Het horrorkamp is afgebrand, de horror is gebleven: ‘Moria finished, Moria finished!’

Moria na de brand. Allerlei geruchten doen de ronde: fascisten hadden de brand aangestoken, of vluchtelingen hadden hun kamp zelf in de fik gezet. © Reuters

Op 4 september ging het vluchtenlingenkamp Moria op Lesbos in vlammen op. 13.000 mensen zijn op de dool. In volle coronacrisis had een noodhospitaal van Artsen zonder Grenzen bovendien plaats moeten maken voor een niet functionerend ‘cadeau van de Nederlandse regering’.

‘Alles is weg, alles is afgebrand, er is bijna niets meer. Veel mensen zijn vermist, nog niets over aantallen slachtoffers. Het is horror, chaos, oorlog, hellevuur. Waarom neem je niet op? NEEM OP!’

Een ingesproken bericht, woensdagmorgen 9 september, van een van de drie fotografen die op Lesbos op brommers voor mij rondracen. Ze doen verslag, maken foto’s, zoeken vluchtelingen die ik via WhatsApp-camera kan spreken.

Moria afgebrand? Voor 80 procent in vlammen opgegaan? 13.000 vluchtelingen dakloos en ronddolend zonder water en eten? Een afschuwelijke ramp? Ik was nog doodop van het schandaal van het gesloopte covid-19-noodhospitaal van Artsen zonder Grenzen (AzG) op Lesbos. Ooit stond het net naast het vluchtelingenkamp van Moria. Sinds 2 mei functioneerde het perfect. Tot half juli het bericht kwam van de Griekse overheid dat het gesloten moest worden. Er kwam een gloednieuwe ‘hospitainer’ voor in de plaats, een cadeautje van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD), die kennelijk niets wist van het onnodig gesloten AzG-noodhospitaal. De hospitainer was onbemand, niet operationeel, sinds de opening kon er geen vluchteling behandeld worden. De publicatie van dit schandaal leidde tot tientallen vragen in het Nederlandse parlement. De posities van minister Blok en van staatssecretaris van Migratie en Asiel Ankie Broekers-Knol (VVD) wankelen.

Neonazi’s

Op dinsdagavond was ik vroeg naar bed gegaan. Telefoon uit, voor het eerst in twee weken. Om vier uur schrok ik wakker. Op mijn telefoon zag ik 40 geschreven en ingesproken berichten. ‘Het “Geschenk van Nederland” is ook in vlammen opgegaan’, hoorde ik in een voicemail.

Weldra kwam de zon op, de eerste beelden bij daglicht overstroomden de sociale media. Het leek wel de Syrische stad Aleppo. Voor wie het gruwelkamp Moria kent, met zijn 13.000 vluchtelingen, van wie 45 procent kinderen, moet het een cynisch gevoel van opluchting zijn geweest. Dit horrorkamp had nooit mogen bestaan, of het had in ieder geval al jaren geleden gesloten moeten worden. Niets hielp. Zelfs het vooruitzicht van een catastrofale corona-uitbraak in het kamp was niet doorslaggevend. Het lukte noch de ngo’s die in en om Moria werken, noch de Europese campagne #SOSmoria met haar 7000 artsen en 50.000 EU-burgers om de hel van Moria te sluiten. Alleen enkele duizenden van de kwetsbaarste vluchtelingen werden geëvacueerd. Misbruik makend van het coronagevaar legde de Griekse regering de vluchtelingen in Moria een strikte lockdown op, terwijl die voor Grieken en toeristen was opgeheven.

VLUCHTELINGEN OP DE DOOL. Alle horroromstandigheden waren voorhanden waardoor het coronavirus als een perfect storm door het kamp kon razen.
VLUCHTELINGEN OP DE DOOL. Alle horroromstandigheden waren voorhanden waardoor het coronavirus als een perfect storm door het kamp kon razen.© Reuters

