Direct naar artikelinhoud
InterviewTelevisie

De kinderen van Alain Remue: ‘Papa kwam pas naar huis als een verdwijningszaak opgelost was’

De kinderen van Alain Remue: ‘Papa kwam pas naar huis als een verdwijningszaak opgelost was’

In de nasleep van de zaak-Dutroux werd in september 1995 de Cel Vermiste Personen opgericht. Een kwarteeuw later wordt dat jubileum luister bijgezet met een docureeks, die ons een inkijk geeft in het levenswerk van politiespeurder Alain Remue. In die 25 jaar hebben zijn kinderen, Robin en Eva, gezien hoe hun vader is geconfronteerd met gruwelijke verdwijningszaken, en welke impact dat heeft op een gezinsleven.

VRT-journaliste Fatma Taspinar mocht enkele weken meekijken achter de schermen bij de Cel Vermiste Personen, die jullie vader al sinds het begin leidt. Hoe is het om hem in actie te zien?

Robin Remue: “Het is niets nieuws: verdwijningen zijn een deel van ons leven geworden.”

Eva Remue: “Als papa vroeger in het weekend voor het werk naar Brussel werd geroepen, gingen wij soms mee. Nu, erg spannend was dat niet: het bureauwerk is het saaie gedeelte. Mensen staan er niet bij stil dat al die verdwijningszaken ook administratief verwerkt moeten worden. Het veldwerk is spannender. Toen ik heel klein was, heb ik eens gezien hoe zijn collega’s in een bos aarde aan het zeven waren. Plots kwam er een stukje bot tevoorschijn. Dat choqueerde me niet, hoor. Papa antwoordde – binnen de grenzen van het beroepsgeheim – ook altijd op onze vragen.”

Het is niet de eerste keer dat er een reeks over jullie vader wordt gemaakt. Het personage van Koen De Bouw in de fictiereeks Vermist is op hem gebaseerd. Vinden jullie die fascinatie voor zijn job vreemd?

Eva: “De scenaristen hebben de Cel toen zelfs een tijdlang gevolgd en mochten cases inkijken om waarheidsgetrouwe scenario’s te kunnen schrijven. Al wordt alles natuurlijk spectaculairder voorgesteld in de serie.”

Robin: “Ik ben het van jongs af aan gewoon dat papa op tv komt. Ook al is zijn job allesbehalve gewoon.”

Toen de Cel vijftien jaar bestond, kwam het boek Zeg nooit nooit uit, vol schrijnende verhalen die dagelijkse kost zijn voor jullie vader. Zoals de verdwijning van een 10-jarig verwaarloosd dochtertje van een heroïneprostituee, dat uiteindelijk bij haar ex gevonden werd, die het meisje bleek te misbruiken.

Robin: “Het klinkt misschien raar, maar je raakt eraan gewend dat er erge dingen gebeuren. Wij zijn met dat besef opgegroeid. Ik vond het een goed boek.”

Jullie moesten niet even bekomen na het lezen?

Eva: “Eigenlijk niet. Het doet ons natuurlijk wel iets, maar wij wéten nu eenmaal dat zulke dingen gebeuren. Papa zegt altijd: ‘De kinderen van een bakker weten ook hoe ze pistolets bakken.’ Veel mensen zien alleen de zaken die het nieuws halen, maar wij weten dat er nog zoveel meer gebeurt. We zijn daar nuchter in. De realiteit werd nooit verbloemd.

“Een bijzondere zaak die me altijd is bijgebleven, is die van een verdwenen man die ze terugvonden in zijn vakantiehuis in de Ardennen. Ze vonden er een briefje in de hal: ‘Ik hang aan de telefoon.’ Maar op die telefoon kleefde een ander briefje: ‘Grapje, ik hang boven.’ Hij had zich op de eerste verdieping verhangen aan een luster. Zijn laatste gedachte was: misschien moet ik er een mopje van maken. Ik vond dat ludiek. (lacht)

Robin: “Als de Cel gebeld wordt, krijgen ze vaak te horen: ‘We hebben het hele huis al doorzocht, hier kan hij niet zijn!’ Het eerste wat de Cel dan doet, is tóch nog eens het hele huis doorzoeken. Hoe vaak het niet gebeurt dat iemand toch ergens in of rond het huis blijkt rond te hangen! Dat vind ik opmerkelijk. Dan zeggen ze: ‘Die kamer is altijd op slot, daar kan hij zeker niet zitten!’ Blijkt de vermiste zich dan net dáár te verschuilen.”

