Oost-Vlaanderen krijgt meeste geld om te investeren in onroerend erfgoed: “Gent is dan ook de kunststad bij uitstek”
De provincie Oost-Vlaanderen krijgt van de Vlaamse regering het meeste geld om te investeren in onroerend erfgoed. Er wordt ruim 62 miljoen euro geïnvesteerd in 113 projecten. In totaal maakt de Vlaamse regering 235 miljoen euro vrij voor onroerend erfgoed in Vlaanderen.
Tijdens Open Monumentendag heeft Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, Matthias Diependaele (N-VA), bekend gemaakt hoeveel er de komende legislatuur geïnvesteerd zal worden in onroerend erfgoed. In totaal maakt de regering 235 miljoen euro vrij. Ruim 62 miljoen gaat naar 113 projecten in Oost-Vlaanderen. De provincie krijgt daarmee het grootste deel.
Kunststad
“In Oost-Vlaanderen heb je natuurlijk Gent, en dat is een kunststad bij uitstek”, vertelt minister Matthias Diependaele (N-VA). “Je hebt daar onder meer de Sint-Baafskathedraal waar op dit moment een nieuw bezoekerscentrum gebouwd wordt. Maar ook in de Vlaamse Ardennen zal er geïnvesteerd worden. Daar hebben we natuurlijk aandacht voor het traject van de ronde van Vlaanderen. Enkele kasseiwegen, bijvoorbeeld in Maarkedal, worden heraangelegd.”
Zorg dragen
“Bij de start van deze regering hebben we heel duidelijk de afspraak gemaakt om de komende jaren 80 miljoen euro extra te investeren in onroerend erfgoed”, gaat Diependaele verder. “Mensen vinden het heel belangrijk dat onroerend erfgoed deel blijft uitmaken van hun dagelijkse leven en verwachten dan ook van de overheid dat daar zorg voor wordt gedragen. We merken dat heel wat lokale besturen die taak om zorg te dragen voor onroerend erfgoed echt wel opnemen. In Oost-Vlaanderen zijn er 110 projecten die de komende jaren aangepakt zullen worden.”
