Als u de voorbije maanden tijdelijk werkloos was door de coronacrisis, bestaat de kans dat uw eindejaarspremie straks een stuk lager ligt dan gewoonlijk. Wie in de horeca werkzaam is, moet zich voor één keer geen zorgen maken.

Om de economische gevolgen van de coronacrisis te bezweren, riep de federale regering in maart het systeem van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in het leven. In april alleen al kregen bijvoorbeeld 1,2 miljoen werknemers een uitkering als tijdelijk werkloze. In juli waren dat nog 400.000 mensen en ook de volgende maanden blijft de maatregel nog in voege. Sinds 1 september zijn de voorwaarden wel een stuk strenger.

Wie een tijdje tijdelijk werkloos was, kan zijn eindejaarspremie zien teruglopen. Al zijn de verschillen groot. ‘Er bestaat geen algemene wet voor eindejaarspremies, dat is geregeld binnen sectoren en bedrijven’, stelt Geert Vermeir van SD Worx in de krant Het Laatste Nieuws. ‘In sommige sectoren betaalt de werkgever de eindejaarspremie, in andere wordt die uitgekeerd door een sociaal fonds. En er zijn ook sectoren waar er gewoon géén is.’

Wie in de zwaar getroffen horecasector werkt, mag zich voor één keer gelukkig prijzen. ‘Nu nog zitten er veel horecamensen – die meestal een arbeiderscontract hebben – in het regime van tijdelijke werkloosheid. In hun CAO staat evenwel dat tijdelijke werkloosheid gelijkgesteld wordt met arbeidsprestaties leveren. Ze krijgen dus dezelfde eindejaarspremie als wanneer ze alle dagen gewerkt zouden hebben’, klinkt het.

De meeste bedienden zijn slechter af. Binnen het paritair comité 200, goed voor 400.000 werknemers in totaal, wordt tijdelijke werkloosheid niet gelijkgesteld met arbeidsprestaties. ‘Als de bediende dus twee maanden tijdelijk werkloos is geweest, gaan er twee twaalfden brutoloon af’, stelt Vermeir in de krant, die een simulatie aanhaalt. Wie een brutoloon van 3.600 euro krijgt en twee maanden tijdelijk werkloos was, verliest 600 euro.

Lees ook: Tijdelijke werkloosheid beschermt Belgische jobs, maar voor hoelang nog?