Vinden jullie je vader een held?

Robin: “Sowieso.”

Eva: “(knikt) Natuurlijk, maar het blijft raar om anderen dat te horen zeggen. Vorige week was hij op Radio 1 te gast bij Kobe Ilsen in #weetikveel. Een collega stuurde mij toen een berichtje: ‘Ik ben naar je papa aan het luisteren. Zo ontroerend mooi. Goed dat er mensen zijn zoals hij.’ Op zo'n moment denk ik: dat is waar! Ik sta er zelf niet meer bij stil, maar wat hij doet, is uniek.”

Robin: “Zodanig uniek dat ze van over de hele wereld bij hem te rade gaan voor verdwijningszaken. Hij is ook voorzitter van de Interpol-werkgroep Crimes Against Children geweest.”

Eva: “Er zijn veel dingen waarvoor je niet naar België moet kijken als je een oplossing wilt, maar het is wel cool dat ze de Cel als voorbeeld nemen op vlak van verdwijningszaken. (lacht)

Zijn jullie fan van krimireeksen?

Robin: “Ik kijk graag naar whodunits, ja. Criminal Minds is mijn favoriete misdaadserie: over profiling van seriemoordenaars.”

Eva: “Ik vond de Ted Bundy-film Extremely Wicked, Shockingly Evil and Vile heel goed. Maar vaak vind ik zulke series bij de haren getrokken. Een huiszoeking zonder handschoenen: daar krijg ik het van.”

Volgen jullie verdwijningszaken in het nieuws aandachtiger dan anderen?

Eva: “Het eerste wat papa doet zodra ze iemand vinden, is naar mama bellen. Daardoor zijn we vaak net vóór de pers op de hoogte. En natuurlijk volgen we de nieuwsberichten daarover met extra belangstelling: je bent daardoor getriggerd.”

Robin: “Dan sturen we hem WhatsApp-berichtjes: ‘Veel succes!’”

De kinderen van Alain Remue: ‘Papa kwam pas naar huis als een verdwijningszaak opgelost was’

In 2009 werd de Franse kleuter Typhaine door de vriend van haar moeder vermoord en in een bos begraven. Jullie vader zei: ‘Het was traumatiserend om haar zo te vinden: zo wordt een beest nog niet eens begraven. Maar ik probeer dat niet mee te nemen naar huis.’ Lukt dat wel?

Robin: “Er werd niet in detail over gesproken, maar hij vertelde toen wel hoe zijn dag was. Ik denk dat het nodig is om je hart eens te luchten.”

Zijn jullie met een somberder mensbeeld opgegroeid? Jullie vader zei eens: ‘Ik verlies soms mijn geloof in de mens. Als ik thuiskom en mijn honden zie, denk ik: brave beestjes. Kindermoordenaars beesten noemen, vind ik een belediging voor dieren.’

Eva: “Je weet ook wel dat de zotten de uitzondering zijn. Allee, dat hoop ik toch. (lacht) Ik probeer altijd uit te gaan van het goede in de mens. Ik denk dan: het zou wel moeten lukken dat díé nu net een psychopaat is.”

Robin: “We zijn ook allemaal fan van morbide humor. Dat helpt om ermee om te gaan: papa’s job is veel te serieus om er alleen maar serieus over te doen.”

Eva: “Anderen zouden die mopjes misschien grof vinden, maar ze zijn nooit kwetsend bedoeld. Dan zegt hij bijvoorbeeld: ‘We hebben alleen nog maar een gebit gevonden.’ Waarop wij vragen: ‘En, mooie tanden?’”

Robin: “Dat helpt om de aandacht af te leiden van hoe dramatisch het eigenlijk wel is.”

In de docureeks keert jullie vader terug naar Monsin, waar zijn collega Olivier in 2011 verdronken is tijdens een zoekactie naar de zusjes Alison en Amélia. Niet lang na dat ongeval is het haar van jullie vader beginnen uit te vallen: een reactie op het verdriet. Toch zei hij toen: ‘Ik ben persoonlijk niet zo voor psychologische bijstand. Een nieuw dossier, dat is mijn therapie.’ Lijkt jullie dat gezond, om er zo mee om te gaan?

