In de week tussen 8 en 14 september waren er ook vier dagen met meer dan 1.000 besmettingen. Op maandag 14 september werden zelfs 1.625 bevestigde gevallen vastgesteld. “Aan dit tempo verdubbelt het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames om de acht à negen dagen, enkele dagen geleden was dat nog om de twaalf dagen”, klinkt het bij viroloog Steven Van Gucht.

De meeste besmettingen vinden nog plaats bij twintigers, maar de virologen zien een toename in alle leeftijdsgroepen. “Het aantal bevestigde gevallen bij kinderen en jongeren tussen de 10 en de 20 jaar is de afgelopen periode verdubbeld, ook bij 60-plussers zijn er dubbel zoveel besmettingen”, aldus Steven Van Gucht.

LEES OOK. Evenveel besmettingen als eind maart, maar situatie is heel anders: “We zijn nu in dezelfde fase als eind februari” (+)

Ook de ziekenhuisopnames gaan er fors op vooruit. In de periode tussen 8 en 14 september waren er gemiddeld 39 opnames per dag, dat is een stijging van 75 procent in vergelijking met de week ervoor. De meeste opnames waren er in Brussel en Antwerpen. De sterftecijfers blijven fluctueren rond twee à drie per dag. “De toenemende ziekenhuisopnames hebben op dit moment nog geen invloed op de sterftecijfers, dat is het lichtpuntje vandaag”, aldus Van Gucht.

Afgelopen periode werden er meer dan 30.000 coronatests per dag uitgevoerd. Daarvan had 3,2 procent een positief resultaat. Twee weken geleden testte maar 2,5 procent van de mensen die een test lieten doen positief. Volgens Van Gucht is het dan ook duidelijk dat het virus meer circuleert dan de vorige weken. “Stop de verspreiding van het virus: draag een mondmasker, beperk je contacten en blijf thuis als je je niet goed voelt”, besluit Van Gucht.

Niet representatief

Sciensano sprak tijdens de persconferentie ook over twee lopende serologische onderzoeken. Daarbij werd bloed van bloeddonoren en van gezondheidsmedewerkers gecontroleerd op de aanwezigheid van antistoffen.

“Sinds 30 maart onderzoekt Sciensano in samenwerking met het Rode Kruis de hoeveelheid antistoffen tegen het coronavirus in het bloed van Belgische bloeddonoren. Dat geeft een voorzichtige indicatie van de evolutie van de blootstelling van de bevolking aan het virus.” Het gaat om meer dan 10.000 stalen. Daaruit blijkt dat ongeveer 5 procent van die doneren detecteerbare antistoffen heeft. “Dat aandeel blijft stabiel sinds april 2020.” Het onderzoek is evenwel niet representatief voor de algemene populatie. “Bloeddonoren (18-75 jaar) zijn namelijk een specifieke groep binnen de bevolking, die gezond is op het moment van de bloedafname.” Daarnaast heeft Sciensano in samenwerking met Instituut voor Tropische Geneeskunde het bloed van 850 gezondheidsmedewerkers onderzocht.

Sciensano wijst er nog op dat voorzichtigheid bij dit soort studies geboden is. “Deze studies focussen weliswaar op een belangrijk element van onze immuunrespons, maar immuniteit is niet louter te herleiden tot de hoeveelheid antistoffen in het bloed. Ook andere factoren, zoals T-cellen, spelen hierin waarschijnlijk een belangrijke rol.”

In ieder geval kunnen we uit de studies wel concluderen dat we nog bijzonder ver afstaan van groepsimmuniteit. “Uit beide studies blijkt dat het percentage mensen met antistoffen tegen het coronavirus in het bloed ruimschoots onder de vereiste 70 procent ligt. Zowel bij de algemene bevolking als bij het zorgpersoneel in ziekenhuizen. De proportie personen met antistoffen blijft op dit moment ook stabiel, ondanks de heropflakkering van het virus de voorbije maanden.”