’, schreef de Amerikaans journaliste en auteur Chaya Babu in het spraakmakende Vice-artikel ‘Why I left My White Therapist’. Babu noteerde dat haar psychologe – een witte vrouw – haar gevoelens regelmatig afdeed als ‘overdreven’. Dat ze de witte vrienden die Babu’s leven vermoeiend maakten met hun microagressies verdedigde door te zeggen dat ze het zo niet bedoelden, en dat Chaya haar woede projecteerde op haar omgeving. Soms zelfs dat ze zichzelf dingen wijsmaakte.

Haar problemen werden onzichtbaar gemaakt of herleid tot het idee dat Chaya zelf aan de basis lag van het probleem. De jonge vrouw liet het anderhalf jaar gebeuren, voornamelijk omdat de maatschappij haar altijd al hetzelfde idee had gegeven: dat zij het probleem was.

Voor alle duidelijkheid: racisme is het probleem. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat (veelvuldig) geconfronteerd worden met raciale discriminatie heel wat fysieke én mentale klachten tot gevolg kan hebben, zoals cardiovasculaire aandoeningen, depressie, angst en posttraumatische stressstoornis.

“Als je herhaaldelijke blootstelling aan racisme beschouwt als een gezondheidsprobleem – wat het ook ís – dan is het ook maar logisch dat je binnen de therapie gaat kijken naar hoe je een geschikte context kunt creëren voor je patiënten”, zegt doctor in de psychologie Ama Kissi. “Voor sommige zwarte mensen is die geschikte context een zwarte psycholoog, omdat die voor hen veiliger kan aanvoelen wanneer ze over de mentale gevolgen van raciale discriminatie vertellen – een realiteit die soms op kritiek stoot. Terwijl het in principe niet zo verwonderlijk is. Wie in therapie gaat voor de gevolgen van raciale discriminatie kan een witte therapeut soms zien als een trigger. Ik zeg met opzet trigger, omdat racisme ontzettend traumatiserend kan zijn, net zoals seksueel misbruik traumatiserend kan zijn. Sommige slachtoffers van seksueel misbruik voelen zich ook veiliger bij een hulpverlener die niet hetzelfde geslacht heeft als de dader.”

Kissi plaatst wel de kanttekening dat een psycholoog van kleur niet per definitie impliceert dat een patiënt van kleur er zich veilig zal voelen en zich openstelt. Of dat een witte therapeut geen succes kan boeken bij een zwarte patiënt. “Patiënten moeten de mogelijkheid hebben om die keuze voor zichzelf te kunnen maken. Het aanbod moet veel groter en diverser zijn, zodat mensen die het gevoel hebben dat ze beter zouden aarden bij bijvoorbeeld een niet-witte therapeut, daar ook daadwerkelijk terechtkunnen.”

Culturele verschillen

Het is duidelijk dat onze diverse maatschappij baat zou hebben bij een divers, representatief aanbod in de (mentale) gezondheidszorg. Toch is die representatie nog steeds ondermaats. Een deel van het probleem schuilt in het eerste stapje richting de praktijk: de opleiding, die overwegend wit gekleurd is waardoor niet alle studenten zich erin kunnen herkennen. De meeste professoren zijn wit, de theoretische modellen in de syllabi zijn meestal van witte denkers.

Bovendien, zegt Miranda Ntirandekura Aerts, wordt er ook geen rekening gehouden met culturele verschillen in bijvoorbeeld het kaderen van psychische problemen of het belang van transgenerationeel trauma zoals bij kolonisatie of oorlogssituaties. “Er wordt op veel factoren gedifferentieerd, maar als het over interculturele verschillen gaat, heerst in de sector nogal de idee dat er een one-size-fits-allmodel bestaat, een model gebaseerd op westerse en eurocentrische denkkaders. Men gaat ervan uit dat als je die denkkaders en die theorieën mee hebt gekregen, dat je voldoende basis hebt voor je rol als therapeut, ongeacht wie er voor je komt te zitten”, aldus Ntirandekura Aerts.

Culturele verschillen
Beeld Charlotte Dumortier

De samenstelling van de opleiding zorgt er volgens experts niet alleen voor dat niet-witte studenten zich weinig geneigd voelen om de opleiding te volgen of te vervolledigen, maar ook dat (witte) afgestudeerden weinig voorbereid zijn op de diverse realiteit waarin ze aan het werk moeten. “De meeste – of moet ik zeggen alle – sociaal-agogische opleidingen die hulpverleners afleveren aan de maatschappij bieden in hun curricula geen opleidingsonderdelen aan die deze hulpverleners trainen in interculturele vaardigheden. Dat maakt dat ze pas in het werkveld voor het eerst worden geconfronteerd met issues waarvan cultuurverschillen aan de basis liggen”, weet systeemtherapeut Sofian El Bouazati.

Vandaar dat El Bouazati ook pleit voor een verplichte leerlijn rond dit thema, waar niet alleen theoretische kaders worden meegegeven, maar waar studenten ook dienen te reflecteren over de eigen cultuur en rugzak die ze met zich meedragen. Als coördinator van het postgraduaat Interculturele Hulpverlening aan de Thomas More Hogeschool voegt El Bouazati de daad bij zijn woord.

“Cultuursensitieve zorg heeft niet alleen te maken met uiterlijk, taal of voldoende kennis hebben van een bepaalde cultuur, maar gaat in de eerste plaats om het hanteren van de juiste attitude en vaardigheden. Als je nooit tijdens een opleiding of training leert om je open te stellen voor alternatieve verklaringsmodellen die een ver-van-mijn-bedverhaal zijn, dan is het inderdaad niet evident om daar op korte termijn een eigen manier in te vinden.”

