NEFU

Russische herders vinden zo goed als intacte resten van holenbeer uit de ijstijd

Rendierherders hebben in Rusland de zo goed als volledige restanten van een holenbeer uit de ijstijd gevonden. Zijn tanden en zelfs zijn neus zijn nog intact. "Dit is de eerste en tot dusver enige ontdekking in haar soort, een karkas van een holenbeer dat nog volledig intact is", zeggen wetenschappers. Volgens de eerste schattingen zou de volwassen beer tussen 22.000 en 39.500 jaar oud zijn.

De holenbeer (Ursus spelaeus) is net als de wolharige mammoet en de wolharige neushoorn een van de bekendste zoogdieren uit het pleistoceen, een geologische periode die wordt gekenmerkt door een reeks ijstijden, afgewisseld door korte, relatief warme, ijsvrije periodes. Hij leefde vooral tijdens het midden- en laat-pleistoceen. Ongeveer 15.000 jaar geleden stierf de holenbeer uit.

Het dier spreekt tot de verbeelding. Als de holenbeer op zijn achterpoten stond, bereikte hij een hoogte van 3,5 meter. Hij was dik en zwaar gebouwd, zwaarder dan de grizzlyberen die we nu kennen. Al sinds het begin van de 19e eeuw worden er fossielen van aangetroffen in grotten, vandaar de naam "holenbeer". Tot nu toe waren alleen schedels en botten gevonden, maar nog geen volledige exemplaren. Daar is nu verandering in gekomen.

Russische rendierherders hebben in het Siberische poolgebied een zo goed als volledig karkas van een holenbeer aangetroffen. Ze deden hun vondst op de Ljachovski-eilanden, die deel uitmaken van de Nieuw-Siberische archipel in het verre noordoosten van Rusland. Zelfs de tanden en de neus zijn nog intact.

"De eerste en tot dusver enige ontdekking in haar soort"

Wetenschappers noemen de vondst baanbrekend. "Dit is de eerste en tot dusver enige ontdekking in haar soort, een karkas van een holenbeer dat nog volledig intact is, inclusief weke lichaamsdelen", zegt Lena Grigorjeva van NEFU, de Noordoostelijke Federale Universiteit in de stad Jakoetsk. "Het is compleet bewaard, met alle interne organen nog op hun plek. Deze ontdekking is van groot belang voor de hele wereld."

Het gaat om een volwassen dier dat volgens de eerste schattingen 22.000 tot 39.500 jaar geleden leefde. Wetenschappers aan NEFU, met expertise in onderzoek naar uitgestorven wolharige mammoeten en neushoorns, zullen het karkas verder bestuderen. "We zetten daarvoor alle moderne middelen in, genetica, moleculair onderzoek, microbiologie, en andere", zegt Grigorjeva.  

Het karkas kwam bloot te liggen door het verdwijnen van permafrost, de permanent bevroren ondergrond in poolgebieden. Door de aanhoudende temperatuurstijgingen ontdooit de permafrost sneller. Daardoor zijn in Siberië de laatste jaren overblijfselen van nog meer prehistorische dieren blootgelegd, van mammoeten, wolneushoorns en holenleeuwwelpen.

NEFU

Meest gelezen