Direct naar artikelinhoud
AchtergrondAalst Carnaval

En toen gaf de Commissievoorzitter Aalst Carnaval een tik: ‘We voelen ons niet aangesproken’

De groep Kalisjekloesjers bij hun 'Klaugmier' op Aalst Carnaval in februari dit jaar.Beeld Geert De Rycke

Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen ‘moet uit haar ivoren toren neerdalen’, vindt Aalsters burgemeester Christoph D’Haese. Von der Leyen had woensdag in haar State of the Union Aalst Carnaval op de vingers getikt voor de antisemitische carnavalskostuums van de voorgaande jaren. Compleet onterecht, volgens D’Haese. 

“We vragen ons af waar de essentie van menselijkheid is, wanneer antisemitische carnavalskostuums openlijk paraderen in onze straten.” In haar State of the Union, de troonrede zeg maar, aan de start van het nieuwe parlementaire jaar hield Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen een stevig betoog tegen haat en racisme en pro diversiteit. 

“De Europese waarden zijn niet te koop”, aldus Von der Leyen, “ze zijn vandaag belangrijker dan ooit”. Ze verwees daarbij naar onder meer de persvrijheid en de onafhankelijke rechtspraak. Daarbij haalde ze verschillende voorbeelden aan van hoe het niet moet. Kregen een bijzonder fikse veeg uit de pan: de Poolse gemeenten die zichzelf tot lgbtq-vrije zones uitroepen. Die hebben geen plaats in “onze Unie”, aldus de Duitse christendemocrate.

Maar dus ook bij Aalst Carnaval ontbreekt volgens Von der Leyen de essentie van menselijkheid, die volgens haar net schuilt in diversiteit. Net zoals ze in haar speech Polen niet expliciet noemt, is ook de tik aan Aalst voor de goede verstaander, maar zeker niet mis te verstaan. Dat hebben ze ook in de carnavalsstad heel goed gehoord. Burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) bestempelt de uithaal als volkomen onterecht en onnodig scherp.

De Europese Commissievoorzitter zou beter naar het carnaval komen kijken, alvorens te insinueren dat de volledige stoet één antisemitische parade is, vindt D’Haese. Want dat is het beeld dat volgens hem nu wordt gecreëerd. “Als mevrouw Von der Leyen even uit haar ivoren toren is neergedaald, kan ze ter zake misschien inlichtingen inwinnen bij de Europese president: Charles Michel was in 2015 officieel te gast op Aalst Carnaval, en bij mijn weten heeft hij van op onze eretribune geen gebrek aan menselijkheid opgemerkt, laat staan enige vorm van haat of racisme. Dat mevrouw Van der Leyen wil strijden tegen echt racisme is een goede zaak, maar Aalst voelt zich alvast niet aangesproken.”

Met haat en racisme heeft de Aalstenaar in de verte verste geen uitstaans, meent D’Haese. “Binnen de context van carnaval is zeer veel mogelijk, dat klopt, maar nooit is het de bedoeling om bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Integendeel, carnaval is net een verbindend volksfeest.”

Blamage

De vingerwijzing naar Aalst Carnaval van een van de belangrijkste Europese instanties is pijnlijk. Vorig jaar schrapte Unesco Aalst Carnaval al van de lijst van immaterieel werelderfgoed, nadat carnavalsgroep De Vismooil’n Joodse karikaturen had opgevoerd. De heisa die daarop volgde, inspireerde verschillende kleinere groepen dit jaar om hetzelfde te doen. 

Het Forum van Joodse Organisaties in ons land kon daar allerminst mee lachen en juicht het initiatief van Von der Leyen toe, zegt voorzitter Regina Sluszny. Maar lobbywerk vanuit de Joodse gemeenschap is daaraan volgens haar “absoluut niet” te pas gekomen. 

Ook premier Sophie Wilmès (MR) zegt niet op de hoogte geweest te zijn van het feit dat Von der Leyen zou verwijzen naar Aalst. De federale regering was afgelopen februari eveneens scherp voor de Joodse stereotypen tijdens Aalst Carnaval en zei toen dat die afbreuk deden “aan onze waarden en de reputatie van ons land” en dat dergelijke referenties het samenleven in gevaar brengen. Wilmès verwijst bij monde van haar woordvoerder opnieuw naar dat statement.

Europees Parlementslid Kris Peeters (CD&V), die in het Europese halfrond tot dezelfde groep behoort als de Commissievoorzitter, tempert de mate waarin ons land nu te kijk gezet wordt. “Ik vraag me af hoeveel niet-Vlamingen de link met Aalst hebben gelegd”, zegt hij. “De referentie van Von der Leyen is volgens mij ook vooral te begrijpen als een voorbeeld om het toenemende antisemitisme in heel Europa aan de kaak te stellen.”

Dat ze daarvoor Aalst Carnaval uitkoos, is dan weer niet zo vreemd, zegt de gewezen Vlaamse minister-president. “Von der Leyen kent België goed en sowieso wordt alles wat hier gebeurt door de Europese instellingen met veel meer aandacht gevolgd dan in andere lidstaten. Daarvoor heeft ze wellicht geen tips of gelobby nodig gehad. Maar vergis u niet: niemand heeft mij hier al op Aalst Carnaval aangesproken. België moet zich veel meer zorgen maken over de zaak-Chovanec. Daarover gaat het hier wel en die kous is nog lang niet af. Onze ministers zullen zich moeten komen verantwoorden voor het Europese Parlement en er staat een plenaire discussie gepland over politiegeweld.”

Europa kijkt mee

Dat neemt niet weg dat Von der Leyen de aandacht nog eens op het carnaval gevestigd heeft en dat Aalst er zeker van mag zijn dat Europa in februari mee zal kijken. Daar is D’Haese zich van bewust. “Ik ben volledig gekant tegen censuur. Maar ik durf erop te rekenen dat de groepen wel autocensuur zullen toepassen”, zegt hij. 

Met andere woorden: er zal geen derde jaar op rij gespot worden met Joodse stereotiepen in Aalst? Daar hoopt D’Haese ergens toch op. “Ik ga ervan uit dat geen enkele rechtgeaarde carnavalist met gezond verstand doelbewust heel gevoelige thema’s zal opzoeken. Die intentionaliteit, die is erg belangrijk.”