Direct naar artikelinhoud
AnalysePolitiek

Avanti? Voor elke stap vooruit volgt er een achteruit bij CD&V

Partijtoppers Hilde Crevits, Wouter Beke, Marianne Thyssen, Benjamin Dalle, Joachim Coens, Sammy Mahdi, Koen Geens, Servais Verherstraeten en Pieter De Crem maken een selfie.Beeld BELGA

Terwijl CD&V-voorzitter Joachim Coens zijn partij op een respectabele manier de Vivaldi-coalitie wil inloodsen, spartelt zijn achterban tegen. ‘Wie in de bocht begint te remmen, riskeert zwaar te vallen.’

“We moeten als één man achter de voorzitter gaan staan.” Viceminister-president Hilde Crevits is opgestaan en spreekt het CD&V-partijbestuur toe. Voorzitter Joachim Coens heeft maandag zijn troepen coronaproof bijeengeroepen in het Thon-hotel, vlak bij het CD&V-hoofdkwartier in Brussel. Zelf is hij “ontstemd” omdat cruciale passages over abortus en de staatshervorming niet in de onderhandelingsnota van de preformateurs Egbert Lachaert (Open Vld) en Conner Rousseau (sp.a) staan. Zijn woede wakkert de interne strijdlust aan.

De boodschap van Crevits op het einde van de vergadering speelt daarop in: CD&V stapt niet onder eender welke voorwaarde mee in Vivaldi. “We zijn niet de dweil van de Wetstraat”, zegt ze onder luid applaus. De troepen zijn weer even verenigd, maar ieder leest er zijn eigen waarheid in. De tegenstanders menen dat de deur openstaat om de gesprekken te verlaten, de ‘Vivaldisten’ zien het als een aanmoediging om met het mes tussen de tanden de onderhandelingen voort te zetten.

De vraag of CD&V moet toetreden tot een Vivaldi-coalitie verdeelt de partij tot op het bot, tot op vandaag. Voorzitter Coens wil de sprong wagen, de rest van de partijtop volgt aarzelend, maar een deel van de parlementsleden en al zeker de vele burgemeesters morren. Wat hebben zij te zoeken in een bonte coalitie met liberalen, socialisten en groenen? Is dat waar de partij voor staat? 

“Twijfel is niet aantrekkelijk. Niet in de liefde, niet in de politiek”,  was een van de conclusies van de ‘twaalf apostelen’ nu exact een jaar geleden. De werkgroep van twaalf parlementsleden hield de verkiezingsnederlaag van 26 mei tegen het licht. Te veel aarzeling en onduidelijke standpunten leidden tot een electorale afstraffing, zo besloten ze. Het klinkt pijnlijk actueel.

Hun rapport moest de blauwdruk worden van de vernieuwing van de partij. Alleen, een jaar later lijkt die vernieuwing maar niet op gang te komen, en dat terwijl de peilingen weinig goeds voorspellen. In juni zette De Grote Peiling van Het Laatste Nieuws en VTM CD&V nog op een schamele 11,8 procent, als vierde partij van Vlaanderen. Hoe geraakt Coens hieruit? En heeft hij eigenlijk een plan klaar?

Natuurlijk leiderschap

Een van de problemen van de voorzitter op dit ogenblik: Coens is dan wel de formele leider van de partij, het natuurlijke leiderschap kan hij (nog) niet claimen. Als relatieve outsider werd de havenbaas en burgemeester van Damme pas in de tweede ronde verkozen tot voorzitter. Nipt klopte hij eind 2019 zijn jonge rivaal Sammy Mahdi, met 53 procent van de stemmen. Zijn collega-voorzitters Egbert Lachaert (Open Vld) en Conner Rousseau (sp.a) boekten wel een overtuigende zege toen ze het afgelopen jaar in het zadel werd gehesen. 

