Direct naar artikelinhoud
De zware taak van Jan de Lichte: burgers en tv-sector redden
DM Zapt

De zware taak van Jan de Lichte: burgers en tv-sector redden

Beeld VTM

Pieter Dumon zet de blik op oneindig. Vandaag: De bende van Jan de Lichte

Je zal maar Jan de Lichte heten. Eerst moet je halfweg de 18de eeuw de bevolking van Aalst en omstreken uit de hebzuchtige klauwen van de adel zien te redden. Om dan een 2,5 eeuwen later opnieuw de wei in te moeten. Deze keer om de Vlaamse televisiesector voor de ondergang te behoeden.

De bende van Jan de Lichte, het in opdracht van VTM in televisievorm gegoten verslag van Jans eerdere heldendaden, is namelijk het uithangbord van Streamz. Een televisieplatform van eigen bodem dat de binnenlandse tv-consumptie naar ongekende hoogtes moet stuwen om zo Netflix en co. het leven zuur te maken. Een behoorlijk uitgebreid to do-lijstje dus. Zelfs voor een gereputeerd struikrover.

Om van De bende van Jan de Lichte een succes te maken tastten ze bij VTM behoorlijk diep in de portemonnee. En dat is er aan te zien. Indrukwekkende decors, pruiken in alle maten en vormen en een cast met nagenoeg alleen maar grote namen. Allemaal in een poging het Vlaanderen van de 18de eeuw zo overtuigend mogelijk naar het televisiescherm te transporteren.

Af en toe lukt dat ook. Dirk Roofthooft mag nog eens een echte smeerlap spelen en schittert als de machtsgeile burgemeester Jean-Joseph Coffijn. Vooral in interactie met Tom Van Dyck, die erin slaagt een geloofwaardige baljuw Baru neer te zetten, levert dat af en toe vuurwerk op. Ook Matteo Simoni doet het meer dan behoorlijk als bendeleider Jan de Lichte. 

Maar even vaak loopt het fout. De wanstaltige pruiken die Rik Verheye opgezet krijgt, zorgen ervoor dat je bij elk van zijn scènes het gevoel krijgt naar een minder geïnspireerde aflevering van Wat als? te kijken. Ook klasbakken als Bruno Vanden Broecke of Peter Gorissen hebben het lastig om het hoofd boven water te houden. En dat niet alleen door het gewicht van hun kostuums en bijbehorende pruiken. 

Het scenario komt veel te traag op gang – pas aan het eind van aflevering drie begint Jan aan de vorming van zijn bende – en blijft ook nadien rondjes draaien. Ook de houterige dialogen helpen niet. Die zijn opgebouwd uit een bizarre mix van archaïsch woordgebruik en modernere uitdrukkingen. Bovendien is het ene personage wat nadrukkelijker in de achttiende eeuw blijven steken dan het andere, wat de verwarring compleet maakt. 

Nu hoeft dat soort verwarring over het precieze tijdsgewricht waarin een historische reeks zich afspeelt niet per se een probleem te vormen. In het laatste seizoen van Game of Thrones raakten ze zelfs met een verloren gelopen Starbucks-beker weg. Met dank aan een vuurspuwende draak en een flitsend scenario. En laat dat nu net twee dingen zijn waar Jan de Lichte niet over beschikt.