De harde wiskunde uitgelegd: waarom de Franstalige partijen zo zwaar gaan wegen binnen Vivaldi

Een simulatie van de verdeling van de bevoegdheden en de portefeuilles leert dat de vier Vlaamse partijen straks onherroepelijk in de schaduw dreigen te staan van hun drie Franstalige coalitiepartners. Het premierschap, als dat aan Vlaamse kant zou vallen, zal dan erg duur betaald worden. Dit weekend zou die knoop worden doorgehakt. Een onverkwikkende ruzie in de Kamer, waarbij N-VA lijnrecht tegenover Kamervoorzitter Patrick Dewael (Open Vld) kwam te staan, maakt ondertussen wel duidelijk dat het voor Vivaldi nu echt wel menens is: ‘Wij moeten lukken’, zo is te horen. Binnen de deadline van 1 oktober is dat.

In het nieuws: In de Kamer kreeg premier Sophie Wilmès (MR) haar twee weken verlenging.

De details: Het werd een theaterstuk dat vooral slechte reclame was voor het politieke bedrijf.

  • Het was Raoul Hedebouw (PVDA), die het op de meest directe en duidelijke manier kwam zeggen, op het spreekgestoelte. ‘Hier wordt gelogen. En de mensen zijn het kotsbeu. Men roept maar ‘oh de populisten, oh de populisten’, maar wie liegt de bevolking hier nu voor? U beloofde op te stappen en u blijft gewoon zitten’, zo haalde hij flink uit naar premier Sophie Wilmès.
  • De communist raakte zo de toekomstige Vivaldi-coalitie waar het pijn deed: de geloofwaardigheid van heel de operatie gisteren, in de Kamer, was niet groot. En dat voor een regeringsproject, die regering Wilmès II, waar eigenlijk zeker de socialisten niet veel meer mee te maken wilden hebben.
  • Het hele gedoe in de Kamer had makkelijk vermeden kunnen worden:
    • Ofwel had men gewoon het vertrouwen voor korte duur kunnen verlengen. Maar de socialisten waren daarover onverbiddelijk: onder geen beding wilden ze dergelijk scenario.
    • Maar de eerste minister zelf hield de afgelopen dagen bijzonder koppig vast aan het idee dat ze in volle bevoegdheid wilde blijven, en niet, wat ze simpelweg had kunnen doen, gewoon weer in lopende zaken gaan.
    • Naar verluidt wil de premier koste wat kost de komende Veiligheidsraad in goede banen leiden, in volle bevoegdheid.
  • Maar tegelijk was er gisteren een N-VA in de Kamer die naarstig op zoek was naar zichzelf. En die daarbij een Patrick Dewael (Open Vld) tegenkwam, die op zoek was om z’n vitale toekomstige rol voor de Vivaldi-coalitie te kunnen bewijzen.
  • Het gevolg was een ongezien en onverkwikkend schouwspel: een roepende fractieleider Peter De Roover (N-VA), een luidkeels vloekende Valerie Van Peel (N-VA), nota bene de ondervoorzitter van de Kamer, en een Dewael die uiteindelijk toch, nadat hij eerst bruut de orde had proberen te herstellen, moest toegeven aan de insubordinatie van De Roover.
  • Los van de vraag wie nu volgens het Kamerreglement gelijk had: het zette de N-VA meteen op gelijke hoogte, of zelfs wat onder de oppositie die Vlaams Belang naast hen voerde tegen de verderzetting van de regering Wilmès II. Het moet gezegd: Barbara Pas, de fractieleider van Vlaams Belang, had netjes haar huiswerk gemaakt, en een motie van wantrouwen ingediend.
  • Uiteindelijk eindigde het op één grote sisser, en vooral een inspiratieloos en saai rondje van Vivaldi-fractieleiders die gezamenlijk bewezen in de Kamer dat de nieuwe regeringsploeg elk deftig gemeenschappelijk en krachtig narratief mist op dit moment. Er is dus nog werk op de plank, als de toekomstige ploeg ook een coherent verhaal wil gaan vertellen aan de burger.
  • De felste was nog Vincent Van Quickenborne (Open Vld), die plots hevig predikte voor de ‘coalitie van de vooruitgang’, versus de ‘oppositie van de stilstand’, en daarbij het paars-groene project heftig omarmde. Sta ons toe te stellen dat de Open Vld-fractieleider, gezien z’n parcours en uitspraken in de regeringsvorming de laatste maanden, toch niet de meest geloofwaardige heraut van Vivaldi is dan. Al is niemand in de politiek ooit doodgegaan van wat bochtenwerk natuurlijk.
  • Zo blijft het schouwspel gisteren in de Kamer niet meer dan een tussenstation voor Vivaldi, dat de nieuwe meerderheid, maar ook de N-VA, best zo snel mogelijk vergeten. De winnaars zaten immers zonder twijfel bij het uiterste einde van het politieke spectrum.

