Direct naar artikelinhoud
InterviewFrederik Anseel

‘Er komt een periode aan waarin heel wat mensen gaan uitvallen’

Wat met contact tussen collega’s? Anseel: ‘Ik ben sceptisch dat we dat virtueel kunnen recreëren. Organisaties moeten streven naar plaatsen waar mensen geregeld face to face samenwerken.’Beeld Thomas Nolf

Iedereen noemt het thuiswerken, maar eigenlijk waren de voorbije zes maanden chaos. Dat zeggen wij niet, maar Frederik Anseel. De managementprofessor hekelt zowel het gejammer als het gejuich over thuiswerken.

Het coronavirus jaagde ons in ons kot. Samen met partner, kinderen en werk (schrappen wat niet past). Allemaal constant onder één dak. De kinderen mogen ondertussen weer naar school. Als de relatietest die corona met zich meebracht tot een goed einde werd gebracht, mag de partner blijven. Maar wat met werk?

Tijdens de lockdown hebben bedrijven zich driedubbel geplooid om mensen te laten thuiswerken. Iedereen nam zijn verantwoordelijkheid op om het virus de kop in te drukken. Nu, zes maanden later, verwachten bijna twee op de drie ondernemingen dat de aanpassingen die ze toen, in volle gezondheidscrisis, doorvoerden, ook in de toekomst blijven gelden. Dat blijkt uit een enquête van de Nationale Bank en werkgeversorganisaties bij 4.400 bedrijven en zelfstandigen. Ruim een derde van de bedrijven verwacht dat telewerken nog aan belang zal toenemen.

“Het coronavirus was de resetknop”, zegt Frederik Anseel (University New South Wales en UGent). Maar hoe zorgen we ervoor dat de herstart betere werkomstandigheden biedt dan precorona? Als arbeidspsycholoog is hij gefascineerd door de extreme verandering die het coronavirus op vlak van werken met zich meebracht. Al aan het begin van de gezondheidscrisis stak Anseel samen met 28 andere internationale autoriteiten op het vlak van organisatiepsychologie de koppen bijeen om de impact van het virus op onze relatie met werk te registreren.

“De verandering van werken die corona voor veel kenniswerkers met zich meebracht, is extreem. Het was zeker niet de ideale vorm van thuiswerken, bovendien was er helemaal geen keuze. Thuiswerken veranderde van de ene dag op de andere van een extraatje naar een verplichting, zonder dat iemand ook maar een beetje voorbereid was. Iedereen noemde het thuiswerken, maar eigenlijk was het chaos.”

Vooraleer Frederik Anseel orde in de chaos helpt te scheppen, moet hem iets van het hart. “Zowel jij, als journalist van De Morgen, als ik, als academicus, zijn niet goed bezig.” Niet omdat we allebei het thuiswerken soms wat beu zijn. Niet omdat we onze bureaustoel niet perfect hebben afgesteld op de lengte van onze benen. Niet omdat we software van Google gebruiken om het interview te laten doorgaan. Wel omdat we een grote groep mensen over het hoofd zien.

Een buschauffeur, verpleger of bouwvakker die vroeger met de glimlach de stelplaats uitreed, doet dat nu misschien dagelijks met schrik.

Anseel: “Precies. Ik heb die groep mensen wat gemist in het publieke debat. Hopelijk hebben zij wat vakantie kunnen nemen. Zo’n intense periode doormaken zonder verandering van dynamiek en ritme is heel belastend. Zij hebben mentaal geen tijd gekregen om de eerste golf te verwerken. Er is haast niemand die vraagt: hoe is het geweest? Laat staan dat iemand vraagt: hoe denk je dat jouw werk er in de toekomst zal uitzien?”

We zijn in onze vrije tijd nog steeds relatief beperkt in ons doen en laten.

“We weten dat het gevoel van controle een grote rol speelt bij stress. Er is een hele grote groep die geen enkele controle kreeg. Niet over hun werk, maar ook niet over hun leven. Oké, je kunt een mondmasker dragen als je aan de lopende band of aan de kassa staat, maar je bent voor je eigen veiligheid afhankelijk van hoe collega’s of klanten zich gedragen. Mensen kunnen langere periodes op een hoger energieniveau aan. Je pept jezelf op. We moeten erdoor. Maar dit duurt nu toch vrij lang. Ik denk dat we op een kantelpunt zitten: hoelang kunnen mensen dit verhoogde stressniveau aan? Hoelang kunnen ze nog functioneren zonder een weerslag te voelen? De kruik gaat zo lang te water tot ze barst. Mensen blijven gaan tot het gaatje.”