Het maakt dat Coens voortdurend moet laveren en omzien: is iedereen nog mee? De bocht die hij nu moet nemen, is scherp. Maandenlang heeft hij vastgehouden aan de eis dat de twee grootste partijen aan beide kanten van de taalgrens, N-VA en PS, samen een regering moesten vormen. Ook Lachaert zat op die lijn, maar die maakte al tijdens zijn voorzitterscampagne duidelijk dat Vivaldi zijn plan B was. 

Pas op zondag 23 augustus geeft Coens voor het eerst aan dat hij misschien toch wil praten over een regering zonder N-VA. Hij voegt er in dat gesprek met Het Nieuwsblad wel meteen aan toe dat hij past voor een “paars-groene ethische agenda met belgicistisch sausje”. Amper anderhalve week later zal hij in de studio van Terzake zeggen dat het tijd is voor een ‘Avanti-coalitie’: het land moet weer vooruit, ook al is dat met een regering zonder N-VA. Iedereen in de Wetstraat weet nu: CD&V stapt mee aan boord, er is geen weg meer terug. 

Was die koerswijziging voldoende voorbereid? De communicatie schijnbaar niet. De alternatieve naam voor de Vivaldi-coalitie is een persoonlijk initiatief, al had hij de term al eens laten vallen op een ministeroverleg. Over de inhoud heeft Coens een week voordien met de parlementsleden overlegd, op maandag houdt hij een digitaal partijbestuur. Telkens wringt het en komen er tegengestelde geluiden naar buiten. Hij heeft nog lang niet al zijn troepen mee, zo wordt duidelijk. Een extra fysiek partijbestuur diezelfde maandag wordt in extremis afgelast. 

Toch beslist Coens om door te zetten. Diezelfde avond zit hij nog samen met de CD&V-ministers. Zonder het uit te spreken, beseft iedereen wat hij van plan is. “De beslissing zat in de muren”, zegt een van de aanwezigen. De finale knoop hakt Coens twee dagen later door, nadat hij volgens zijn inschatting voldoende garanties had gekregen van informateur Egbert Lachaert (Open Vld). Hij maakt daarop een afspraak met Terzake en stuurt een mail naar alle leden met een stand van zaken van de onderhandelingen, zonder evenwel helemaal in zijn kaarten te laten kijken. 

Alleen, dat traject volstaat lang niet om de tegenstand weg krijgen. Dat blijkt ook tijdens het partijbureau in het Thon-Hotel, de maandag nadien. Intussen heeft oud-senator Els Schelfhout een emotionele open brief in De Standaard gepubliceerd waarin ze zegt dat ze zich niet meer herkent in de partij. Avanti? Na elke stap vooruit volgt er meteen ook een achteruit bij CD&V.

Joachim Coens na het partijbureau maandag.Beeld Photo News

Toppers aarzelen

Bij de Vivaldisten binnen de partij is er frustratie dat de echte partijzwaargewichten, Hilde Crevits en vicepremier Koen Geens, te weinig hun verantwoordelijkheid opnemen. Oud-premiers Jean-Luc Dehaene of Yves Leterme hadden het gewicht om de partij te sturen, Crevits en Geens aarzelen om de achterban mee op sleeptouw te nemen. 

Beiden steunen de voorzitter, dat wel. Samen met Coens en Kamerfractieleider Servais Verherstraeten zitten ze zij in het clubje dat de koers bepaalt in de regeringsonderhandelingen. Toch blijven ze bij interne bijeenkomsten op de risico’s wijzen van Vivaldi, elk vanuit hun eigen positie. Crevits is bevreesd dat de goede verstandhouding met N-VA in ‘haar’ Vlaamse regering in het gedrang komt. Ze gaat liever het conflict uit de weg, zeggen enkele partij-anciens. Bovendien zou een al te linkse federale regering haar beleid als minister van Werk kunnen dwarsbomen. “Ik ben ook bezorgd”, zegt ze. “Maar we moeten kritiek omarmen en er iets mee doen.” Wat ook meespeelt: Crevits is als de dood voor de beeldvorming dat Coens haar marionet is. Ze wil hem niet voor de voeten lopen.