De onderhandelingen: Vivaldi doet naarstig voort.

  • Aan de uitspraken van Pieter De Crem (CD&V), die donderdag een torpedo vanuit CD&V lanceerde op Vivaldi, worden opvallend weinig woorden vuil gemaakt. ‘De honden blaffen, de karavaan trekt verder‘, zo vatte een onderhandelaar mooi samen.
  • CD&V-voorzitter Joachim Coens zelf beperkte de schade, stelde dat hij op voorhand op de hoogte was, en dat het ‘enkel de onderhandelingspositie wat scherp zette’. Een techniek die bij de andere partijen in elk geval geen jota indruk maakte, zo was her en der te horen.
  • Integendeel: de stemmen binnen paars-groen om uiteindelijk zelf CD&V te lozen, en voor een zuiverder project te gaan, beleefden gisteren een hoogdag. Maar of dat genoeg is om de christendemocraten eraf te duwen? Het lijkt er niet op: met de krappe deadline in zicht, focust iedereen nu vooral op de eindmeet halen.
  • De analyse die ondertussen zowat overal gemaakt werd over Pieter De Crem: hij solliciteert nadrukkelijk om een nieuwe ministerpost. Immers: op die manier geeft Coens straks de ’tegenstem’ ook een deel van de koek. Dat in Oost-Vlaanderen bovendien Vincent Van Peteghem (CD&V) z’n neus aan het venster stak, en mogelijk een wissel van de wacht is in die provincie, is ook niemand ontgaan binnen CD&V.
  • Vandaag zijn wat werkgroepen gepland, en een aantal gevoeligere dossiers zoals Asiel en Migratie staan op de agenda. Maar niemand verwacht turbulentie.
  • De veelvuldige lekken van de onderhandelingsteksten hebben ondertussen één ding duidelijk gemaakt: er zijn weinig tot geen scherpe keuzes in deze tekstbrij, eerder een overvloed aan vaagheid en het uitstellen van beslissingen. Dat, en een gebrek aan knopen doorhakken over de begroting, en de uiteindelijke bedragen die alles bepalen, maken dat de spanning niet erg groot is.
  • De discussie over het formateurschap en het uiteindelijke leiderschap van de coalitie loert ondertussen om de hoek. Vermoedelijk wordt die knoop pas zondag doorgehakt, op alweer een hoogmis van de voorzitters.

De harde cijfers: Een simulatie van de regeringssamenstelling en het kiezen van de portefeuilles wijst op één ding: het zal moeilijk zijn de Franstalige dominantie af te houden.

