Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronabesmettingen

We raken vooral besmet op werk en school: ‘Thuisblijven volstaat niet. Je moet je afzonderen’

We lopen het virus vooral op op het werk of op school, maar daarna verspreiden velen het op hun beurt onder hun huisgenoten.Beeld EPA

Gewoon thuisblijven volstaat niet als je besmet bent met corona. Je moet je dan ook afzonderen van je partner, kinderen en andere huisgenoten. Dat zegt het Agentschap Zorg en Gezondheid dat op basis van contactonderzoek merkt dat het coronavirus zich gretig in onze huiskamers verspreidt.

Het aantal nieuwe coronabesmettingen blijft stijgen tot gemiddeld 509,7 per dag in de periode van 31 augustus tot en met 6 september, een stijging van 15 procent. Het is al de vijfde dag op rij dat het gemiddelde in stijgende lijn zit. Ook het aantal ziekenhuisopnames blijft stijgen. Gemiddeld werden 20,7 coronapatiënten in het ziekenhuis opgenomen. Dat is een stijging van 4,6 procent. 

Volgens het Agentschap Zorg en Gezondheid, dat het contact- en brononderzoek in Vlaanderen beheert, houden de nieuwe besmettingen verband met de heropstart van de scholen en het bedrijfsleven. “We merken dat een ziek persoon het virus vervolgens vaak het gezin binnenbrengt en verschillende andere gezinsleden besmet”, zegt woordvoerster Ria Vandereyt. “Het is dan ook belangrijk dat zieke mensen thuis zoveel mogelijk in isolatie gaan. We ontdekten ook een cluster die gelinkt is aan sport of horeca, maar eigenlijk valt dit goed mee.”

We lopen het virus vooral op op het werk of op school, maar daarna verspreiden velen het op hun beurt onder hun huisgenoten.Beeld EPA

Een stijging van de coronacijfers na de vakantieperiode viel misschien wel te verwachten, toch doet ze vragen rijzen. Want na de verwoestende coronagolf in het voorjaar zouden we er toch álles aan doen om heropflakkeringen te vermijden? Actief besmettingen opsporen: dát zouden en moesten we doen. En dus werd volop geïnvesteerd in contactonderzoek (om mensen te laten weten dat ze met een besmette persoon in contact zijn gekomen) en in brononderzoek (artsen, verpleegkundigen en mobiele teams zoeken naar een gemeenschappelijke bron, waarna bijkomende risicocontacten kunnen worden verwittigd).

De opstart van het contactonderzoek ging gepaard met kinderziektes. ICT-problemen. Callcentermedewerkers die te korte gesprekken hadden. Belangrijke vragen - zoals 'whereabouts' - die niet gesteld móchten worden wegens privacyredenen... Volgens het Agentschap Zorg en Gezondheid gebeurt hun contactonderzoek almaar beter. Op weekdagen worden gemiddeld 440 ‘call agents’ en tot 100 ‘field agents’ ingezet, in het weekend zijn dat er respectievelijk 185 en 65. 

Woordvoerster Ria Vandereyt: “In de week van vrijdag 21 tot donderdag 27 augustus werd 88 procent van de patiënten bereikt. In de week van 28 augustus tot 3 september werden in totaal 4.361 contacten verzameld. Gemiddeld geeft een patiënt vier contacten door. Dat is een lichte stijging tegenover het begin van de zomer en hopelijk zet die zich verder. We blijven alleszins sensibiliseren. Vooral bij jongeren, maar ook ouderen - hoewel het aantal contacten bij hen wellicht ook lager ligt. Belangrijk is dat we iedereen overtuigen van het respect voor de privacy en de anonimiteit.”

Weer stap vooruit

De contactopvolging gebeurt ook sneller. “Tussen vrijdag 21 en donderdag 27 augustus werd 65 procent binnen de 24 uur bereikt en 76 procent binnen de 48 uur. Zodra de patiëntgegevens beschikbaar zijn, heeft men gemiddeld slecht 2,7 uur nodig om een patiënt te contacteren of het dossier af te sluiten. De tijd tussen de afname van een coronatest, het kennen van het laboresultaat, het doorsturen van de resultaten en het uiteindelijke contact met de patiënt bedraagt gemiddeld genomen minder dan twee dagen - 47,7 uur om precies te zijn. Bij het begin van de zomer was dat nog 4 dagen.”

Een grote hulp wordt verwacht van de 'contacttracing app', die in een testfase zit en eind september wordt gelanceerd. “De app werkt complementair met het contactonderzoek. Als een besmet persoon ergens naartoe is geweest, kent hij of zij niet iedereen met wie hij in contact is gekomen. Vooral bij bijvoorbeeld culturele of sportevenementen is de app dan nuttig en zetten we weer een belangrijke stap vooruit.”