Eva: “Ons gezin is op dat vlak geen goed voorbeeld: wij hebben niet zo veel met al die psychologische dingen. Ik ben zelf al eens met een psycholoog gaan praten en ik snap dat het deugd kan doen, maar ik snap ook heel goed dat papa zegt: ‘Mij helpt dat niet.’ Misschien is dat typisch voor zijn generatie.”

Robin: “Toen hij ons belde vlak na dat ongeluk, was het de eerste en enige keer dat we aan zijn stem hoorden: shit, het gaat echt niet goed met hem. Maar goed, hij staat er niet voor open om naar een psycholoog te gaan, dus dan zal het ook niet werken.”

Eva: “Als ik aan papa denk, zie ik hem nooit kaal voor me. Wanneer ik nu een foto uit die periode terugzie, schrik ik. Sommige journalisten vroegen zich toen trouwens af of hij kanker had.”

Robin: “Hij heeft nooit laten merken dat er iets scheelde: zijn enige reactie op het ongeval was het haarverlies. Doordat hij het niet emotioneel uitte, heeft zich dat blijkbaar fysiek geuit.”

Eva: “Sindsdien kan hij er iets minder goed tegen. Je merkt wel...”

Robin: “...dat hij langer blijft stilstaan bij dingen?”

Eva: “Ja, hij zal nu weleens emotioneler over iets praten.”

Robin: “Wat dan nog steeds niet emotioneel is, maar toch al emotioneler dan vroeger. (lacht) Als hij op de terugweg naar huis belt om te vragen hoe het met ons gaat, weten we: oei, het zal op één of andere manier een rotdag geweest zijn. Hij wil ons dan even horen, en dan is hij weer oké.”

PEDOFIEL VANGEN

Als je vader bij de federale politie werkt, moet je dan bang zijn dat je lief nagetrokken wordt?

Robin: “(lacht) Dat is nog nooit gebeurd. Of toch niet voor zover we weten.”

Eva: “Daar zou ik heel boos om zijn. Ik denk dat er op dat vlak wel genoeg vertrouwen is.”

Robin: “Er waren wel strikte afspraken rond uitgaan. Papa stond in het weekend liever om vier uur ’s nachts op om ons te komen ophalen met de auto, dan dat we naar huis moesten fietsen. En als maten na een fuif niet thuisraakten, dan reed hij heel Gent af om iedereen thuis af te zetten. We hebben véél van mijn maten thuisgebracht. (lacht)

Eva: “Ik had wel een fiets, maar mocht daar enkel op de oprit mee rondrijden. Onze middelbare school was vlakbij, maar ik mocht er niet naartoe fietsen.”

PEDOFIEL VANGEN

Was je daar boos om?

Eva: “Mocht ik gerebelleerd hebben, zou ik dat uiteindelijk wel gemogen hebben. Maar erg vond ik het niet. Als mijn vriendinnetjes ergens heen fietsten, zei ik: ‘Ik zie jullie daar, ik word afgezet met de auto!’ Ik woon nu in het centrum van Antwerpen en heb nog steeds geen fiets: dat zie ik niet zitten, met al die tramsporen. En mijn ouders zouden het nog steeds niet fijn vinden dat ik ergens heen ga met de fiets.

“Hoewel mijn vriendinnetjes vroeger vlakbij woonden, waren er laddertjes tussen de tuinen, zodat ik toch maar geen seconde op straat moest lopen. Die laddertjes zijn er toevallig gekomen, maar het kwam papa wel héél goed uit. (lacht) En als er een ladder kapot was en ik toch eens twintig meter op straat moest wandelen, stond hij te kijken tot ik in de tuin van mijn vriendin was.”

Zijn werk heeft dus een grote impact op hem?

Robin: “Ik denk wel dat wij de meest gecontroleerde kinderen van onze buurt waren. Niet dat we daar last van hadden: we waren het zo gewoon.”

Eva: “Ik ben nog maar net uit huis, maar toen ik nog thuis woonde, stuurde ik een bericht wanneer ik veilig op het werk was aangekomen, en wanneer ik weer naar huis vertrok.”

Handig voor jullie lieven, dat ze altijd weten waar jullie uithangen?

Robin: “Mijn vrouw weet altijd waar ik ben. Het is erin geslepen.”

Eva: “Momenteel ben ik single, maar als mijn ex niet liet weten dat hij ergens goed was aangekomen, kon ik daar inderdaad moeilijk over doen.”

Staan jullie daardoor wantrouwiger in het leven?