  • Rond de compositie van de toekomstige regering is al erg veel inkt gevloeid. Niet in het minst omdat de zeven onderhandelende partijen er nog steeds niet uit zijn wie straks deze coalitie mag leiden. Zo organiseren ze zelf een nooit geziene focus op de verdeling van de posten.
  • Want het premierschap is niet het enige waarover speculatie is. Het gaat minstens evenveel over de bevoegdheden. Daarover circuleren ondertussen al allerlei geruchten in de Wetstraat.
    • Zo is het een publiek geheim dat Open Vld erg graag Financiën zou blijven houden, het departement waar Alexander De Croo (Open Vld) nu op zit, als die geen premier wordt.
    • CD&V wil dan weer graag diezelfde portefeuille van Financiën én ook Sociale Zaken, als zij niet het premierschap krijgen.
    • De PS wil bijna natuurlijkerwijze Volksgezondheid opnieuw gaan beheren, en lonkt toch ook stevig naar de Zestien.
    • Ook Vooruit zou toch wel graag een sociaal departement opeisen.
    • De Groenen kijken logischerwijze naar alles wat met klimaat te maken heeft.
    • Zowat iedereen aast op de erg gevoelige portefeuille van Asiel en Migratie.
  • Meteen duikt zo ook de vraag op wie dan straks door de partijen wordt gestuurd om de regeringsbanken te gaan bemannen. Ook daar regent het namen, sommigen schrikken er ook niet voor terug zichzelf naar voren te schuiven. Maar vooraleer die posten ingevuld kunnen worden, is het toch nuttig om eens de mathematica te laten spelen, in een simulatie.
  • Immers, hoewel elke regering uiteindelijk zelf volledig kan kiezen hoe die samenstelling gebeurt, zijn er toch een aantal ongeschreven regels, het zogenaamde ‘gewoonterecht’ van hoe men traditioneel de zaken verdeelt.
  • Dat gebeurt om te beginnen via het systeem D’Hondt, dat ook gebruikt wordt bij verkiezingen om zetels te verdelen. We gaan er even van uit dat deze regering, net als de vorige, kiest voor twee keer zeven ministers (voor de regering geldt pariteit: evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers). Dan ziet de verdeling er als volgt uit:
  • Dat levert dus vooral een beeld op dat aantoont hoe ‘verdeeld’ de ministerposten zullen zitten. Hieronder maken we het iets concreter, omdat het premierschap, en vooral of dat Franstalig of Nederlandstalig valt, er deel van uitmaakt.
  • Maar eerst nog even, misschien interessanter: op basis van diezelfde D’Hondt, wordt ook de volgorde van de verdeling van de portefeuilles bepaald. Dat zit zo: in principe heeft iedereen het recht te ‘kiezen’ in een bepaalde volgorde. De grootste eerst, en zo verder, tot er veertien bevoegdheden weg zijn. Uiteraard kan dit proces gebruikt worden om sommige partijen wat te ‘compenseren’, zoals CD&V overigens nu al dagen binnenskamers eist, door bepaalde partijen eerder te laten kiezen.
  • Maar dat zijn de ‘uitzonderingen’ die de voorzitters elkaar moeten toestaan. In de mathematische logica is dit de volgorde waarin de partijen mogen kiezen:
  • Dit toont meteen aan hoe ‘problematisch’ die verdeling is voor de Nederlandstalige partijen: de eerste die mag kiezen is CD&V (ze waren in stemmen ietsje groter dan Open Vld), maar die mogen dat pas als vierde partij, nadat eerst PS, MR en Ecolo hebben gekozen. Nadien kiezen de Vlaamse partijen opnieuw achter de Franstalige, Vooruit en Groen moeten zelfs eerste de PS nog eens laten kiezen.
  • Nog straffer wordt het als een Vlaamse partij het premierschap zou wegkapen. Is dat CD&V, dan krijgen ze pas opnieuw als twaalfde in de verdeling hun eerste inhoudelijke keuze: dat betekent meteen dus dat ze als ‘vakminister’ nauwelijks nog een deftige bevoegdheid krijgen. Hetzelfde geldt voor Open Vld, als zij de premier zouden leveren, en al zeker voor Vooruit, moest dat het geval zijn.

Achter de cijfers: Hoe zit het dan concreet met de ministerposten?