Geens van zijn kant is zijn mislukking als informateur nog niet vergeten. Hij beet begin dit jaar zijn tanden stuk op paars-geel en stelde toen verontwaardigd dat CD&V “niet de dweil is van de Wetstraat” die alles zomaar slikt. Nu al te gretig meestappen zou ongeloofwaardig zijn. Tegelijk wil hij voorzichtig handelen om de achterban niet te bruuskeren. Hij beseft ook: er ligt nog lang geen akkoord. 

Het getalm niet zonder gevaar. “Rijdt u soms met de motor?”, vraagt een voormalig zwaargewicht. “Dan weet u ongetwijfeld dat het best is om in de bocht gas te geven. Wie remt, riskeert zwaar te vallen.” Woensdag kwam er dan toch ook een publieke steunbetuiging voor Vivaldi. Zo zei Crevits op Radio 1 dat “het een goede zaak” is dat Coens naar oplossingen zoekt, ook al is dat zonder N-VA. “Ik geloof ook in een gezonde samenwerkingen tussen de verschillende regeringen”, zei ze. 

Stilaan beseffen ook de tegenstanders: om er nu nog uit te stappen, is het te laat. De noodgedwongen vertraging in de regeringsonderhandeling vanwege de coronabesmetting van preformateur Lachaert komt de partij niet slecht uit. Er is wat meer tijd om de spanningen weg te krijgen. Want iedereen is er van overtuigd: regeringsdeelname heeft pas zin als CD&V een aantal trofeeën binnenhaalt. 

Wantrouwen

Coens geeft steevast twee belangrijke strijdpunten aan: de nieuwe abortuswetgeving en de staatshervorming. Binnen de partij is lang niet iedereen overtuigd van die focus. Win je daar kiezers mee, al zeker in coronatijden? “Coens kleeft de juiste labels”, zegt Jan Callebaut, voormalig communicatieadviseur van onder meer Kris Peeters en Yves Leterme. “Moraliteit is belangrijk voor een partij als CD&V. Maar dan moet je niet beginnen over een technische abortuskwestie. De echte ethische discussie is wat we doen met onze ouderen in de woon-zorgcentra. Dáárop zou CD&V zich moeten profileren. Dat net op die post hun minister zit, Wouter Beke, doet pijn. En wat de staatshervorming betreft, is het misschien eerst tijd dat ze al die vorige hervormingen een beetje ordentelijk laten werken.”

Alleen heeft Coens zich al van bij zijn voorzitterscampagne geprofileerd op de ethische thema’s. Zomaar toegeven zou woordbreuk zijn. “Onze focus is ook ruimer dan abortus”, zegt hij zelf daarover. “Ik ben ervan overtuigd dat in dit tijdsgewricht plaats is voor een partij die de christendemocratische waarden vooropstelt.”

Meer fundamenteel is dat CD&V zich niet gerespecteerd voelt door de potentiële coalitiepartners. De gretigheid waarmee vooral de Franstalige liberalen en groenen de wetswijziging afgelopen zomer door het parlement probeerden te jagen, wekt argwaan. Niet toevallig dook afgelopen week een fragment op van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez uit die periode: “Wat gaat de CD&V doen uit protest?”, provoceerde hij. “De regering verlaten?” 

De grote vrees is dat CD&V in de nieuwe coalitie tegen haar zin wordt gedwongen in de rol van dwarsligger die moet ingaan tegen het eigen regeringsstandpunt. En als er één ding is dat ze hebben geleerd uit de vorige legislatuur: die rol ligt hen niet. Ze betaalden het cash aan de stembus, zo was ook de analyse van de twaalf apostelen. CD&V wil bruggen bouwen. 