Eva: “(denkt na) Als ik tijdens mijn studentenjaren uitging, sprak ik zelden met mensen die ik niet kende. Omdat ik dacht: je weet nooit, hè. Een onenightstand zou ik om diezelfde reden nooit aandurven. En ik zal nooit liften. Je kunt het lot niet beïnvloeden, maar je hoeft het ook niet uit te dagen.”

Robin: “Ik heb tijdens mijn studentenjaren met een vriendin meegedaan aan een liftwedstrijd, van Gent naar Amsterdam en terug. Allerlei soorten mensen hebben ons toen meegenomen: een oudere man met een oldtimer, een koppel van een jaar of 40, en een jonge gast die veel te snel aan het rijden was en continu Red Bulls achteroversloeg. Maar ik heb toen niets raars meegemaakt. Tijdens onze laatste etappe heeft een elektricien ons met zijn camionette aan het eindpunt in Gent afgezet, terwijl hij in Aalst woonde en dat extra stuk dus helemaal niet hoefde af te leggen.”

Eva: “Je ziet er ook niet uit als een seut, dat zal misschien geholpen hebben.”

Robin: “Iemand van 1,90 meter met een Slayer-T-shirt ziet er inderdaad niet uit als een makkelijk slachtoffer. (lacht) Al zou ik nooit in m’n eentje liften.

“Ik moet zeggen: als papa een vermoeden heeft dat er iets aan de hand is, blijkt dat meestal ook zo te zijn. Ik herinner me dat we eens in de auto zaten en hij plots zei: ‘Tiens, dat is precies een rare camionette.’ Geen idee hóé hij het weet, maar toen hij de chauffeur tegenhield en liet natrekken, bleek die een verleden als inbreker te hebben. Hij heeft daar blijkbaar toch een ingebouwde detector voor.”

Eva: “Ik heb als kind eens iets meegemaakt op een schaatspiste in Gent, tijdens de kerstperiode. Onze ouders waren daar met een bevriend koppel, en ik was met het dochtertje van die vrienden aan het schaatsen. Op een bepaald moment werden dat meisje en ik aangesproken door een man, die zei dat we mooie schaatsen aanhadden. Hij bleef maar tegen ons praten, en toen zijn papa en Robin naar ons toe gekomen.”

Robin: “Papa zei toen nog niet dat hij je vader was, maar hij vroeg: ‘Wat ben je aan het doen?’”

Eva: “Leep, hè. (lacht)

Robin: “Die man werd direct agressief: ‘Waar bemoei jij je mee?’”

Eva: “Toen hij wilde weglopen, heeft papa hem hardhandig tegen de grond geduwd en de politie gebeld. Bleek dat die man in het verleden al zedenfeiten had gepleegd: hij was een pedofiel die voorwaardelijk vrij was. Ik was toen 11 en had niet door dat ik aan iets ontsnapt was. Pas later drong dat besef door.”

Alain Remue met Fatma Taspinar, in de docureeks op Eén. 'Wij zijn het van jongs af gewoon dat papa op tv komt. Ook al is zijn job allesbehalve gewoon.'

Jou is hij eens kwijtgeraakt, Robin.

Robin: “(knikt) Op een Lego-tentoonstelling in een Gents winkelcentrum. Dat heeft een grote indruk op hem nagelaten. Hij was 10 minuten compleet in paniek, maar ik niet: ik had een bak met Lego zien staan, was daar naartoe gelopen en was een raket beginnen te bouwen. (lacht)

Eva: “We hebben ook eens een inbreker over de vloer gehad. Mama en ik stonden in de keuken, toen we die vent plots voorbij het keukenraam zagen lopen! Mama was helemaal in paniek, maar papa heeft die inbreker tegen de grond geduwd en laten arresteren.

“Wij maken nogal wat mee, hè? (lacht) Papa is enorm heldhaftig, je voelt je veilig bij hem. Maar tegelijk is hij ook heel kleinzerig. Als hij in zijn vinger snijdt, valt hij nog net niet flauw.”

INSANE IN LAS VEGAS

Eva, de Cel Vermiste Personen werd opgericht in 1995, jouw geboortejaar.

Eva: “(knikt) Toen ik nog maar een paar maanden oud was, is papa een opleiding van zestig dagen gaan volgen bij de FBI, in Amerika. Mama vond het blijkbaar oké dat hij al meteen twee maanden weg was van huis. (lacht) Hij kreeg die kans en ze zei: ‘Moet je doen!’ Robin was 5, ik was een baby en ze werkte toen ook nog: ik weet niet hoe ze dat gedaan heeft.”