Vooroordelen en taboes

Maar het is niet gezegd dat wanneer de opleiding goed zit, het aanbod in de praktijk diverser zal zijn. “Onderwijs is slechts één onderdeel. Het aanpakken van raciale discriminatie vereist een gediversifieerde aanpak”, zegt Kissi. “Dat geldt voor alle sectoren. Wanneer je mensen van kleur aanwerft, zonder dat je de raciale vooroordelen binnen het bedrijf aanpakt, verhelp je racisme niet. De aangeworven werknemers kunnen nog steeds slachtoffer zijn van raciale discriminatie op de werkvloer.”

In het geval van mentale gezondheidszorg speelt ook de rol van de doorverwijzers, de huisartsen mee. Wat doen zij wanneer ze iemand van kleur voor zich krijgen die getuigt van psychisch lijden? Vlaams onderzoek heeft uitgewezen dat huisartsen minder snel geneigd zijn om iemand met migratieachtergrond die depressieve klachten meldt door te verwijzen naar de mentale gezondheidszorg. Bovendien, zegt Kissi, is er ook sensibilisering nodig binnen bepaalde gemeenschappen, zodat mensen geïnformeerd kunnen worden en een taal aangereikt krijgen om te praten over mentale gezondheidsproblemen.

Systeemtherapeut Sofian El Bouazati: 'In de meeste opleidingen worden toekomstige hulpverleners niet getraind in interculturele vaardigheden.'Beeld Damon De Backer

“In de Afrikaanse gemeenschap bijvoorbeeld situeren dat soort problemen zich nog altijd heel sterk in de taboesfeer, ook in België. Al vanaf de opvoeding krijgen we mee dat we sterk moeten zijn en moeten blijven vechten. Van kinds af word je klaargestoomd voor een wereld die het je niet makkelijk gaat maken. Kwetsbaarheid tonen is voor sommigen nog steeds een teken van zwakte, al wil ik natuurlijk niet generaliseren”, zegt Kissi. “Daarnaast is er natuurlijk nog het religieuze aspect. Geloof speelt in de Afrikaanse gemeenschap nog een grote rol, en is voor velen dan ook een manier om om te gaan met hun lijden.”

Sofian El Bouazati beaamt dat. “Ik werk nu al een aantal jaar als psychotherapeut en heb sinds het prille begin vooral cliënten met een islamitische achtergrond over de vloer gehad. Wat mij opviel is dat ze inderdaad in de eerste plaats hun toevlucht zoeken bij hun religie of in spirituele kringen. Dat is op zich ook geen verrassing omdat onderzoek ons toont dat religie een heleboel buffers zoals hoop, acceptatie en vertrouwen met zich meebrengt. Het zijn juist die buffers die we – als daar vraag naar is – in de therapieruimte binnenbrengen. Het is verzoenbaar. Maar hoewel ik zelf moslim ben, was het zelfs voor mij een vrij moeilijke denkoefening om religie binnen een therapeutische setting te integreren. Daarom voelde ik me min of meer verplicht om in Londen de opleiding Islamic Counseling te volgen – ontzettend leerzaam.”

Met andere woorden: El Bouazati schoof zijn eigen vooroordelen over hoe het er in zijn praktijkruimte aan toe hoorde te gaan aan de kant, luisterde naar de noden van de mensen die bij hem over de vloer kwamen, en schoolde zich bij.

Buiten de comfortzone

El Bouazati vindt het tijd om cultuursensitieve zorg standaard te implementeren in de visie van hulpverleningsinstanties, en al zeker in steden zoals Antwerpen en Brussel. “Ik zie daar een gemiste kans van de Vlaamse overheid om hier volop in te investeren. Cliënten met een migratieachtergrond uitsluitend doorverwijzen naar hulpverleners met een migratieachtergrond is alleszins geen oplossing. Maar het vergt de nodige flexibiliteit en moed als instelling om de eigen visie kritisch te bezien. Ik proef daar vaak een aarzeling – of zelfs weerstand. Ik geloof oprecht dat de goodwill er is, maar het is vaak té ver buiten hun comfortzone.”

En juist dat is de reden waarom de discrepantie tussen onze diverse maatschappij en ons zorgaanbod zo groot is, benadrukt Miranda Ntirandekura Aerts. “Uiteraard willen hulpverleners dat cliënten zich goed voelen in het bestaande zorgmodel, maar wanneer er concreet gepraat wordt over wat het probleem is en wat er moet worden veranderd, dan stoot je vaak op een muur. Je merkt dat het voor heel wat zorgverleners als een persoonlijke aanval voelt, of ze zien het als een gigantische horde.

“Cultuursensitieve zorg is niets nieuws, er wordt ook al jaren gesproken van de tekortkomingen binnen de geestelijke gezondheidszorg. Telkens worden die problemen erkend, maar er wordt nooit écht iets aan gedaan.”

De psychologe nam het heft in handen en startte eind juni de Instagrampagina @black.mentalhealthcare.pro, een verzamelplaats waar ze zwarte professionals in de geestelijke gezondheidszorg in België in de kijker zet. Wanneer ik de account doorspeel aan Enoch reageert hij enthousiast. “Het is heel toevallig, maar een vriend heeft me die vandaag ook al gelinkt. Hij doet behoorlijk de ronde – ik merk dat veel mensen even die aandacht voor hun mentale gezondheid voorop plaatsen. Dat is na de Black Lives Matter-protesten ook veelvuldig gecommuniceerd: check your mental health. De voorbije maanden beginnen hun tol te eisen, en ik zou er wel over willen praten met een professional. Niet iemand die mij in alles gelijk geeft of overspoelt met white guilt, maar iemand die de onderliggende structuren begrijpt, en me helpt graven en inzichten geeft. Eventueel vanuit eigen ervaringen. Ik denk dat ik die account deze week eens een berichtje ga sturen.”