Twee dagen later, om zes uur ’s ochtends, krijg ik de Vlaamse Caroline Willemen (34), ooit projectleider van het afgebroken covid-19-noodhospitaal van AzG, aan de telefoon. Die vrijdag is wat nog overeind was gebleven door een tweede brand verwoest. Moria bestaat niet meer. Allerlei geruchten doen de ronde: fascisten hadden de brand aangestoken, doorgedraaide vluchtelingen na zes maanden lockdown zonder psychische en sociale hulp hadden hun kamp zelf in de fik gezet, amateuristische ngo’s hadden in een explosieve situatie fout gehandeld waardoor de vlam in de pan was geslagen. Je hoort ook van alles over wat er met de vluchtelingen zou gebeuren: ze zouden naar barakken van twee afgedankte Griekse militaire kazernes op Lesbos worden gestuurd, of met een boot naar het vasteland, of de EU zou eindelijk grote aantallen opnemen. Willemen heeft maar tien minuten om met me te praten. Ze klinkt oververmoeid, verslagen: ‘De 13.000 vluchtelingen zijn nu samengedreven op de weg van Moria naar Mytilini, ingeklemd tussen twee grote politieblokkades. Neonazi’s van de partij Gouden Dageraad hebben overal wegversperringen opgericht. Het is totale chaos. We delen medicijnen uit. Onze kinderkliniek is niet uitgebrand, die draait op volle toeren. Er is gebrek aan water, voedsel, er zijn geen wc’s, ze kunnen geen kant uit. Kun je je voorstellen wat dat geeft?’ Iedereen doet zijn gevoeg langs de weg, overal maandverband, luiers, wc-papier? Huilende baby’s en kinderen? ‘Precies. En we hebben net gehoord dat premier Kyriakos Mitsotakis toch niemand naar het vasteland zal overbrengen. Niemand. De grote ferry die bij de haven van Sigri lag voor vervoer naar Pireus blijft leeg. De vluchtelingen wisten van het schip, ze dachten dat ze erop mochten, maar dat gaat dus niet door. Daar maak ik me zo boos over. Ik begrijp niet dat de EU en Athene deze ramp niet gebruiken om álle vluchtelingen hier vandaan te halen, iets waar ook de eilandbewoners al vijf jaar om vragen. Alleen 400 minderjarige asielzoekers zonder begeleiding zijn met een vliegtuig weggehaald. Weer gebruikt Mitsotakis het excuus van corona om die duizenden vluchtelingen met kinderen vast te houden, met een politiecordon eromheen. Er is ontzettend veel oproerpolitie, en er komt nog meer.’

Vóór de brand hadden 36 vluchtelingen positief getest op corona. Sommigen zaten in quarantaine, maar door de ramp weet niemand meer waar ze zijn. Willemen: ‘Moria was een tikkende tijdbom, iedereen heeft hiervoor gewaarschuwd. De situatie was onmenselijk, volstrekt onhoudbaar. Nu is het gebeurd. En wat doet de regering? Ze haalt hen niet weg, als een soort collectieve straf.’

Hospitaal dicht

Even later verschijnt de Griekse minister van Ontwikkeling en Investering, Adonis Georgiadis, op SKAI tv: ‘We zijn niet verplicht om al die vluchtelingen nieuw onderdak te geven wanneer ze hun kamp zelf in brand steken’, zegt hij. Op Twitter en Facebook regent het extreemrechtse commentaren: ‘Stuur ze de zee op en laat ze verdrinken’, ‘On- dankbaar tuig’, ‘Brandstichters mogen niet beloond worden.’

Ik denk terug aan het telefoongesprek dat ik nog maar een week eerder had gehad met Caroline Willemen. Toen had ze nog tijd genoeg. Het lijkt na de ramp opeens jaren geleden, in een ander universum. Ik vroeg haar toen hoe het team van AzG had gereageerd op de sluiting van hun covid-noodhospitaal. ‘Met complete verslagenheid’, vertelde ze. ‘Het personeel was godzijdank goed voorbereid, dus kwam de definitieve beslissing niet als een donderslag bij heldere hemel. Iedereen was vooral heel stil.’

Neonazi’s van de partij Gouden Dageraad hebben overal wegversperringen opgericht. Het is totale chaos.

Caroline Willemen (AzG)

Toen begin maart corona uitbrak in Griekenland gingen AzG en andere ngo’s op Lesbos koortsachtig aan de slag. Ze wisten inmiddels dat van de Europese Unie en van de Griekse overheid niets te verwachten viel. Op dat moment zaten er 17.000 mensen, van wie ongeveer 700 alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s), op het eiland. Terwijl er nauwelijks plek is voor 2800. Alle medici van de ngo’s op Lesbos beseften dat de catastrofe niet te overzien zou zijn als er corona zou uitbreken in het kamp. Vluchtelingen zaten er boven op elkaar, afstand houden was onmogelijk, water en zeep om voortdurend je handen te wassen waren er niet. Overal bergen vuilnis, open urine- en strontstromen, veel te weinig douches, walgelijke wasbakken. Volwassenen én kinderen waren en zijn er mentaal zwaar beschadigd, velen fysiek zwak, slecht gevoed, ze hebben daardoor nauwelijks weerstand. Alle horroromstandigheden die je maar kunt bedenken waren voorhanden, waardoor het coronavirus als een perfect storm door het kamp kon razen. Een derde van de mensen zat in containers en tenten binnen de omheining van het kamp, de rest probeerde in kartonnen hutten en tenten in de olijfboomgaarden errond te overleven.