Wat voor job had jullie moeder?

Eva: “Haar ouders hadden een juwelierszaak in Gent, waardoor ze ook in die branche is gerold. Vroeger was papa thuis in het weekend, maar mama niet, door haar job. Toen papa steeds meer ’s weekends moest werken, is zij gestopt met haar juwelierszaak.”

Jullie vader zei daarover: ‘Kristien weet: als de telefoon rinkelt, bestaat de kans dat ik weg moet. En als ik vertrek, weet ze nooit wanneer ik terugkom. Ze heeft geleerd om niet te veel op mij te rekenen. Ik ben drie weken in Luik geweest voor de verdwijningszaak van Stacy en Nathalie: in die tijd heeft zij de woonkamer geschilderd en nieuwe vloerbekleding gelegd. Ik heb niets uitgevoerd.’ Zouden jullie met een partner als jullie vader kunnen samenleven?

Eva: “Nee. Als hij aan een zaak werkt, komt hij pas naar huis wanneer die is opgelost. Als kind heb ik vaak gevraagd: ‘Komt papa vandaag naar huis?’ Maar mama kon daar nooit op antwoorden.”

Robin: “Als ze zich daarin opjoeg, zou hun huwelijk niet standhouden. Chapeau voor mama, want ze is veel alleen geweest. Wat papa doet, is ook alleen maar mogelijk dankzij haar.”

Eva: “Als papa op kerstavond opgebeld wordt, is hij weg. Maar mama heeft hem dat nooit verweten. Ook al zal dat voor haar weleens frustrerend geweest zijn: we hebben dat nooit gevoeld of gemerkt.

“Onze gezinsvakanties waren wel heilig: we zijn al een stuk of zeven keer naar de westkust van de VS gereisd. Alleen op die momenten was papa onbereikbaar voor het werk.”

Robin: “Normaal zouden we dit jaar weer naar Amerika gegaan zijn, maar door corona zijn die plannen in het water gevallen. Wat we zoal deden? Als papa en ik militaire basissen en politiebureaus gingen bezoeken, trokken mama en Eva naar de shoppingcentra.”

Eva: “Ja, wat wil je? Militaire basissen! De natuurparken bezochten we wel alle vier samen.

“In Las Vegas is papa eens een nacht mee geweest op patrouille. Geen idee hoe hij dat altijd gefikst krijgt. (lacht) Dat moet insane geweest zijn.”

Robin: “We hebben eens geluk gehad: toen we al op de terugvlucht zaten, barstte de vulkaan Eyjafjallajökull uit en hebben we halverwege de vlucht rechtsomkeer moeten maken.”

Eva: “Zo hebben we toen nog tien dagen extra kunnen roadtrippen.”

Jullie vader beseft dat hij het niet zou redden zonder het begrip van zijn gezin: ‘Op vaderdag hadden mijn vrouw en kinderen eens van alles voorbereid, maar ik moest weg.’ Waren jullie op zulke momenten teleurgesteld?

Eva: “Op het moment zelf wel.”

Robin: “Maar achteraf bekeken zal ik hem zijn afwezigheid nooit verwijten. Hij was weinig thuis, maar we wisten waarvoor hij het deed.”

Eva: “Hij koos er ook niet zélf voor om precies op dat moment afwezig te zijn. Al kon ik dat er weleens bij sleuren als het mij goed uitkwam.”

Robin: “Jij durfde dat: jij kon echt vals zijn.”

Eva: “(knikt) Ik heb eens een periode slechte punten gehad op school en riep toen: ‘Je bent hier toch nooit, dus je moet me nu ook niet onder mijn voeten geven!’ Daar kon hij niets op zeggen, want op zich had ik gelijk. Ach, dat was pubergedrag. Eigenlijk begreep ik wel waarom hij er niet altijd was.”

Jij had een rustige puberteit, Robin?

Eva: “Robin was een beetje een rare jongen: hij gamede veel en was toen al een metalhead.”

Robin: “Jij hebt anders ook genoeg poppen vermassacreerd.”

Eva: “Omdat ik ze wilde opereren! En ik naaide ze altijd weer dicht. Niet dat dat mij minder psycho maakt. (lacht)

STUDIO 100

Hebben jullie ooit overwogen om in de voetsporen van jullie vader te treden?

