Premier Sophie Wilmès (MR) maakte bij haar aantreden een halfjaar geleden een politieke belofte: op 17 september zou ze naar de Kamer gaan om opnieuw het vertrouwen te vragen. Die belofte kwam er toen om gedoogsteun te kunnen krijgen voor haar minderheidsregering, die vooral de strijd tegen het coronavirus moest aanpakken.

Maar nu het zover is, zijn de omstandigheden helemaal veranderd. Met Vivaldi-onderhandelingen die tegen 1 oktober een nieuwe, volwaardige regering moeten opleveren, leek een nieuwe vraag om vertrouwen plots niet meer de juiste aanpak. De Vivaldi-partijen zijn het erover eens dat ze Wilmès beter nog twee weken kunnen laten zitten, tot de nieuwe regering kan aantreden.

Dat belet niet dat het er vandaag nog hevig kan aan toegaan in het federale parlement. Na de mondelinge vragen volgt een interpellatie van Vlaams Belang-fractieleidster Barbara Pas, die ongetwijfeld afgesloten zal worden met een motie van wantrouwen.

Alle partijen hebben al aangekondigd dat ook zij zich in de discussie willen mengen. De oppositie zal Wilmès met haar belofte willen confronteren, de Vivaldi-partijen vinden een beperkte verlenging aanvaardbaar.

Het ziet ernaar uit dat de Vivaldi-partijen op de motie van wantrouwen van Vlaams Belang zullen antwoorden met een gewone ­motie, een gebruikelijke tactiek van meerderheidspartijen. Een dergelijke motie heeft tot gevolg dat de stemming over de motie van wantrouwen vervalt en er gewoon overgegaan wordt naar het volgende punt op de agenda.

Hoe dan ook zullen alle Vivaldi-partijen, ook de socialisten, die eerder hadden aangekondigd dat ze Wilmès geen tweede keer het vertrouwen wilden geven, op het groene knopje moeten drukken. Met een nieuwe regering binnen handbereik zou dat geen onoverkomelijk probleem mogen zijn.