Duizenden vluchtelingen zouden besmet raken, en dat op een eiland met maar zes bedden op intensieve zorg in het lokale ziekenhuis. AzG besloot een covid-19-kliniek naast het kamp op te tuigen. Helemaal gefinancierd door de organisatie, die Europese subsidies weigert omdat ze de EU verantwoordelijk houdt voor de huidige vluchtelingenellende in de Schengenzone. Met andere woorden: de kliniek kostte de EU en de Griekse belastingbetaler niets. ‘De kliniek bestond uit tenten en containers. Er waren 60 bedden, en 75 werkmensen, van wie het overgrote deel Grieken, zoals schoonmakers en ondersteunend verplegend personeel.’ Het was er allemaal in ijltempo opgericht, op het terrein van een immense leegstaande loods. AzG was er onderhuurder.

In eerste instantie zou het functioneren als een triage en isolatiecentrum. Zieke mensen met verdachte verschijnselen in het kamp werden ernaartoe gebracht en getest, en in afwachting van het resultaat ter plekke geïsoleerd. Als covid toch zou toeslaan, kon de kliniek onmiddellijk veranderen in een behandelcentrum voor de allerergste zieken die aan een infuus en zuurstof zouden moeten, en een plek van waaruit in de rest van het kamp coronazorg verleend zou worden. Want in dat geval zou isoleren allang geen zin meer hebben.

Van half maart tot eind juli werden er 55 mensen getest. Niet één was positief. Met 22 man probeerde AzG sindsdien coronazorg in het kamp te bieden, terwijl het aantal besmettingen door het inmiddels weer toegestane toerisme steeg.

Willemen: ‘Iedereen, ook de dappere lokale Grieken die daar gingen werken, nam een risico. Ze bleven keihard werken. En dan moet je die mensen vertellen dat er diep respect en grote dankbaarheid voor hen is, maar dat ze bijna allemaal ontslagen worden. Het was afschuwelijk.’

Begin juli kreeg AzG te horen dat de covid-19-kliniek van de Poleodomia van Lesbos (de Griekse instantie voor het uitschrijven van bouwvergunningen en urban planning) een boete van 35.000 euro kreeg, en strafrechtelijk vervolgd dreigde te worden indien het niet per direct gesloten werd. Net op het moment dat het aantal besmettingen toenam, moest de organisatie de enige kliniek voor het hele kamp sluiten.

Hoezo, een bouwovertreding? Willemen: ‘Er waren twee redenen. In de eerste plaats ging het om een industrieel terrein, dan mag je volgens de Griekse wet zo’n plek niet voor iets anders gebruiken. Ook niet voor een noodkliniek. In de tweede plaats hebben we tenten gebouwd en containers in elkaar gezet. Dat zijn dus constructies. Voor alle mogelijke constructies, in welke vorm dan ook, moet je hier een bouwvergunning hebben. We konden die niet aanvragen, want de Poleodomia was vanwege corona gesloten.’

Het horrorkamp is afgebrand, de horror is gebleven: 'Moria finished, Moria finished!'

Ging AzG dan in de fout? ‘Vanwege de protesten van de eilandbewoners die hier in januari en februari uitbraken, waarbij veel hulpverleners van ngo’s met geweld af te rekenen kregen, wilden we zorgvuldig handelen. We hebben toen de burgemeesters van alle dorpjes uit de omtrek uitgenodigd. We hebben ze rondgeleid. We hebben hun uitgelegd dat wat we deden óók ten gunste was van het hele eiland, dat enorm zou lijden onder een corona-uitbraak. En dat het puur om een uitbreiding vanwege covid-19 ging, niet om een langdurige vorm van “kampuitbreiding”. We dachten oprecht dat ze dat hadden begrepen. Nooit gedacht dat het zover zou komen.’

