Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Coronavirus boomt in Brussel, en toch blijft het stil

Coronavirus boomt in Brussel, en toch blijft het stil
Beeld Photo News

Toen het aantal besmettingen afgelopen zomer de hoogte in schoot in Antwerpen, werden zeer strenge maatregelen uitgerold. Maar in Brussel blijft het stil. Nochtans is de hoofdstad zwaar getroffen: nergens is het aantal positieve resultaten per aantal testen zo hoog. Waarom dan die stilte?

en

Het coronavirus grijpt steeds wilder om zich heen. In een week tijd is het aantal besmettingen in ons land met 42 procent gestegen. Vorige week testten gemiddeld 681 mensen per dag positief, zo meldt gezondheidsinstituut Sciensano. Maar het gaat snel, want vorige donderdag lag het aantal besmettingen al op 939. Wetende dat het reproductiegetal (dat aangeeft hoeveel personen een patiënt op zijn beurt besmet, PG/ADB) in alle provincies boven de 1 ligt, is de kans groot dat de symbolische kaap van de 1.000 inmiddels werd gerond.

Vooral de trend van het aantal ziekenhuisopnames is zorgwekkend. Tot voor kort waren veel patiënten relatief jong en weerbaar, maar de ziekenhuizen merken nu een opvallende toename van het aantal patiënten. Volgens de meest recente cijfers gaat het om een stijging van 78 procent. “Die curves zijn niet lineair, maar exponentieel. Over enkele dagen kunnen de cijfers dus al verdubbeld zijn”, zegt Erika Vlieghe, diensthoofd Infectieziekten van het UZ Antwerpen en lid van Celeval.

De huisartsen zijn nu al overbevraagd. En volgens Sciensano-viroloog Steven Van Gucht moeten we niet meteen hopen dat de cijfers opnieuw zullen dalen. Een stabilisering van het aantal besmettingen lijkt op dit moment het hoogst haalbare. “Het is nu vooral zaak om de winter te overbruggen zonder het ziekenhuissysteem te zwaar te belasten en zonder in een lockdown te komen”, zegt hij. “Hopelijk kunnen we nadien met nieuwe wapens, zoals een vaccin of nieuwe geneesmiddelen, tegen het virus strijden. Pas dan kunnen we onze strategie herbekijken.”

“Of we dit de derde golf mogen noemen? Wat mij betreft wel. Maar het virus is eigenlijk nooit weggeweest”, zegt Vlieghe. “We hadden een opflakkering tijdens de zomer, die de kop is ingedrukt door forse maatregelen en een betere contacttracing. Nu steekt het opnieuw de kop op omdat de aandacht voor de maatregelen wat verslapt is.” Redenen zijn onder andere de heropening van de scholen en de terugkeer van toeristen uit het buitenland.

Hoofdstad

Een van de plekken die momenteel oplichten op de kaart van België, is Brussel. Nergens lag het totale aantal besmettingen de afgelopen twee weken zo hoog als in de hoofdstad. Sinds 28 augustus konden er 1.080 nieuwe gevallen genoteerd worden. Ter vergelijking: in die andere grote stad, Antwerpen, is dat 926 besmettingen en op Oost-Vlaanderen na (518 besmettingen) schommelen de andere provincies rond de 300 of 400 gevallen.

Vooral de positiviteitsratio – het aantal positieve testen tegenover het totale aantal testen – valt op. Volgens Van Gucht ligt dat cijfer in Brussel op 5,7 procent. Dat is bijna dubbel zoveel als de 2,9 procent in de rest van het land. “Dat betekent dat de circulatie van het virus daar wellicht intens is”, zegt hij. “We mogen niet vergeten dat Brussel een enorm internationale stad is. Er zijn veel expats die terugkeren na de zomer. Sommige van de gemeentes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaan voornamelijk uit expats. We weten dat sommigen onder hen zijn teruggekomen uit een oranje of rode zone en zich niet hebben laten testen.”

Die hoge positiviteitsratio moeten we in de gaten houden, al moet ze ook genuanceerd worden volgens biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt en KU Leuven). “Dat cijfer mag dan wel hoger liggen in Brussel, eigenlijk heeft het daar altijd hoger gelegen sinds de tweede golf. Ik geef een tegenvoorbeeld van deze zomer: toen zagen we dat de epidemie zich uitdiepte in de volkswijken van steden. Dat ging gepaard met positiviteitsratio’s van soms 30 tot 50 procent. Wat we nu zien, is dat het virus meer homogeen verspreid is over het hele grondgebied.”

‘Ruimer dan Brussel alleen’

Het zou dan ook “fout zijn om Brussel te culpabiliseren, ondanks minder goede cijfers”, aldus Molenberghs. “Op dit ogenblik gaan de cijfers in het hele land hard.” Ook Van Gucht vindt dat. “Dat is wel een belangrijke boodschap: dit gaat veel ruimer dan Brussel alleen. We zien hetzelfde fenomeen in zowat alle Belgische provincies, bij verschillende leeftijdsgroepen. Overal gaat het aantal bevestigde gevallen naar omhoog met een gelijkaardige snelheid, wat wil zeggen dat het virus zich via verschillende wegen verspreidt. Dat heeft voor een groot deel te maken met een toegenomen bedrijvigheid: veel mensen gaan opnieuw werken, de scholen zijn terug open, hobby’s die weer opgenomen worden, enzovoort.”

Het is volgens Van Gucht en Molenberghs dan ook logisch dat er nu niet gesproken wordt over extra maatregelen voor de hoofdstad zoals dat in juli voor Antwerpen het geval was. Toen zagen we het aantal besmettingen zeer lokaal plots exponentieel toenemen vanaf een relatief laag niveau. Het was toen zaak om dat zo snel mogelijk in te dammen zodat de rest van het land gespaard bleef. Nu zit het virus overal. Dus is er net nood aan algemene maatregelen, zeggen beiden.

Wat niet wegneemt dat er extra aandacht moet zijn voor lokale problemen bij die algemene maatregelen. “In grote steden zoals Brussel of Antwerpen moet je rekening houden met de verschillende talen, culturen en religies die je moet bereiken met je communicatie”, zegt Van Gucht. “Dus ja, daar zal buurt- en maatschappelijk werk belangrijk blijven.”