Robin: “Zijn job heeft me altijd geïnteresseerd, want er lopen gelukkig meer zaken goed dan slecht af. Maar ik zou het niet kunnen: ik ben emotioneler dan hij.

“Ik ben altijd een computernerd geweest. Al van de eerste keer dat ik aan een computer zat, wist ik dat ik daar iets mee wilde doen. En nu ben ik IT’er.”

Eva: “Ik ben productieassistent bij Studio 100. Ik ben terechtgekomen bij de afdeling live-entertainment tijdens een stage, en had het geluk dat ik er meteen kon starten na mijn studies. Ik was aanvankelijk communicatiewetenschappen gaan studeren aan de UGent, maar ik voelde al snel dat ik meer voeling heb met de praktijk dan met de theorie. Ik ben toen overgestapt naar event- en projectmanagement, en dat was meer mijn ding. Studio 100 volgde ik al langer, want zoals veel leeftijdsgenoten ben ik ermee opgegroeid. K3 blijft nog steeds mijn guilty pleasure: er is niets negatiefs aan dat concept. Hoe leuk kan het zijn?”

Zowat het tegenovergestelde van de job van je vader.

Eva: “(verrast) Ik heb daar nog nooit bij stilgestaan. Straks gaan we hier buiten en beginnen we te twijfelen aan onze identiteit! (lacht)

De afdeling live-entertainment van Studio 100 ligt momenteel stil: door corona werden onder meer de musicals Daens, 40-45 en Vergeet Barbara uitgesteld.

Eva: “Een datum voor de herstart durven we niet te prikken. Ik werk momenteel tijdelijk bij Uitgezonderd, het productiehuis van James Cooke en Bob Jennes.”

Robin: “Ik kan 90 procent van mijn werk van thuis uit doen: in mijn sector is de corona-impact miniem. En mijn grootste hobby is gamen: daarvoor hoef ik ook niet buiten te komen.

“Ik vind het wel jammer dat er dit jaar geen Graspop was. Sinds 2007 heb ik maar één editie gemist: twee jaar geleden, omdat ik het weekend nadien trouwde. Ik ben nogal een stevige festivalganger: ik wilde geen risico lopen op een gebroken arm. (lacht)

Op jouw leeftijd al getrouwd zijn is een uitzondering, dezer dagen.

Robin: “Ik was er na zes jaar zeker van dat ik met mijn vriendin wilde trouwen. Ik heb het gevraagd toen we in Griekenland op een rots aan de zee stonden.”

Eva: “Op 1 april.”

Robin: “Ik kon me niet langer inhouden. (lacht) Ik had stress, en dacht: ik ga hier echt niet nóg een dag met die ring rondlopen.”

Geloofde ze het?

Robin: “(lacht) Jaja. Ik ben op mijn knie gegaan.”

Eva: “Jij bent eigenlijk nogal traditioneel, hè? Dat had ik niet verwacht.”

Robin: “(knikt) Ik heb zelfs op voorhand haar vader om haar hand gevraagd. Ik vind tradities belangrijk.”

Eva: “Ik dacht altijd dat ik wilde trouwen, maar intussen ben ik daar niet meer zo zeker van. Als het er nooit van komt, zal ik misschien teleurgesteld zijn.”

Willen jullie kinderen?

Eva: “Dat wel.”

Robin: “Een jongen en een meisje. Ook daarin ben ik traditioneel. (lacht)

Zullen jullie dan even beschermend zijn als jullie vader?

Eva: “Fietsen dat ze gaan doen! Ze gaan de Tour de France rijden! (lacht) Maar serieus: ik zou misschien iets minder controlerend zijn. En hun niet constant bestoken met vragen als: ‘Waar ben je? Wanneer kom je thuis?’ Achteraf bekeken viel het heus wel mee, maar er zijn toch een paar momenten geweest dat ik dacht: láát me nu toch gewoon eens.”

Robin: “Ik denk ook dat ik wat losser zal zijn.”

Wat mogen we jullie nog toewensen?

Eva: “Ik voel me prima in mijn nieuwe appartement, ik heb een warme familie, een leuke job en dito vrienden. Ik hoop dat de cultuursector snel weer op volle toeren kan draaien, maar los daarvan ben ik content.”

Robin: “De lotto winnen is wellicht niet realistisch, dus hou ik het op: binnen de vijf jaar vader worden. En nog veel aperitieven.”

De Cel Vermiste Personen, Eén, vanavond om 20.45 uur

© Humo