  • Om, opnieuw op basis van D’Hondt en de wiskunde van de krachtverhoudingen in de Kamer, een verdeling te kunnen maken, werkt men in de Wetstraat al jaar en dag met ‘punten’. Elke bevoegdheid is een bepaald aantal punten waard, en elke partij heeft, op basis van het aantal zetels in de Kamer, een bepaald aantal punten te verdelen.
  • Het gaat hierbij opnieuw om ongeschreven regels, die uiteraard bij elke regeringsonderhandeling kunnen herschreven worden. Maar wat hieronder volgt, is het ‘default’-scenario, het script dat bij de laatste voorgaande federale regeringsvorming telkens is toegepast.
  • Daarbij geldt volgende verdeling van de punten:
    • 1,5 punten voor het premierschap, een vicepremier en de Europees Commissaris.
    • 1 punt voor een ministerpost en het voorzitterschap van de Kamer.
    • 0,5 punten voor een staatssecretaris en het voorzitterschap van de Senaat.
  • In een eerste scenario dat we simuleren, neemt de PS het premierschap:
  • Merk op dat de MR, omdat ze de Europees Commissaris Didier Rynders (MR) leveren, eigenlijk al quasi al hun punten opsouperen, en naast een vicepremier nog recht hebben op één minister.
  • Open Vld neemt met Patrick Dewael (Open Vld) mogelijk opnieuw het voorzitterschap van de Kamer, maar dat betekent dat de partij ook maar recht heeft op twee ministerposten dan.
  • In deze simulatie voegden we vier staatssecretarissen toe, dan kom je aan een regeringsploeg van 19 excellenties, wat toch al stevig is. Maar daar vallen er dan twee staatssecretarissen bij CD&V, één bij Ecolo en één bij Groen. De PS is in dit scenario overigens nog altijd een tikje onderbedeeld, net als Groen. Zowel Open Vld als CD&V krijgen iets te veel.
  • Een optie is om de staatssecretarissen meer naar de Vlaamse partijen te schuiven, om zo het ‘onevenwicht’ wat te compenseren, als Paul Magnette (PS) dan toch premier zou worden. Het nadeel: hier gaat men al fors afwijken van waar partijen mathematisch ‘recht’ op hebben. Alle Vlaamse partijen krijgen dan ‘meer’. Dat wordt moeilijk, tenzij je naar een inflatie aan staatssecretarissen gaat.
  • Erg realistisch is dit scenario niet: dan moeten er acht staatssecretarissen komen. En dan moeten de Franstaligen collectief toestaan dat er zwaar afgeweken wordt van de mathematica.
  • Een simulatie met een Vlaamse premier levert ook een interessant beeld op. Nemen we CD&V, met Koen Geens (CD&V) in de Zestien:
  • In dit scenario komt er om te beginnen een ‘extra’ ministerportefeuille aan Vlaamse kant: naast het premierschap zijn er dan zeven ministerposten te verdelen aan Vlaamse kant. Groen krijgt dan mogelijk de extra ministerpost: CD&V kan immers moeilijk, naast het premierschap, nog aanspraak maken op de zevende portefeuille. Mathematisch zijn ze dan veel te veel aan het krijgen.
  • Maar aan Franstalige kant zit er een zwaar probleem: De PS moet dan echt wel een weelde aan staatssecretarissen oogsten, of zeker het Kamervoorzitterschap, om het allemaal wat in evenwicht te houden volgens de wiskunde. Met twee stuks, plus de voorzittershamer in het halfrond, zijn ze gecompenseerd. In dat scenario kan Egbert Lachaert (Open Vld) dan plots wel twee nieuwe gezichten lanceren in de regering, ten koste van oude routinier Patrick Dewael (Open Vld).
  • Het blijft dus, puur op basis van wiskunde, toch wel een bijzonder moeilijke opdracht om een Vlaming in de Zestien te zetten: de partij die de hoogste post dan neemt, heeft niet veel over.
  • Een zelfde vaststelling bij een Open Vld-premier, met name Alexander De Croo:
  • In dit scenario heeft Open Vld dus enkel de Zestien, een vicepremier die als dertiende zijn of haar bevoegdheid kan kiezen en één magere staatssecretaris. Vandaar dat zowel bij Open Vld als CD&V men toch huivert om die stap te zetten.
  • Dat de MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez overigens blijft de Zestien eisen voor Sophie Wilmès (MR) is absurd, als de partij al de Europees Commissaris levert. Onderstaande simulatie toont waarom, los van de ongeschreven regel dat zo’n Commissaris naar de andere taalgroep gaat dan de premier.
  • De MR zou dan, om de zaak toch wat in evenwicht te houden, nog een ministerpost aan de PS moeten afgeven. Die zouden dan nog een staatssecretaris of twee moeten krijgen, en in feite zijn dan nog een heel pak andere partijen misdeeld. Mathematisch gewoon heel moeilijk dus.
  • Datzelfde geldt eigenlijk ook voor een Vooruit-premier: de naam van Johan Vande Lanotte viel gisteren opnieuw, in Le Soir. Want in zo’n scenario heeft Vooruit punten nodig die ze niet heeft, en moet de PS zelf een prijs betalen voor hun rode zusterpartij.