Moeten we niet nog even volhouden? Economen voorspellen in het najaar een golf van faillissementen. Dan val je liever niet ziek uit.

“Ik geloof dat er zoiets bestaat als een algemene gemoedsgesteldheid in een land. We dragen daar allemaal toe bij, zeker de pers. En we zijn nu al een hele periode aan het zagen en klagen over de politiek. We hebben de indruk dat de hele crisis niet goed werd beheerd. We moeten ons ervan bewust zijn dat die pessimistische, deprimerende sfeer een impact heeft op de individuele gemoedsgesteldheid van mensen. 

“Er kondigt zich inderdaad nog slecht nieuws aan. We zullen bericht per bericht, lege winkel per lege winkel, gesloten restaurant per gesloten restaurant, zelf de impact van het virus op onze economie te zien krijgen. Ik wil niet te negatief doen, maar vergeet ook niet dat de herfst en de winter op komst zijn. Een donkere periode waarin mensen langer binnenblijven en minder sociaal contact hebben. Al die kleine stukjes gaan bijdragen tot een soort neerslachtigheid. Dat gaat voor een aantal mensen de druppel te veel zijn.”

We bereiden ons dus maar best voor op extra burn-outs en depressies?

“België staat al bekend als een land waar veel mensen met ziekte uitvallen, door stress, burn-outs of gerelateerde gezondheidsproblemen. Het zal zeker niet verbeteren. Voor de coronacrisis waren bedrijven zich daar heel erg bewust van. Maar nu zullen de prioriteiten in vele bedrijven anders liggen: economisch overleven. Het kan dat we een periode krijgen, eigenlijk een stuk later dan we hadden verwacht, waarin heel wat mensen uitvallen.”

Kan het helpen om meteen duidelijkheid scheppen? Telenet besloot bijvoorbeeld meteen al zijn werknemers tot het einde van het jaar te laten thuiswerken.

“Dat is een vrij goede zet. Maar je mag niet vergeten dat hun personeel dat kan. Die mensen zijn digitaal beslagen, het is hun leven. Het is voor bedrijven zoals Telenet de veiligste, efficiëntste oplossing. Ze zullen misschien wat bijsturen om ervoor te zorgen dat er een duidelijke identiteit is en voldoende sociale cohesie aanwezig is. Voor dit soort bedrijven is het coronavirus een versnelling van wat er al zat aan te komen.”

Frederik Anseel.Beeld Wouter Van Vooren

Maar dat geldt niet voor iedereen.

“Ik word vaak gevraagd om mijn ideeën over organisaties te geven. Vroeger kon je de sfeer en de cultuur van een bedrijf opsnuiven bij de inkom. Vandaag kan ik dat bijna even goed aan de hand van de digitale uitnodigingen voor vergaderingen. Jij stuurde me een Google Hangout-link: typisch journalisten, zo eenvoudig kan het zijn. Maar van sommige bedrijven krijg ik een uitnodiging via Skype for Business, een verschrikkelijk programma om met mensen van buiten je bedrijf te connecteren. Anderen kiezen voor Zoom. Banken zullen dat nooit doen omdat die software volgens hen niet veilig genoeg is. De manier waarop mensen in een bedrijf een videocall opzetten met een buitenstaander zegt veel over de maturiteit in de digitale omschakeling.”

Hebt u al een handboek om het perfecte thuiswerk te organiseren?

“Het idee dat er een uniforme, gestandaardiseerde aanpak is voor elk bedrijf, is een denkfout. Dat maakt het heel gemakkelijk voor de werkgever, dat geef ik toe, maar werknemers en bedrijven hebben er veel bij te winnen om teams de verantwoordelijkheid te geven om zich te organiseren. De UGent, mijn alma mater, is bezig met een heel vooruitstrevend plan. Daar geeft men veel vrijheid, gekoppeld aan verantwoordelijkheid. Mensen moeten zelf in hun teams overleggen wanneer ze willen komen, wanneer ze thuiswerken, hoe ze hun kantoorruimte gaan inrichten. Heel volwassen. Dat is de richting die we uit moeten.

“Het is evident dat bedrijven voor zichzelf de rekening maken. De kost van een volledig digitaal uitgerust kantoorgebouw is aanzienlijk. Weinig bedrijven kunnen zich de dubbele investering permitteren voor werk- én thuiskantoren. Dus moet je naar hybride oplossingen, waarbij mensen kiezen voor één ‘hoofdkwartier’, een uitvalsbasis om het maar zo te noemen, en een werkplaats-light, die meer flexibel en deelbaar is ingericht. Een team dat het merendeel van de tijd virtueel werkt, kan opteren voor een op-en-top ingericht thuiskantoor. De dagen dat zij naar een kantoor gaan, is dat hoofdzakelijk om te overleggen en mensen te ontmoeten en heb je geen persoonlijke uitrusting nodig. Het kan natuurlijk ook net omgekeerd.”