En die argwaan gaat het niet enkel over staatshervorming of de ethische thema’s. Heel wat christendemocraten houden hun hart vast voor een samenwerking met PS, maar ook met Ecolo, dat op socio-economisch vlak en op vlak van migratie wordt omschreven als ‘haast linkser dan de PVDA’. “De twijfel zit niet zozeer bij onszelf”, zegt Vlaams Parlementslid en ‘ex-apostel’ Robrecht Bothuyne. “Die is er tegenover de andere partijen. Kunnen zij wel inhoudelijk mee in ons verhaal?”

Leterme suggereerde in deze krant dat het premierschap CD&V wat meer gerust kon stellen. De stemmen binnen de partij daarover zijn diffuus. Twee sterke ministers met zware portefeuilles geven de partij mogelijk meer zichtbaarheid, zonder dat ze lastige compromissen moet verdedigen. 

Geens is in elk geval de enige kandidaat-premier. Crevits is te gehecht aan het Vlaamse niveau en heeft helemaal geen zin in federale avonturen, geven intimi aan. Maar is iemand als Geens, die al jaren meedraait aan de top, de man die de partij nu nodig heeft als uithangbord? Er gaan ook stemmen op voor een duidelijke personeelsvernieuwing wanneer de nieuwe regering moet worden samengesteld.

Breuklijnen

Robrecht Bothuyne is als Vlaams Parlementslid voorstander van Vivaldi, wat erop duidt dat de tweedeling tussen de federale en Vlaamse fractie niet messcherp is. De ene zou pro-, de andere anti-Vivaldi zijn. “Het is complexer dan dat”, zegt ook Jef Van den Bergh, zelf lid van de federale fractie en medeauteur van het verkiezingsrapport. “Ook ik stel me vragen. Het paars-groene verhaal is niet het onze. Twijfel is dan niet abnormaal. Maar de kloof binnen de partij is niet zo heel groot. Het gaat van ‘neen, tenzij’ tot ‘ja, maar’. We komen er wel.” Wat wel zo is: de meest uitgesproken tegenstanders, zoals Koen Van den Heuvel, zitten op het Vlaamse niveau, net zoals de meest prominente voorstanders federaal zitten, zoals ‘bijna-voorzitter’ Sammy Mahdi.

De breuklijnen lopen kriskras door de partij, ook bij de burgemeesters. Zeker in het landelijke West-Vlaanderen zijn ze gehecht aan een samenwerking met N-VA. Maar er zijn ook andere stemmen. “Ik vind dat we ervoor moeten gaan”, zegt Walter De Donder, burgemeester van Affligem. “Hoelang kan je vasthouden aan die eis van een Vlaamse meerderheid? Elke minister wordt geacht op te komen voor de belangen van álle Belgen.”

Afgelopen najaar werkte De Donder zich in de kijker als outsider bij de voorzittersverkiezingen. Hij nam onder meer de kloof tussen de partijtop en de lokale besturen op de korrel. Daar zit effectief een belangrijk spanningsveld in de partij. Met 122 burgemeesters is CD&V lokaal nog een echte machtsfactor. Zowat een derde van de gemeenten heeft de partij nog in handen, terwijl ze zich op federaal vlak met 15 procent een stuk bescheidener moet opstellen. Vanuit hun lokale logica redeneren de burgemeesters: als we zo klein zijn, zullen we weinig in de pap te brokken hebben.

Coens onderneemt wel degelijk actie om die kloof te dichten. Hij zette onder meer een whatsappgroep op met de burgemeesters voor input en overleg. Afgelopen dinsdag organiseerde hij met hen een digitale meeting om de federale strategie uit de doeken te doen. De voorzitter kreeg fors tegenkanting, erkent hij zelf. “Het komt er nu op aan onze engagementen, niet alleen over abortus en staatshervorming, waar te maken in de verdere uitwerking van de teksten”, zegt hij. “Ik zal blijven terugkoppelen naar hen.”

De meeste burgemeesters die deze krant contacteerde, reageren wel positief op het initiatief en zien het als een teken dat hij de partijvernieuwing ernstig neemt. “Op dat vlak heeft de voorzitter echt vooruitgang geboekt”, zegt ook De Donder. “We voelen ons meer gehoord. Het is belangrijk dat iedereen zijn mening kan ventileren.”

