Direct naar artikelinhoud
Astronomie

Astronomen ontdekken mogelijk teken van leven op planeet Venus

In de bovenste laag van de atomosfeer van onze buurplaneet Venus schuilt mogelijk leven.Beeld NASA/JPL-Caltech

Astronomen hebben in de atmosfeer van Venus fosfine ontdekt, een chemische verbinding die op aarde alleen door bacteriën of in fabrieken wordt gemaakt. De vondst vormt mogelijk het eerste bewijs dat we in dit uitgestrekte heelal niet alleen zijn.

Buitenaards leven zou weleens letterlijk dichterbij kunnen zijn dan gedacht. Niet op een verre wereld in het diepe duister van de kosmos, maar op buurplaneet Venus. Dat blijkt uit een artikel dat maandag verscheen in vakblad Nature Astronomy.

Astronomen beschrijven daarin hoe ze in de atmosfeer van Venus − de tweede planeet gezien vanaf de zon, na Mercurius − de stof fosfine vonden, een kleurloos en voor mensen giftig gas dat op aarde alleen geproduceerd wordt door bepaalde soorten bacteriën en in de chemische industrie. Al langer zeggen astronomen dat de aanwezigheid van fosfine in de atmosferen van verre planeten een potentieel teken van leven is.

Vonk van het leven

De vondst van buitenaards leven zou een van de oudste en grootste vragen uit de wetenschap beantwoorden: de vraag of de vonk van het leven alleen oversloeg op aarde, of ook elders. Dat fosfine nu opduikt op onze kosmische buur is daarom heel spannend, meent planeetonderzoeker Daphne Stam van de Nederlandse TU Delft. “Dit sluit aan bij het idee dat in de wolken van Venus bacteriën kunnen rondhangen”, zegt ze.

Hoewel Venusiaanse wolken uit in water opgelost zwavelzuur bestaan – niet bepaald prettig – is de temperatuur in de hogere regionen in elk geval een stuk aangenamer: zo’n 30 graden Celsius. Het is goed mogelijk dat bacteriën die zichzelf hebben gewapend tegen het zuur daar kunnen overleven. Dezelfde groep onderzoekers die nu met de meting van fosfine naar buiten komt, publiceerde vorige maand nog een artikel in vakblad Astrobiology waarin ze beschrijven hoe bacteriën dat voor elkaar kunnen krijgen.

Jupiter en Saturnus

Venus is overigens niet de enige plek in het zonnestelsel waar fosfine is gevonden. Ook in de atmosferen van gasreuzen Jupiter en Saturnus is het stofje gemeten. Op zulke gasplaneten geldt de aanwezigheid van de stof echter niet als mogelijk teken van leven. Daar kan fosfine door de hoge druk en de hoge temperaturen in de kern van zo’n planeet ontstaan, waarna het af en toe omhoog borrelt en in de atmosfeer terechtkomt. Dat is bij kleinere planeten van steen, zoals Venus en de aarde, onmogelijk. 

In het nieuwe artikel serveren de onderzoekers de belangrijkste andere mogelijke verklaringen voor het ontstaan van de stof, zoals blikseminslagen en vulkaanuitbarstingen, weer af. “Geen enkel bekend chemisch proces kan de aanwezigheid van fosfine verklaren”, schrijven ze.

Stam benadrukt dat dat nog geen definitief bewijs vormt dat in de hogere atmosfeerlagen van Venus microscopisch leven rondwaart. Ook astronoom Yamila Miguel van de universiteit van Leiden zegt ondanks haar enthousiasme over het resultaat te waken voor overdrijving. “Dit is een opwindend resultaat, maar nog geen onweerlegbaar bewijs van leven. We moeten oppassen dat we het niet als zodanig presenteren”, zegt ze. “Zonder meer te weten over het binnenste en de geologie van Venus, kun je nooit helemaal zeker weten of de bron biologisch is.”

Twee metingen

De onderzoekers ontdekten de aanwezigheid van fosfine in twee onafhankelijke metingen van de planeetatmosfeer. Eerst bestudeerden ze de planeet met de James Clerk Maxwell-telescoop op Hawaï en daarna nogmaals met de krachtigere radiotelescoop ALMA in Chili. In beide metingen zagen ze fosfine. 

Toch is niet iedereen overtuigd dat de onderzoekers het stofje daadwerkelijk hebben gezien. “Ik blijf sceptisch dat je dit relatief zwakke signaal überhaupt kunt meten”, zegt astronoom Emmanuel Lellouch van het Observatoire de Paris. “De data-analyse is zo ingewikkeld dat je er volgens mij zowat elk gewenst resultaat uit kunt krijgen door een beetje aan de knoppen te draaien.”

Astronoom Floris van der Tak, verbonden aan het Nederlandse ruimteonderzoeksinstituut SRON, stelt dat de data-analyse wel degelijk zorgvuldig is uitgevoerd. “Dit zijn moeilijke metingen, maar de detectie van fosfine lijkt me redelijk solide. Wat het precies betekent, is een andere vraag.”

Onbemande sonde

Het is in elk geval zeker dat deze meting Venus een hoge notering oplevert op het lijstje potentiële plekken voor leven in ons eigen zonnestelsel. Eerder kwam Mars, onze andere buurplaneet, daarop terecht, toen onderzoekers er methaan ontdekten, ook een mogelijk teken van leven. Ook verschillende ijsmanen, zoals Jupiter-maan Europa en Saturnus-maan Enceladus, staan op het lijstje kanshebbers. “Op Europa zit vermoedelijk een oceaan onder het ijs, waarin ook hete geisers en vulkanen kunnen voorkomen”, zegt Stam. Zulke zogeheten hydrothermale bronnen speelden volgens sommige theorieën ook op aarde een rol bij het ontstaan van leven.

Stam hoopt dat vervolgonderzoek kan onthullen of er op Venus inderdaad bacterieel leven rondwaait. “De laatste jaren is er vooral veel aandacht voor Mars. Dit resultaat laat zien dat Venus nog niet heeft afgedaan.” 

Ze hoopt dat NASA of ESA de komende jaren een onbemande sonde naar de planeet stuurt om de atmosfeer nog beter te onderzoeken. “Het liefst zou je zelfs een hapje uit de wolken nemen en terugbrengen naar aarde”, zegt ze. Dat moet, bij een vermoeden van bacterieel leven, overigens wel extra nauwkeurig gebeuren. “We moeten dan zowel het leven op Venus als dat op aarde goed beschermen”, zegt ze. Het zou immers kunnen dat aards leven schadelijk is voor de nieuw gevonden bacteriën. Of omgekeerd: dat de Venus-bacteriën schadelijk blijken voor ons.  

Beide ruimtevaartorganisaties hebben momenteel nieuwe Venus-missies op de ideeënlijst staan, maar de selectie volgt op zijn vroegst pas volgend jaar. Het definitieve antwoord op de vraag of het aardse leven eenzaam door de onmetelijke uitgestrektheid van de kosmos dobbert, laat dus nog wat op zich wachten.