De essentie: Al het bovenstaande schetst gewoon de complexe context van dit weekend.

  • De berekeningen, op basis van de zetels in de Kamer én het systeem D’Hondt, tonen hoezeer Vivaldi door de wiskunde overhelt richting Franstalige partijen.
  • Daarover draait in feite ook al weken de discussie: is die wiskunde wel fair? Want op basis van het aantal stemmen, is er een ander beeld.
  • CD&V haalde het tweede meest stemmen binnen de Vivaldi-partijen, Open Vld derde meest op 26 mei 2019.
  • De Vlaamse liberalen en de christendemocraten hebben dan wel twee zetels minder dan MR, maar wel meer stemmen: hoe ‘fair’ is dus dat systeem van zetels verdelen?
  • Vooruit haalde 9 zetels op 26 mei 2019 en Groen zelfs maar 8 zetels, en Ecolo haalde er 13, ook al haalden de Vlaamse socialisten bijna 40.000 stemmen meer, en de Vlaamse groenen net 3.000 minder dan hun Franstalige geestesgenoten.
  • Overigens is er hier nog iets complexer aan de hand: met Tinne Van der Straeten haalde Groen een zetel binnen op een Ecolo-lijst: geldt die zetel straks nu als ‘Groen’ of ‘Ecolo’ in de lijsten? Het is wel van belang, in de simulatie hebben we het zuiver gehouden, maar indien die zetel ‘valt’ voor Groen, zakt Ecolo in de pikorde wel plots onder zowel CD&V als Open Vld.
  • Bovendien zijn er, los van de discussie over ’tellen op basis van zetels’ of ’tellen op basis van stemmen’, (wat overigens nog nooit gedaan is) de politieke redeneringen, die aan Vlaamse kant te horen zijn:
    • ‘De Vlaamse partijen nemen een enorm risico, om zich zonder N-VA in Vivaldi te gooien. Zij willen ‘compensatie’.’
    • ‘De Vivaldi-coalitie moet visueel ook een Vlaamse leider hebben om dat onevenwicht weg te gommen.’
    • ‘Na drie Franstaligen is het tijd voor een Vlaamse premier.’
    • ‘Als die premier er niet komt, moet er ‘compensatie’ volgen.’
  • Al het bovenstaande schetst waarom het dit weekend, wanneer een formateur moet worden aangeduid, een enorme koehandel dreigt te worden. En omdat het premierschap zo’n cruciale dominosteen is, die heel het spel doet vallen, is die knoop doorhakken zo lastig.
  • De kans is dus behoorlijk reëel, dat ook nu nog voor een compromis wordt gekozen: misschien zijn er straks dan toch twee formateurs, in plaats van één toekomstige premier?
Meer