Vergt dat niet allemaal veel gedoe? Iedereen kent wel mensen die maar al te graag terug willen naar hun 9 to 5.

“Er is inderdaad een grote groep, ik schat op basis van onderzoek een op de vier, die dat een goede oplossing vindt. Maar er zijn heel wat mensen die ervaren dat ze nog nooit zo productief zijn geweest als tijdens het thuiswerken. Mensen die beseffen hoeveel tijd ze winnen door niet in de file te moeten staan. Voor heel veel introverte mensen was het landschapskantoor de hel. Er is een reden waarom hoofdtelefoons met geluidsonderdrukking zo populair zijn op de werkvloer.

“Werken van negen tot vijf is ons historisch opgelegd: technologie liet het toen nog niet toe van op afstand te werken. Het coronavirus is de resetknop die ons de kans geeft om die tradities in vraag te stellen. En ik zou meteen oproepen: probeer niet alles meteen in regeltjes te gieten. Thuiswerk kan ervoor zorgen dat je heel gefocust werkt, maar misschien voel je je na drie weken wat geïsoleerd. Het zal erop aankomen om flexibel met dat thuiswerken om te gaan.”

Moeten we als werknemer kunnen weigeren om naar het werk te gaan?

“Nee, dat lijkt me onzin. We moeten daar niet flauw over doen. Uiteindelijk werk je bij een bepaalde organisatie om resultaten te bereiken. Als dat je aanwezigheid vraagt, dan zal je daar moeten zijn. Je kunt natuurlijk wel uitleggen waarom je denkt dat je fysieke aanwezigheid niet nodig is of waarom je productiever bent thuis. Maar als men je aanwezigheid vraagt en je weigert, kun je beter ergens anders werk zoeken dat beter past bij je voorkeuren.”

Werkgevers zullen alvast niet klagen over dat thuiswerken. Uit een studie van het Economic Bureau of Research blijkt dat we gemiddeld 48,5 minuten langer werken per dag.

“Ik wil dat niet problematiseren. Ik geloof dat er winst gemaakt is door de uren die we niet in de file staan. Bovendien heb je met thuiswerk meer controle over je dag. Het feit dat we nu wat meer werken, kan ook te maken hebben met dat het nieuw is. Als je op een nieuwe plek werkt, werk je ook altijd wat harder in het begin. We hebben onze wittebroodsweken gehad. Ik denk dat het terugkomt naar een stabiel niveau.”

Mocht ik een bedrijfsleider zijn, ik maakte me vooral zorgen om de creativiteit en innovatie die nu dreigt verloren te gaan. Stimuleren al die knappe koppen in mijn bedrijf elkaar wel voldoende?

“We moeten daar inderdaad eerlijk in zijn. We missen heel veel door het gebrek aan toevallige, informele ontmoetingen. Alle contacten zijn nu erg functioneel. En waarom lukt dat? Omdat we kapitaliseren op al onze investeringen in relaties opbouwen van de voorbije jaren. De vraag is, kunnen we ook nieuwe relaties opbouwen, zonder dat we elkaar live gezien hebben? In de positieve evaluatie die we nu maken over thuiswerken, houden we te weinig rekening met de relationele investeringen van de voorbije jaren.”

Hoe gaan we die informele, toevallige gesprekken weer mogelijk maken?

“Dat is de vraag van een miljoen die ik nu bijna dagelijks in mijn mailbox krijg. Sommige techbedrijven geloven er sterk in dat ze de digitale werkomgeving op zo’n manier kunnen organiseren dat normale, spontane menselijke interactie bijna perfect geïmiteerd wordt. Technologie kan steeds meer, maar ik ben sceptisch of we ook dat virtueel kunnen recreëren. Persoonlijk denk ik dat organisaties toch moeten streven naar werkplaatsen waar mensen geregeld face to face samenwerken en elkaar ontmoeten. Dat geldt ook voor events en congressen; er is onderzoek dat aantoont dat het wegvallen van dergelijke fysieke ontmoetingen een serieuze impact heeft op innovatie.”

Als bedrijfsleider denk je in de toekomst best twee keer na voordat je bureauruimte huurt.

“Ik zou momenteel alleszins geen langetermijncontracten meer aangaan.”