Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVerenigde Staten

Trump bevestigt dat hij Assad wilde laten doden: ‘Alles lag klaar’

De Amerikaanse jager USS Porter vuurt geleide raketten af op Syrië vanuit de Middellandse Zee na de aanval met chemische wapens in Idlib.Beeld AFP

Amerikaans president Donald Trump heeft bevestigd dat hij de Syrische president Assad in 2017 wilde laten doden na een aanval met chemische wapens. Twee jaar geleden ontkende hij dit nog. Volgens Trump ging dit niet door omdat minister van Defensie James Mattis tegen het plan was. 

‘Ik had hem liever uitgeschakeld’, aldus de president dinsdag in een interview met Fox & Friends. ‘Alles lag klaar tegen hem. Mattis wilde het niet doen. Mattis was een zeer overgewaardeerde generaal.’

Trump ontkende in 2018 nog dat hij Assad vroeg in zijn presidentschap wilde laten doden. Volgens de president was een passage over het vermoorden van de Syrische president in het boek Fear van journalist Bob Woodward ‘fictie’. ‘Dat is nooit overwogen’, aldus Trump toen op stellige toon. ‘Het zou ook nooit moeten worden overwogen.’

Woodward meldde toen, op basis van hooggeplaatste bronnen, dat Trump tegen Mattis had gezegd dat het Amerikaanse leger Assad moest uitschakelen. Er waren toen een kleine honderd burgers gedood bij een gifgasaanval in april 2017 op het stadje Khan Shaykhun, in de provincie Idlib. Het Syrische leger wordt er al jaren van beschuldigd chemische wapens te gebruiken om de bloedige burgeroorlog te beslechten. ‘Laten we hem verdomme doden’, zou de president tegen Mattis hebben gezegd. ‘Laten we naar binnen gaan. Laten we verdomme veel van ze doden.’

Twitter bericht wordt geladen...

Vergeldingsaanval

Volgens de bronnen van Woodward zou Mattis tegen de president hebben gezegd dat hij er gelijk ‘mee aan de slag ging’. De mariniersgeneraal, die tot zijn ontslag begin 2019 door Trump werd bewonderd vanwege zijn militaire staat van dienst, liet een medewerker echter meteen weten dat hij er niet over peinsde om Trump zijn zin te geven. Mattis ging toen wel aan de slag met plannen voor een beperkte militaire vergeldingsaanval om Assad te straffen.

Een presidentieel besluit uit 1976 verbiedt het vermoorden van buitenlandse staatshoofden door onder andere Amerikaanse inlichtingendiensten en de krijgsmacht. Elke regering heeft zich sindsdien aan dit besluit van president Gerald Ford gehouden. Ford vaardigde Executive Order 12.333 uit na een Senaatsonderzoek naar de betrokkenheid van de VS bij moordcomplotten tegen buitenlandse leiders in het verleden, onder andere in Latijns-Amerika.

Wel probeerden de presidenten Ronald Reagan en George W. Bush dit verbod te omzeilen bij militaire acties. Zo werden de paleizen van de Iraakse president Saddam Hussein veelvuldig gebombardeerd bij de start van de Irak-oorlog in 2003 omdat ze volgens de VS legitieme militaire doelwitten waren. En in 1986 kwam een geadopteerde dochter van de Libische leider Moamar Kadhafi om het leven bij Amerikaanse bombardementen op militaire doelwitten in Tripoli en Benghazi. 

Presidentieel paleis Assad

Mattis wist Trump uiteindelijk te overtuigen om Assad te straffen met een vergeldingsaanval met Tomahawk-kruisraketten. Zo’n 72 uur na de chemische wapenaanval werd de Syrische luchtmachtbasis Shayrat bestookt met 59 kruisraketten. Shayrat was volgens de VS de basis van waaruit gevechtsvliegtuigen waren opgestegen om de gifgasaanval uit te voeren.

Hoe Trump de Syrische leider wilde laten uitschakelen, is niet duidelijk. Assad houdt zich sinds het begin van de burgeroorlog voornamelijk op in zijn New Shaab-presidentiële paleis in Damascus. Reizen doet de Syrische president nauwelijks. Trump besloot in 2018 dit paleis niet in de as te leggen  toen hij besloot tot een tweede vergeldingsaanval op Syrië. Bij een nieuwe gifgasaanval in Douma waren toen zeker 75 burgers om het leven gekomen. Wel werd een militair onderzoekscentrum in Damascus bestookt met een deel van de 105 raketten.

Het Israëlische ministerie van Defensie publiceerde maanden later satellietfoto’s van Assads paleis die waren genomen door de nieuwe spionagesatelliet Ofek 11. De publicatie werd gezien als een waarschuwing van Jeruzalem aan het Syrische regime. De Israëlische luchtmacht heeft de afgelopen jaren meer dan tweehonderd bombardementen uitgevoerd op militaire bases en vliegvelden in Syrië om de aanvoer van Iraanse wapens te stoppen.