Direct naar artikelinhoud
AchtergrondDood Jozef Chovanec

‘Die arts had geen diagnose mogen stellen’: ook dokter van wacht in vizier in zaak-Chovanec

Jozef Chovanec. Moeten er, naast vragen over de politie, ook vragen over de betrokken medici gesteld worden in de zaak over zijn dood?Beeld rv

Is de opgetrommelde dokter van wacht in het dossier-Chovanec in de fout gegaan? Die vraag klinkt steeds luider nu er stilaan meer naar buiten komt over wat zich in die politiecel heeft afgespeeld. ‘Die arts had geen diagnose mogen stellen.’

Het was minister van staat en professor grondwettelijk recht en mensenrechten Johan Vande Lanotte (sp.a) die vorige vrijdag in De afspraak de kat de bel aanbond. “De eerste dokter komt pas na drie uur ter plaatse. Hij onderzoekt de patiënt van op afstand. Vluchtig. Waarom worden er in het parlement enkel vragen gesteld over de politie en niet over de medici?”, vroeg hij zich af.

Het relaas van de betrokken agenten in het politieverslag en de verhoren door het Comité P roepen inderdaad vragen op. De arts moet, op vraag van de dienstdoende parketmagistraat, oordelen of Jozef Chovanec in staat is om de nacht in de cel door te brengen of naar het ziekenhuis moet. Hij komt pas drie uur nadat hij opgeroepen was en onderzoekt de patiënt niet fysiek. Het oordeel luidt evenwel: Chovanec kan in de cel blijven.

Verhoor

Tijdens het verhoor door het Comité P verklaart C.B., een huisarts uit Nalinnes bij Charleroi die die avond van wacht was, dat er een communicatiefout aan de basis ligt van zijn late aankomst. De politieagenten hebben naar de huisartsenwachtpost gebeld, terwijl ze volgens C.B. het nummer van zijn chauffeur hebben en die hadden moeten bellen. Dokters van wacht zijn vaak op pad met een chauffeur, uit veiligheidsoverwegingen.

Wanneer de arts aankomt, ziet hij dat Jozef Chovanec zijn uitwerpselen uitgesmeerd heeft in de cel. De dokter hoort van de politieagenten wat er de uren daarvoor gebeurd is en welk gedrag de patiënt vertoonde. Op het moment dat C.B. de cel binnengaat, is Chovanec rustig en half in slaap. Communiceren gaat moeizaam, geeft C.B. aan het Comité P toe, want zelf spreekt hij niet zo goed Engels en Chovanec spreekt geen Frans. Uit de conversatie in gebroken Engels leidt de dokter naar eigen zeggen af dat de patiënt vooral met rust gelaten wil worden. De dokter geeft ook toe dat hij Chovanec niet fysiek heeft onderzocht. “Ik denk dat ik wel de cel ben binnengegaan, maar ik wou geen risico nemen nadat men mij verteld had over het gedrag van de man.”

Volgens C.B. leek het gedrag van de patiënt evenwel op dat moment niet meer problematisch en zag hij geen aanwijzingen voor het vermoeden van de agenten dat Chovanec onder invloed zou zijn.

Attesten

Dat een dokter zo’n ingrijpende diagnose stelt zonder de patiënt van dichtbij te zien of lichamelijk te onderzoeken, roept heel wat vragen op, vindt ook professor ethiek Freddy Mortier (UGent). “Diagnose op afstand is lastig. Het is niet omdat iemand oké lijkt, dat hij ook oké is. Dat is nadien ook gebleken. Al is het natuurlijk altijd makkelijk praten achteraf.”

Volgens professor Mortier is het probleem vooral dat die dokter een attest moest leveren om Chovanec in de politiecel te mogen houden. “Artsen krijgen wel vaker een soort van politionele attesteringsbevoegdheid, waar je je vragen bij kan stellen. Je moet je afvragen in welk frame zo’n arts dan naar de patiënt kijkt. Hij is er niet bijgehaald voor een medisch noodgeval, maar om een opgeslotene te beoordelen. En die leek in dit geval oké, want hij was net rustig. Maar deze arts had moeten zeggen: aangezien ik me niet veilig genoeg voel om hem fysiek te onderzoeken en ik niet met hem kan communiceren door het taalprobleem, kan ik zo’n attest niet afleveren.”

Korte briefing

De vraag is inderdaad of de arts op dat ogenblik een diagnose kon stellen, meent ook professor gezondheidsrecht Stefaan Callens. “Dat hij op afstand een diagnose stelde, is op zich niet noodzakelijk fout. Er zijn situaties genoeg waarin artsen dat doen. Denk aan alles wat te maken heeft met telegeneeskunde, waarbij er diagnoses gesteld worden zonder dat arts en patiënt in dezelfde ruimte zitten. De vraag is wel of de arts in dit geval alle parameters had die nodig waren om zo’n diagnose te stellen.”

Het zal aan een rechter zijn om dat te beoordelen. Die rechter zal zich baseren op wat de experts die aangesteld worden, daarover zeggen. Professor Callens: “Zo’n expert moet nagaan hoe een zorgvuldig arts in die specifieke situatie zou reageren. Als een zorgvuldig arts op basis van wat deze arts zag, hoorde en wist hetzelfde gedaan zou hebben, dan kan hem geen fout verweten worden.”

Dokters van wacht hebben het vaak bijzonder moeilijk, zegt een huisarts die al meer dan tien keer opgetrommeld werd om een geagiteerde arrestant in een politiecel te controleren en anoniem wil blijven. “Meestal krijg je als arts een korte briefing door de agenten en word je de cel binnengeleid. Ook ik heb me al enkele keren zo onveilig gevoeld dat ik de diagnose vanuit de deuropening heb gesteld”, geeft hij toe. Je bent als arts vooral afhankelijk van wat de agenten je vertellen, meent hij. “Het enige wat je kan doen, is goed observeren en zo veel mogelijk vragen stellen aan de getuigen en als het kan ook aan familieleden. Neemt de persoon medicatie? Waarvoor precies? Welke? Die informatie is vaak belangrijker dan de bloeddruk van de patiënt meten. En je moet er als arts op kunnen vertrouwen dat de agenten je de juiste informatie geven.”