Celstraffen van 15 jaar gevorderd in tien jaar oude moordzaak op de 41-jarige Turk Ihsan

Themabeeld ©  MARC HERREMANS - MEDIAHUIS

In een tien jaar oude moordzaak uit Temse zijn maandag celstraffen van vijftien jaar gevorderd. Sohaib A., Sohin O., Carlo V.H. en Abdessalem B. staan terecht voor moord op de 41-jarige Turk Ihsan. De verdediging gaat voluit voor de vrijspraak. Bij de verklaringen van Carlo V.H. worden immers grote vraagtekens geplaatst omdat die daar zelf over zegt dat ze onder druk werden afgelegd.

Bron: BELGA

Ihsan Celik werd in juni 2009 dood teruggevonden in een natuurgebied in Temse. Hij had een strop rond de hals. De man bleek enkele dagen voordien gewurgd te zijn en later gedumpt. Het onderzoek zat in het slop tot de vader van Carlo V.H. naar de politie stapte en er vertelde dat zijn zoon er onderdoor dreigde te gaan omdat hij belaagd werd. Daarop werd Carlo V.H., zwakbegaafd, lang ondervraagd door de speurders en uiteindelijk legde hij belastende verklaringen af. Niet alleen rond zijn eigen betrokkenheid bij de feiten, maar ook over O., A. en B. die de moord op Ihsan volgens hem gepleegd hadden en het lijk verborgen.

Later trok hij al die verklaringen weer in en beweerde dat hij die onder druk afgelegd had. “Speurders hadden ermee gedreigd me anders geen eten en drinken te geven”, zei hij daarover.

“Verhaal niet verzonnen”

Hoewel ook de openbaar aanklager Bernadette Baeyens toegeeft vragen te hebben bij de manier waarop de verhoren zijn afgenomen, vindt ze de verklaringen van Carlo toch bruikbaar in het proces. “Zijn verhaal kan niet verzonnen of ingelepeld zijn door de speurders, want daarvoor zijn de verschillende verklaringen telkens veel te consistent en gelijklopend”, oordeelt Baeyens.

Volgens haar zijn alle vier de beklaagden schuldig. Is het niet aan de moord zelf, dan minstens aan de verberging van het lijk. En dus vorderde ze 15 jaar cel. Normaal zou die straf hoger gelegen hebben, maar de openbaar aanklager houdt bij haar vordering rekening met de overschrijding van de redelijke termijn. De moord dateert immers al van meer dan tien jaar geleden.

Volgens de verdediging mag de rechter echter geen rekening houden met de verhoren, die volgens meester Clement, die Carlo V.H. verdedigt, “een schoolvoorbeeld zijn van hoe het niet moet” en de speurders “cowboygedrag” verwijt. “Iets wat niet gebeurd zou zijn, als was toegestaan dat Carlo bij zijn verhoren bijstand van een advocaat kreeg. Maar toen de jongen daar om vroeg, werd hij gewoon belachelijk gemaakt. De Salduz-wet was toen nog net niet in voege. Feit is dat de speurders na twee jaar zoeken in dit moorddossier eindelijk kost wat kost een doorbraak wilden en slachtoffer daarvan is Carlo geworden.”

De andere beklaagden houden al van meet af aan hun onschuld staande en blijven erbij dat ze met de moord niets te maken hebben. De rechter velt volgende maand vonnis.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen