Direct naar artikelinhoud
Geschiedenis

Expo over de jeugd van de oppernazi: ‘Hitler vertegenwoordigde ideeën van de mainstream’

De toekomstige Führer (midden bovenste rij) op een klasfoto uit 1899, toen hij tien jaar oud was. Het snorretje had hij nog niet, de koppige en intolerante attitude wel.Beeld ÖNB

‘Het einde staat aan het begin.’ Met die woorden verwelkomt het Niederösterreichmuseum in Sankt Pölten de bezoekers van zijn nieuwe expositie over de jeugd van Adolf Hitler. Je leert er Hitler kennen als jonge, gefrustreerde artiest met ambitie, maar vooral als een product van het Oostenrijk waarin hij opgroeide.

Het Niederösterreichmuseum kan sinds januari op heel wat belangstelling rekenen vanwege een nooit eerder vertoonde operapartituur: Wieland de smid, geïnspireerd op een oud-Germaanse mythe. Niet zozeer de kwaliteit van het muziekstuk verbaast operaminnend Europa, wel de maker:  Adolf Hitler, toen een twintigjarige kunstenaar en fanatieke Wagner-adept. Het is een van de vele voorwerpen die een nieuw licht werpen op Hitler in de expositie Hitlers jeugd: de bepalende jaren van de dictator 1889-1914

“Die man is al zo vaak bestudeerd. Wat kunnen wij daar nog aan toevoegen?”, vroeg historicus Hannes Liedinger zich af toen curator Christian Rapp met het idee kwam samen onderzoek te doen naar Hitler. Maar er moest natuurlijk iets gebeuren in het museum met de 75ste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog. 

In plaats van zich te baseren op de waslijst aan eerdere biografieën, gingen Rapp en Liedinger op zoek naar origineel materiaal uit Hitlers jeugd. Ze digitaliseerden oude Oostenrijkse kranten, vonden brieven van Hitler en zijn jeugdvrienden, scanden  verslagen van zijn leraars. 

Koppig

De centrale vraag die in de expositie naar voren komt, is hoeveel van de tiran Hitler al aanwezig is in het Oostenrijkse jongetje. Behoorlijk veel, stelt Liedinger. “We zien duidelijk dat een groot deel van zijn karakter tussen zijn 10de en 15de vorm kreeg. Van kinds af aan was hij koppig, vrij van zelfkritiek en intolerant voor meningen die afweken van de zijne.” 

Ook toen al was hij nooit te verlegen om zijn klasgenoten en familie te commanderen. Hitlers karakter en voortdurende drang naar erkenning worden door veel biografen toegeschreven aan zijn tirannieke vader, die hem zijn hele jeugd lang bekritiseerd en geslagen zou hebben. 

Maar nieuw onderzoek toont aan dat we die relatie moeten herdenken, zegt Liedinger. “Ja, zijn vader was gewelddadig en dominant. Maar ik denk niet dat de jonge Adolf daar al te zeer onder de indruk van was. Van zijn vader erfde hij zijn agressieve karakter, zijn nooit ophoudende drang om vurig te speechen. Hun manier van argumenteren en schrijven is heel gelijkaardig, zelfs tot en met hun handtekening. Zijn vader was dus evenzeer een rolmodel voor hem.” 

Kunstschilder

De expositie stelt een grote collectie van Hitlers jeugdige artistieke uitspattingen tentoon. Naast het unieke operastuk vind je er tekeningen, architecturale sketches, meer en minder geslaagde schilderijen. 

Toen Hitler het moeilijk kreeg op school, raakte hij nog meer overtuigd. “Ik besloot kunstschilder te worden, voor geen goud ter wereld wilde ik ambtenaar zijn”, schrijft hij in Mein Kampf

Vastberaden solliciteerde hij aan de prestigieuze academie voor beeldende kunsten in Wenen, maar tot tweemaal toe werd hij afgewezen. Die dubbele afwijzing kwam hij nooit helemaal te boven. 

Tot in de jaren 30 schreef Hitler aan zijn jeugdvriend dat zijn politiek succes “zijn artistieke carrière kon vooruithelpen”. Hitlers politieke en artistieke interesses gingen altijd samen, zegt Liedinger. “Kon hij geen architect worden, dan maar de leiding van het land overnemen en zo de architecturale toekomst van het land bepalen. Elke nederlaag maakte hem een stukje megalomaner.” 

Ontstaan als karikatuur

Van Hitlers autoritaire karakter waren dus al vroeg tekenen te zien. Maar waar en wanneer zijn antisemitische gedachtegoed ontstond, daar buigen historici en biografen zich al jaren over.  Velen wijzen naar Hitlers gedesillusioneerd verblijf in München na de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog frameden politici en geschiedkundigen Hitler maar al te graag als een ‘Duits product’. 

Liedinger en Rapp tonen een ander verhaal: Hitlers antisemitisme kent zijn oorsprong in zijn Oostenrijkse jeugd. “Het verbaasde me hoever antisemitisme was doorgedrongen in alle gelederen van de maatschappij", zegt Rapp. 

Hij verwijst naar racistische boeken die 100.000 keer verkocht werd en tabloidkranten die bol stonden van de antisemitische retoriek. Hitlers leraars en familieleden waren lid van antisemitische organisaties. 

In Mein Kampf wijdt Hitler zelfs twintig bladzijden aan de Weense burgemeester Karl Lueger en diens concurrent Georg von Schönerer, beiden notoir antisemiet. Rapp en Liedinger zijn unaniem: “Hitler was geen outsider in de politieke marge. Hij vertegenwoordigde de ideeën die al jaren lagen te sluimeren bij de mainstream in het Oostenrijk van het fin de siècle.” 

Vanaf januari trekt de expositie rond, beginnend in Oostenrijk, Duitsland en Oost-Europa. Volgens Liedinger zitten er ook lessen in voor onze tijd. “Je ziet dat antisemitisme, racisme en autoritaire discours weer opleven. We moeten onthouden hoe een figuur als Hitler naar de oppervlakte kwam: ongemerkt, geleidelijk, eigenlijk als een karikatuur. Radicalisme sluimert, het komt niet vanuit het niets.”