Moet België een groeifonds oprichten zoals Nederland en Frankrijk?

Heeft de Belgische economie in navolging van de buurlanden een overheidsfonds nodig die toekomstgerichte bedrijven en projecten een extra duw in de rug geeft? De meningen zijn verdeeld.

Nadat Frankrijk met een groeifonds van 100 miljard euro uitpakte, was het maandag de beurt aan Nederland, met een gelijkaardig initiatief ter waarde van 20 miljard euro.

De klemtonen verschillen, maar het basisprincipe is gelijklopend: de overheid toont zich bereid de komende jaren projecten en investeringen op middellange termijn te financieren, als ze de concurrentiekracht van de economie versterken en daarmee de welvaart in de komende twee decennia op peil houden. Beide buurlanden denken daarbij zowel aan hoogtechnologische projecten als aan ‘klassieke’ infrastructuurwerken, zoals grote treinverbindingen.

De staat trekt eerst naar de kapitaalmarkten om het nodige geld op te halen, en verdeelt de pot daarna per project of bedrijf.

Bakenlicht

‘Is dit een bakenlicht voor België?’, vraagt investeerder Jürgen Ingels zich af op het sociale medium LinkedIn. Tom Feys, investeringsdirecteur bij de federale investeringsmaatschappij FPIM, vindt alvast van wel. Dat kan helpen om, in navolging van Frankrijk en Nederland, de algemene productiviteit van de Belgische economie naar een hoger niveau te tillen. ‘Ja, Nederland heeft meer mogelijkheden, doordat de staatsschuld er lager ligt dan in België. Maar met de huidige nulrentes kan de Belgische staat vrijwel gratis lenen’, is zijn redenering.

‘Het houdt dan steek om als overheid via minderheidsbelangen slim te investeren in domeinen als energietransitie, gezondheid, opleiding en infrastructuur’, vindt de voormalige kabinetsmedewerker van toenmalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA).

Het spook van het Zilverfonds

Maar andere stemmen vinden de kloof met de Nederlandse staatsfinanciën te groot om hetzelfde te doen. België torst een overheidsschuld boven 100 procent van het bruto binnenlands product, terwijl Nederland onder 50 procent zit. Nederland haalde in 2019 voor het vierde jaar op rij een begrotingsoverschot, iets waar België maar van kan dromen.

Daarnaast is er uiteraard de aanslepende politieke systeemcrisis in België. Dat maakt de kans op ondoordachte communautaire deals groot en moedige investeringskeuzes klein, zeggen velen. ‘Wie gaat dat beheren? En welke criteria? En met welke centen? Nederland heeft én marge én goed bestuur’, reageert econoom Geert Noels (Econopolis) op Twitter.

Verscheidene waarnemers verwijzen ook naar de slechte ervaring met het Zilverfonds. Dat fonds, opgericht in 2001 door de paarse regering Verhofstadt, moest de vergrijzingsschok voorbereiden, maar werd in de praktijk een lege doos. Het fonds is intussen opgedoekt.

Bron van conflict

Hoe moeilijk de concrete projectselectie van zo’n groeifonds is, blijkt uit het voortwoedende debat in Nederland. Een dag na de presentatie geven lobby-organisaties, politieke partijen, milieubewegingen elk hun eigen interpretatie aan de doelstellingen en prioriteiten. Niet iedereen vindt economische groei de juiste toetssteen, en sommigen vinden de ambities op het vlak van klimaattransitie te zwak geformuleerd. ‘Het Nationaal Groeifonds is een bron van politiek conflict’, zo vat het Financieele Dagblad samen.

Meer