Meer inspraak was een van de sleutelpunten van Coens’ voorzitterscampagne. Alleen, de rest van zijn hervormingen laat op zich wachten. Jaloers wordt gekeken hoe nieuwkomer Conner Rousseau bij sp.a in evenveel tijd zijn partij wel weet op te schudden, met nieuwe structuren, nieuwe gezichten en een nieuw elan.

Coens belichaamt nu eenmaal niet de verjonging, wel meer van hetzelfde. In tegenstelling tot Rousseau moet hij ook rekening houden met ministers die gehecht zijn aan hun positie en een sterke lokale basis. Bovendien, zo geeft hij zelf aan, werd hij meteen na zijn aantreden aangesteld als informateur en barstte nadien de coronacrisis uit. “Zo is het moeilijk om grondig te hervormen”, zegt hij.

Momenteel lopen er wel aanwervingen van drie nieuwe directeurs en drie adviseurs, die zich onder meer bezighouden met de interne organisatie, lokale werking, inhoud en netwerking. Bij de kandidaten wordt oud-parlementslid Raf Terwingen genoemd, net als Sofi Van Ussel, voormalig provinciaal directeur van Unizo in Antwerpen. Ook de studiedienst wordt aangevuld met vier nieuwe krachten. 

Quid N-VA?

Uit het burgemeestersprotest komt ook de vraag naar boven hoe CD&V zich moeten verhouden tegenover N-VA. Vijf jaar lang hebben de Vlaams-nationalisten op hen ingebeukt. Zowat alles wat fout liep in de regering-Michel was de schuld van CD&V, meer in het bijzonder van ‘saboteur’ Kris Peeters, toen vicepremier. De kritiek was vaak hard en persoonlijk. 

Toch valt het op dat de partij, en al zeker de basis, telkens naar N-VA is blijven kijken voor coalitievorming. Inhoudelijk zijn de partijen aan elkaar verwant: Vlaamsgezind, conservatief en centrumrechts. Op lokaal vlak heeft CD&V nu eenmaal de meeste coalities met Vlaams-nationalisten. Voor heel wat burgemeesters voelt die alliantie nog altijd als natuurlijk aan. 

Op Vlaams niveau was de rekening snel gemaakt. Door het succes van Vlaams Belang en PVDA was N-VA incontournabel in de regering. Als CD&V wilde deelnemen aan de macht, kon er maar beter gepraat worden. Tijdens verschillende verzoeningsgesprekken in aanloop naar de Vlaamse regeringsonderhandelingen, probeerden beide partijen elkaar terug te vinden. “Er moesten wonden worden geheeld”, zegt Crevits. “Aan beide kanten.”

Een van de uitgangspunten was de vraag: hoe tegen 2024 een tegengewicht bieden aan de opkomst van de extremen? Zou het niet beter zijn het uitgebreide kiezerskorps op het centrum te verenigen? Het idee van ‘politieke herverkaveling’ hing boven de tafel, maar heel concreet werd dat niet. De geruchten over de heropstanding van het kartel worden formeel de kop in gedrukt. De context is heel anders dan ruim vijftien jaar geleden, toen beide partijen gingen samenwerken. Ook Coens wil uitgaan van eigen sterkte.

“Waarom kijkt iedereen naar ons?”, vertolkt Bothuyne een gevoel dat breder leeft binnen de partij. “Het groeiscenario bij N-VA is voorbij. Ik ben ervan overtuigd dat die partij alleen maar verder onder druk komt te staan. Met als risico dat ze tegen 2024 leegloopt naar Vlaams Belang.”

Dit artikel kwam tot stand na gesprekken met vijftien CD&V’ers, onder wie de voorzitter, (ex-)topministers, parlementsleden en burgemeesters. Verschillenden onder hen wensten niet geciteerd te worden.