Het ondenkbare gebeurde toch. Woedende eilandbewoners zagen in de bouw van het hospitaal een ‘uitdijing van Moria’. Ze hadden in het begin van het jaar fanatiek geprotesteerd tegen de bouw van een detentiecentrum voor 7000 vluchtelingen op het eiland, dat na de zomer Moria moest vervangen. De eilandbewoners zijn het spuugzat, nadat ze de voorbije vijf jaar in de steek waren gelaten door de EU en de Griekse regering. Ze wilden van het kamp Moria af, en de vluchtelingen moesten naar het Griekse vasteland en de rest van de EU worden overgebracht. Premier Mitsotakis stuurde oproerpolitie, die slaags raakte met de lokale bevolking.

Het hoofdkwartier van AzG in Athene ging bij de Griekse regering en de minister van Migratie en Asiel lobbyen. Kon onder de uitzonderlijke coronatoestand, voor de als ratten in de val zittende vluchtelingen én vanwege de gezondheid van de eilandbewoners, een tijdelijk opheffing van de Griekse wetgeving bewerkstelligd worden?

Het mocht niet baten.

Nederlands cadeau

Er kwam iets raars bovenop, iets wat nog steeds niet te bevatten is.

Terwijl AzG niets anders kon dan besluiten het hospitaal te slopen en het Griekse personeel te ontslaan, kwam er bericht dat precies aan de andere kant van Moria, op een stukje olijfgaardland, een nieuwe medical unit tegen covid-19 zou worden gebouwd. Geheel naar het voorbeeld van de pas ontmantelde AzG-kliniek. Een cadeau van de Nederlandse minister Blok, in samenwerking met de Nederlandse ambassade. Dus met geld van de Nederlandse belastingbetaler.

Het pronkt met grote letters op een bord: ‘Gift van de Nederlandse Regering’.

‘Dit is niet de eerste en waarschijnlijk ook niet de laatste keer dat wij en andere humanitaire organisaties met zulke obstakels worden geconfronteerd terwijl we proberen de hiaten te dichten die de Europese en Griekse autoriteiten hebben achtergelaten bij de hulp aan migranten en vluchtelingen’, reageerde Bertrand Perrochet, operationeel directeur van Artsen zonder Grenzen in Brussel. ‘De afgelopen vijf jaar hebben we de verschrikkelijke schade gezien die het vluchtelingenbeleid toebrengt aan mensen die vastzitten in opvangcentra op de Griekse eilanden. Vandaag, tijdens een wereldwijde pandemie, wordt het AzG onmogelijk gemaakt om te reageren op een risico voor de volksgezondheid dat de autoriteiten hebben verwaarloosd.’

De infrastructuur was er snel, de nodige medische apparaten ook – niet overgenomen van het ontmantelde AZG-hospitaal. Op het moment dat er nog geen personeel was, nog niet één arts, niet één verpleger, niet één schoonmaker, en er nog niet één patiënt terechtkon, werd er op 20 augustus een feestelijke openingsceremonie gehouden. Niet alleen de Nederlandse ambassadeur maar zelfs de Griekse president, Katerina Sakellaropoulou, vlogen naar Lesbos om een lintje door te knippen.

Het werd een gênante vertoning. Over het officiële spektakel werd in de pers met geen woord gerept. Een vijftigtal extreemrechtse eilandbewoners verzamelden zich ’s ochtends vroeg al op de locatie, legden stapels keien aan. De ceremonie was gepland om halftwaalf, maar de veiligheidsmaatregelen moesten aangescherpt worden. Toen na halfvijf eindelijk het lintje werd geknipt, vervlogen de speeches in het geschreeuw van de demonstranten. De president en de ambassadeur werden ijlings afgevoerd. Niet één steen raakte de nieuwe noodopvang. Onbevredigd en opgefokt trokken de betogers naar de pediatrische AzG-kliniek voor zwangere vrouwen en kleine kinderen uit Moria, iets verderop. Daar was nauwelijks politie, de stenen konden hun werk doen. Een auto van een andere ngo werd vernield. Terwijl bange vrouwen en kinderen binnen zaten te bibberen. Willemen: ‘Het gaat wel heel erg ver wanneer boze burgers een kinderkliniek bekogelen. Zo groot is de frustratie van de lokale bevolking intussen.’

Het doet er vandaag niet meer toe. Er is geen kamp Moria meer. En ook geen noodhospitaal.

Eindeloos worden dezelfde beelden op de Griekse tv herhaald van radeloze vluchtelingen in de nacht, met op de achtergrond een zee van vlammen, die schreeuwen: ‘Moria finished, Moria finished, Moria finished!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content